Wat blijkt? Hennepplanten halen grote hoeveelheden PFAS en PFOS uit de bodem, en slaan deze op in hun bladeren. Na de oogst kunnen de vervuilde en schone delen van de plant gescheiden worden. De delen met PFAS worden vernietigd, de rest van de plant kan als grondstof dienen. Als je weet dat er 1 miljoen hennepplanten op een hectare passen, besef je dat we hier te maken hebben met een krachtige natuurlijke saneringsoplossing.

Hennep draagt bij aan een hele reeks Europese milieudoelstellingen. Ten eerste is bodemvervuiling door PFAS een uitdaging in heel Europa, en wil de EU die verontreiniging tegen 2050 terugdringen tot nul. Hennepteelt kan dus wel eens de sleutel zijn om dat te realiseren.

Ten tweede haalt hennep niet alleen PFAS uit de grond, maar ook CO2 uit de lucht. Eén hectare hennep heeft maar vijf maanden nodig om te groeien, en filtert evenveel koolstofdioxide uit de lucht als een jong bos.

Ten derde kan hennep de productie van een hele reeks materialen een pak milieuvriendelijker maken. Van de vezels kunnen kledingproducenten garen spinnen, bouwproducenten isolatiemateriaal maken en papierfabrikanten papier maken zonder schadelijke chemicaliën. Een win-win-winsituatie dus!

Ook voor landbouwers is deze ontdekking goed nieuws. Bij traditionele bodemsanering wordt de bovenste grondlaag afgegraven. Voor boeren is dat geen optie, want die laag bestaat net uit de vruchtbare aarde waarin hun gewassen groeien. En nieuwe vruchtbare grond creëren kan jaren duren. Met hennepteelt kunnen boeren hun grond saneren en voeden, terwijl de oogst interessant is voor textiel-, bouwmateriaal- en papierproductie.