Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 24009 - Kanscontract aandelen met optie Vlaamse Belastingdienst

VB 24009 - Kanscontract aandelen met optie

Voorafgaande beslissing
Nummer
24009
Datum beslissing
23 april 2024
Publicatiedatum
16 mei 2024

Heffing

  • Erfbelasting
  • Schenkbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.7.1.0.5. VCF
  • art. 2.8.1.0.1. VCF
  • art. 2.8.4.1.1. VCF
  • art. 3.17.0.0.2. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te verkrijgen dat het voorgelegde kanscontract tussen de heer X en mevrouw Y rechtsgeldig is en kwalificeert als een contract onder bezwarende titel (kanscontract) en dat - indien de overeenkomst in België zou worden geregistreerd de artikelen 2.8.1.0.1 VCF en 2.8 4.1.1, §2 VCF niet van toepassing zullen zijn (op zich en in combinatie met art. 3 17 0 0 2 VCF) en er derhalve geen schenkbelasting zal verschuldigd zijn, alsook dat de artikelen 2.7.1.0.3, 3° VCF, 2.7.1.0.5 VCF op zich en in combinatie met art. 3.17.0.0.2 VCF niet van toepassing zullen zijn bij het overlijden van een partij zodat er geen erfbelasting verschuldigd zal zijn.

2. De aanvragers verzoeken uitdrukkelijk, overeenkomstig artikel 3.22.0.0.1, §4, lid 1, VCF, dat, gelet op het voorwerp van de aanvraag, de termijn waarvoor de beslissing wordt getroffen langer zal zijn dan vijf jaar. Meer bepaald verzoeken zij om een geldigheidsduur van de afgeleverde beslissing tot en met het overlijden van één van hen beiden.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

3. De aanvraag wordt ingediend door […], namens:

3.1. De heer X, geboren te […] op xx.xx.1963, van Belgische nationalite1t en met rijksregisternummer […], ongehuwd en niet wettelijk samenwonend, wonende te […] (hierna genoemd de "heer X"), en

3.2. Mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1977, van Belgische nat1onaliteit en met rijksregisternummer […], ongehuwd en niet wettelijk samenwonend, wonende te […] (hierna genoemd "mevrouw Y"),

De heer X en mevrouw Y worden hierna afzonderlijk ook genoemd "partij" en samen de "partijen"

4. De heer X heeft één meerderjarig kind

5. De heer X en mevrouw Y hebben hun fiscale woonplaats sinds meer dan vijf Jaar in het Vlaamse Gewest

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

6. De partijen beschikken elk over negenhonderddertig (930) aandelen van de in totaal duizend achthonderdzestig (1.860) aandelen (hierna genoemd de "aandelen") van de Belgische besloten vennootschap A, opgericht bij onderhandse akte van xx.xx.2007 onder de vorm van een vennootschap onder firma, gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van xx.xx.2007, omgezet naar een besloten vennootschap bij proces-verbaal van buitengewone algemene vergadering verleden op xx.xx.2008 voor notaris […] te […], ingeschreven in de Kruispuntbank der Ondernemingen onder nummer […], met maatschappelijke zetel te […] (hierna genoemd de "vennootschap").

Beide partijen zijn zaakvoerder van de vennootschap en oefenen derhalve een gezamenlijk bestuur uit. Daden van beheer en beschikking met betrekking tot de aandelen worden in gemeen overleg genomen, wat zij wensen te bekrachtigen door het aangaan van een kanscontract onder bijzondere titel, met betrekking tot de hogervermelde goederen.

De partijen kiezen bewust voor dergelijke wederzijdse overeenkomst die hen beiden bindt en bijgevolg niet eenzijdig kan opgezegd worden. Het kanscontract bindt hen bovendien voor onbepaalde duur en vervult zowel de doelstelling van de financiële bescherming van de langstlevende partij, als deze van een gezamenlijk handelen.

Dit doel kan niet bereikt worden met een schenking of testament aangezien deze eenzijdige (en voor wat het testament betreft eenzijdig herroepbare) rechtshandelingen betreffen en bovendien niet beletten dat het kind van de heer X zijn/haar reservatair erfdeel zou opeisen.

