De richtlijn ‘2002/91/EG’ over de energieprestatie van gebouwen verplicht de Europese lidstaten om vanaf 2006 minimumeisen voor de energieprestatie van gebouwen vast te leggen. Veel bepalingen in de Vlaamse energieprestatieregelgeving zijn het direct gevolg van deze eisen die door Europa zijn opgelegd.
Achtergrond: richtlijn 2002/91/EG
EPB-richtlijn ‘2002/91/EG’ werd goedgekeurd tegen de achtergrond van het Kyoto-protocol en de doelstelling om de CO2-uitstoot te verminderen. Op het moment van goedkeuring stonden de EPB-eisen nog in de kinderschoenen. In Vlaanderen bestond enkel een minimale isolatienorm door de invoering van de isolatieregelgeving in 1992.
De verplichtingen in de eerste EPB-richtlijn omvatten:
- het invoeren van minimumeisen voor de energieprestaties gebouwen
- het invoeren van een EPB-methodiek
- het beschikken over een EPC bij verkoop of verhuur van gebouwen
- de regelmatige keuring van cv-ketels en airconditioningssystemen
De Europese Commissie publiceerde in november 2008 een voorstel voor de herziening van deze Europese richtlijn. Op 19 mei 2010 werd de definitieve tekst van de nieuwe richtlijn, ‘2010/31/EU’ goedgekeurd.
Richtlijn 2010/31/EU
Richtlijn ‘2010/31/EU’ voerde wijzigingen door om de vermindering van het energieverbruik door gebouwen verder door te zetten. Een greep uit de wijzigingen:
- vanaf 2021 moeten alle nieuwe gebouwen bijna-energieneutraal (BEN) zijn
- voor bestaande gebouwen wordt het toepassingsgebied uitgebreid naar kleinere renovaties waarbij een deel van de gebouwschil wordt vervangen: die moeten voortaan ook aan eisen voldoen
- voor elk nieuw gebouw moet de haalbaarheid van alternatieve systemen van energieopwekking worden onderzocht
- lidstaten moeten sancties vastleggen voor inbreuken op de wetgeving waarmee de richtlijn wordt omgezet
- er moet een onafhankelijk controlesysteem voor de certificaten en inspecties worden ingevoerd
Een meer uitgebreide uiteenzetting van de wijzigingen(PDF bestand opent in nieuw venster).
Richtlijn 2018/844
Deze herziening van de richtlijn van 2010 beoogt de renovatiegraad te verhogen, om te komen tot een koolstofvrij gebouwenpark tegen 2050. Nieuwe elementen zijn:
- minimumvoorzieningen voor elektrische laadpalen
- het stimuleren van ‘slimme’ systemen, zoals zelfregulerende apparatuur
Lidstaten moeten de nieuwe richtlijn tegen 2020 in nationale of regionale wetgeving omzetten.
Europese samenwerking
Om de Europese samenwerking te bevorderen bij het herzien van de EPB-richtlijn, zijn verschillende mechanismen opgezet voor een betere uitwisseling van informatie:
- EPBD Concerted Action(opent in nieuw venster): beleidsmakers uit de Europese lidstaten komen gemiddeld twee keer per jaar samen om ervaringen over EPB te delen.
- EPBD Gebouwen Platform(opent in nieuw venster): een platform dat door de Europese Commissie is opgericht om informatie te verschaffen aan alle stakeholders.
- European Committee for Standardization(opent in nieuw venster): na mandaat van de Europese Commissie werden door CEN, EPB-gerelateerde standaarden uitgewerkt, om de energie-efficiëntie van gebouwen te promoten. (CEN staat voor de Europese Commissie voor Standaardisering.)