U-waarde bij vernieuwen, verbouwen of na-isoleren
Bij renovaties is er geen verplichting om bestaande constructiedelen aan te pakken. Er zijn enkel verplichtingen voor nieuwe, vernieuwde, verbouwde en nageïsoleerde constructiedelen.
Eisen voor nieuwe constructiedelen
De maximale U-waarden of minimale R-waarden waaraan de nieuwe constructiedelen moeten voldoen, vindt u in de eisentabellen per aanvraagjaar.
Eisen voor vernieuwde of verbouwde constructiedelen
Alle vernieuwde of verbouwde bij een renovatie moeten voldoen aan de maximale U-waarden in vak 1 uit bijlage VII van het Energiebesluit.
Met het ‘vernieuwen of verbouwen’ bedoelt men:
Muur | Het vervangen van de draagconstructie van de muur. De nieuwe scheidingsconstructie moet voldoen aan de maximale U-waarde. Het plaatsen of vervangen van een afwerkingslaag, zoals buitenpleisterwerk, een gevelbeplating … wordt niet als ‘vernieuwen’ of ‘verbouwen’ beschouwd. Voorbeeld: als de gevel van een woning met buitenpleister wordt bezet, dan moet de U-waarde van de muur niet voldoen aan de maximale waarde. |
Vloer | Het vervangen van de draagconstructie van de vloer. De nieuwe scheidingsconstructie moet voldoen aan de maximale U-waarde of de minimale R-waarde. Het plaatsen of vervangen van een vloerbekleding, chape … wordt niet als ‘vernieuwen’ of ‘verbouwen’ beschouwd. |
Dak | Het vervangen van de houten draagconstructie van de dakconstructie (kepers en/of gordingen) of van de plafondconstructie (naar een . De nieuwe scheidingsconstructie moet voldoen aan de maximale U-waarde. |
Raam (kader + glas) | Het vervangen van een raam valt ook onder het vernieuwen of verbouwen van een scheidingsconstructie. Er zijn geen EPB-eisen van toepassing voor U-waarden of ventilatie als een raam tijdelijk is weggehaald en op exact dezelfde plaats wordt teruggeplaatst of als enkel het glas is vervangen. |
Eisen voor nageïsoleerde constructies
De nageïsoleerde bij een renovatie of ingrijpend energetische renovatie moeten voldoen aan de Umax-waarden voor nageïsoleerde scheidingsconstructies die het beschermd volume omhullen (vak 4 uit bijlage VII van het Energiebesluit: zie figuur).
4.1 | Opake bestaande scheidingsconstructies, met uitzondering van de scheidingsconstructies die de scheiding vormen met een aanpalend beschermd volume. | |
---|---|---|
4.1.1 | Bestaande daken en plafonds met na-isolatie tussen of aan de buitenzijde van de draagconstructie, in contact met de buitenomgeving of een AOR. | 0,24 |
4.1.2 | Bestaande muren met na-isolatie aan de buitenzijde van de bestaande constructie in contact met buitenomgeving | 0,24 |
4.1.3 | Bestaande spouwmuren met navulling, in contact met de buitenomgeving of een AOR. (11) | 0,55 |
4.1.4 | Bestaande muren met na-isolatie aan de binnenzijde van de bestaande constructie | geen eisen |
4.1.5 | Bestaande vloeren met na-isolatie aan de buitenzijde van de bestaande constructie in contact met buitenomgeving | 0,24 |
Er is een onderscheid gemaakt op basis van de locatie van de na-isolatie:
- aan de buitenzijde van de bestaande constructie: buitenisolatiesystemen met een nieuwe afwerkingslaag, ook als bijvoorbeeld een bestaande gevelsteen wordt afgebroken en nieuwe isolatie en een nieuwe gevelafwerking (gevelsteen of iets anders) wordt geplaatst.
- Tussen de draagconstructie: bijvoorbeeld tussen een houten draagstructuur van een hellend dak.
- In een bestaande spouw: navulling moet gebeuren volgens STS 71-1. Bij het navullen van een spouw moet er een bestaande spouw zijn die achteraf wordt opgevuld. Dat kan met verschillende vormen van spuitisolatie.
- Aan de binnenzijde van de bestaande constructie: hier gelden momenteel geen eisen voor.