7. Het kanscontract zal als volgt luiden:

"OVERWEGENDE DAT:

1. Partijen verklaren bevoegd en bekwaam te zijn tot het stellen van de bij deze overeenkomst vastgestelde rechtshandelingen en niet het voorwerp te zijn van faillissement, collectieve schuldenregeling, aanstelling (voorlopige) bewindvoerder of andere maatregelen die een onbekwaamheid of onbevoegdheid in het leven kunnen roepen of een bijstand noodzakelijk zouden maken.

2. Partijen verklaren dat de overeenkomst betrekking heeft op de hierna vermelde roerende goederen die aan ieder van de partijen toebehoren in volle eigendom. Zij verklaren dat deze goederen op hun eigen naam ingeschreven staan in het aandeelhoudersregister (bijlage 1) en dat zij elk evenveel aandelen in dit kanscontract betrekken, waardoor hun inleg gelijkwaardig is

a. 930 aandelen van de Belgische besloten vennootschap A, opgericht bij onderhandse akte van xx.xx.2007 onder de vorm van een vennootschap onder firma, gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van xx.xx.2007, ingeschreven in de Kru1spuntbank der Ondernemingen onder nummer […], met maatschappelijke zetel te […] (hierna genoemd "A"), ingeschreven op naam van de heer X;

b. 930 aandelen A, ingeschreven op naam van mevrouw Y.

3. Partijen verklaren hun overlevingskansen op het ogenblik van het ondertekenen van deze overeenkomst gelijkaardig in te schatten zij achten dus de kans gelijkaardig om de langstlevende te zijn en om de eigendom van de goederen van de eerstoverledene, die het voorwerp van deze overeenkomst uitmaken, te verkrijgen

Uit de medische attesten:

a de dato xx.xx.2024, na een medisch onderzoek, opgemaakt door dokter […] te […]voor wat betreft de heer X, voornoemd,

b. de dato xx.xx.2024, na een medisch onderzoek, opgemaakt door dokter […] te […] voor wat betreft mevrouw Y, voornoemd;

blijkt dat partijen in goede gezondheid verkeren, van welke attesten een kopie aan deze overeenkomst wordt toegevoegd (bijlage 2).

4. Iedere partij wenst zo goed mogelijk te voorzien in het verderzetten van de vennootschap voor het geval dat de andere partij eerst komt te overlijden. Partijen verklaren dat zij wensen dat de goederen waarop dit kanscontract betrekking heeft, toekomen aan de langstlevende onder hen. Door middel van dit kanscontract beoogt iedere partij een optimalisatie van zijn/haar eigen vermogenstoestand voor het geval dat de andere partij als eerste overlijdt. Partijen sluiten dit kanscontract aldus met de bedoeling om voor zichzelf een vermogensvoordeel te verkrijgen bij het vooroverlijden van de andere (animo speculandi).

IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT

Gelet op voormelde overwegingen, verklaren partijen overeengekomen te zijn hetgeen volgt:

Artikel 1. Voorwerp van het kanscontract

Partijen verklaren dat de overeenkomst betrekking heeft op de voormelde goederen (supra sub 2) die aan de partijen toebehoren zoals vermeld.

- De heer X, voornoemd, verklaart dat het voorwerp van het kanscontract betrekking heeft op zijn aandelen A vermeid supra sub 2 a

- Mevrouw Y, voornoemd, verklaart dat het voorwerp van het kanscontract betrekking heeft op haar aandelen A vermeld supra sub 2.b

Artikel 2. Rechtskeuze

Op grond van artikel 3,1 van Rome 1 Verordening (VO (EG) nr. 593/2008 van 17 juni 2008) verklaren partijen rechtskeuze te doen voor het Belgische recht zij verklaren dat uitsluitend het Belgische recht van toepassing is, zowel op de inhoud als op de vorm van deze overeenkomst.

Artikel 3. Optioneel kanscontract

Deze overeenkomst is wederkerig toegestaan en aanvaard onder bezwarende titel en met name ten titel van kanscontract.

Partijen komen uitdrukkelijk overeen, ten titel van kanscontract, dat bij het overlijden van de eerste van de partijen, het aandeel van de eerstoverledene in het hiervoor genoemde voorwerp in volle eigendom zal overgaan op de langstlevende, voor zover de langstlevende daarvoor opteert.

De optie dient uitgeoefend te worden uiterlijk binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf het ogenblik van de kennisgeving van het aangetekend schrijven waarbij de langstlevende der partijen wordt aangemaand door de algemene erfopvolgers van de eerstoverledene der partijen omtrent de uitoefening van de optie. De poststempel van de aangetekende brief geldt als datum van kennisgeving.

De verklaring dient te gebeuren in een notariële akte of in een bij een notaris neergelegde onderhandse overeenkomst In deze verklaring kan de langstlevende der partijen er eveneens voor opteren om het kanscontract te beperken tot de blote eigendom of het vruchtgebruik van de goederen van de eerstoverledene der partijen, of van een deel van de volle of blote eigendom of vruchtgebruik van deze goederen, voor zover deze goederen het voorwerp uitmaken van dit kanscontract. Bij ontstentenis van keuze binnen de voormelde termijn krijgt de aangroei uitwerking voor de volle eigendom en voor de totaliteit. De vermelding hierna van "volle eigendom" dekt alle voorgaande mogelijkheden.

Aldus draagt de ene partij de "volle eigendom" van voormelde goederen, die hem/haar toebehoren onder bezwarende titel, over aan de andere partij, onder opschortende voorwaarde van zijn/haar vooroverlijden, voor zover de andere partij hiervoor opteert. Als tegenprestatie voor deze overdracht verkrijgt degene die afstaat een gelijke kans om het aandeel van de andere in voornoemd voorwerp in "volle eigendom" te verwerven, indien hij/zij langst leeft en voor zover hij/zij hiervoor opteert.

Deze verkrijging onder bezwarende titel zal zich beperken tot de goederen die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken en die de eerstoverledene op het ogenblik van zijn/haar overlijden bezit.

De verkrijging op grond van dit kanscontract zal gebeuren ten voordele van de overlevende voor het aandeel van de eerstoverledene in voornoemd voorwerp op datum van het overlijden van de eerstsoverledene, op voorwaarde dat de langstlevende hiervoor opteert.

Aangezien het hier een kanscontract betreft zal de langstlevende van partijen, die het aandeel van de eerstoverledene in het voorwerp ingevolge deze overeenkomst verwerft, aan de erfgenamen of rechtsopvolgers van de eerstoverledene geen vergoeding verschuldigd z1in uit hoofde van deze overeenkomst.

De partijen verklaren uitdrukkelijk dat zij de financiële gelijkwaardigheid van dit contract, gelet op hun gelijke overlevingskansen en inleg onderkennen en dit op het ogenblik van heden, zijnde het tijdstip van het afsluiten van het kanscontract.

Artikel 4. Vervreemdingsverbod

Om de uitvoering van deze overeenkomst te verzekeren verbinden partijen zich ertoe om op geen enkele wijze over het voorschreven voorwerp (geheel noch gedeeltelijk) te beschikken en dit noch onder kosteloze titel, noch onder bezwarende titel, zonder het akkoord van de andere partij en dit tot zolang deze overeenkomst uitwerking heeft. Het akkoord van beide partijen is derhalve vereist voor alle verrichtingen met betrekking tot de goederen die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst

Partijen ontzeggen zich het recht elkaar wederzijdse volmachten toe te staan, met uitzondering voor het geval één van de partijen wilsonbekwaam wordt.

Artikel 5. Zaakvervanging

De gezamenlijke beslissing om het voorwerp van deze overeenkomst, geheel of ten dele, te besteden of te beleggen in andere roerende of onroerende goederen impliceert de wil van de partijen om het kanscontract uit te breiden tot deze nieuw verkregen goederen.

De wijzigingen (met akkoord van beide partijen) in de samenstelling van het voorwerp van deze overeenkomst door verwerving van nieuwe roerende of onroerende goederen zoals hierboven vermeld, door zaakvervanging, belegging en wederbelegging, heeft geen weerslag op deze overeenkomst. Derhalve zal dit kanscontract zich niet enkel uitstrekken tot het voorwerp van deze overeenkomst, maar tevens tot alle goederen die in de plaats ervan zullen komen door middel van zaakvervanging, belegging of wederbelegging.

De principes van zaakvervanging, belegging of wederbelegging zijn van toepassing op alle goederen waarop dit kanscontract betrekking heeft. Wanneer vruchten mee begrepen zijn in het voorwerp van het kanscontract (zie artikel 6), dan zijn de principes van zaakvervanging, belegging en wederbelegging hierop eveneens van toepassing.

Partijen verklaren te weten dat indien zij op het ogenblik van hun overlijden hun fiscale woonplaats in het Vlaams gewest hebben of indien hun fiscale woonplaats in de periode van vijf jaar voorafgaand aan het overlijden in verschillende gewesten maar het langst in het Vlaams gewest gevestigd was, de Vlaamse fiscale regelgeving van toepassing is op hun nalatenschap. Zij verklaren te weten dat ingevolge het standpunt nr 17044 (laatste wijziging gepubliceerd op 11 mei 2023) van de Vlaamse belastingadminstratie (Vlabel) het beding van aanwas (en ook het kanscontract, zie hierna) zich slechts uitstrekt tot de goederen die door zaakvervanging werden verkregen indien kan worden aangetoond welk vervangend goed dat de waarde van het oorspronkelijke goed vertegenwoordigt in de plaats is gekomen van dat oorspronkelijke goed. Partijen verbinden zich ertoe om in geval van zaakvervanging, belegging of wederbelegging van het voorwerp van deze overeenkomst al het nodige te doen voor de traceerbaarheid van het voorwerp van deze overeenkomst.. Vlabel bevestigt in voornoemd standpunt dat dezelfde fiscale regeling gevolgd kan worden met betrekking tot het kanscontract (onder bezwarende en bijzondere titel).

Artikel 6. Vruchten (intresten, dividenden en dergelijke)

De partijen komen overeen dat de vruchten (intresten, dividenden, etc.) die het voorwerp van deze overeenkomst voorbrengt, in voorkomend geval na aftrek van de kosten (beheerskosten, roerende voorheffingen en dergelijke zullen herbelegd worden, en dus zullen vallen onder het kanscontract, behoudens de gezamenlijke beslissing van de partijen om ze te laten uitkeren, aan elk van de partijen voor de helft.

Het voorgaande geldt ook voor de meerwaarde van het voorwerp van de overeenkomst.

Artikel 7. Retroactiviteit van opschortende en ontbindende voorwaarden en termijnen

Alle opschortende en ontbindende voorwaarden en termijnen in deze overeenkomst hebben terugwerkende kracht, in afwijking van het gemeen verbintenissenrecht.

Artikel 8. Duurtijd

Partijen verklaren dat deze overeenkomst is gesloten voor onbepaalde duur, doch met de doelstelling om bij overlijden van de eerste der partijen aan de langstlevende der partijen de zeggenschap en het eigendomsrecht over de aandelen te waarborgen. Bijgevolg kan deze overeenkomst alleen in onderlinge overeenstemming beëindigd worden, met dien verstande dat zij op elk ogenblik gezamenlijk deze overeenkomst kunnen wijzigen of het einde van deze overeenkomst kunnen laten vaststellen, bij onderhandse of notariële akte.

Partijen verklaren dat de ratio van deze overeenkomst bestaat uit het behoud van de zeggenschap en het eigendomsrecht over de aandelen door de langstlevende bij het overlijden van de eerste der partijen.

Artikel 9. Rechtsgeldigheid van de bepalingen

Indien één of meerdere bepalingen van deze overeenkomst (rechts)geldigheid of effect op grond van het toepasselijk recht zouden ontberen, dan tast dit niet de (rechts)geldigheid of het effect van de andere bepalingen aan.

Daarnaast verbinden de partijen zich er toe de bepalingen van deze overeenkomst welke (rechts)geldigheid of effect op grond van het toepasselijk recht zouden ontberen te goeder trouw te vervangen door één of meer bepalingen die een gelijksoortig effect hebben.

Artikel 10. Toegelaten erfovereenkomst

Partijen verklaren te weten dat deze overeenkomst een overeenkomst onder bijzondere en onder bezwarende titel uitmaakt, waarop de wettelijke bepalingen voor de vorm en voor de publiciteit van erfovereenkomsten niet van toepassing zijn.

Artikel 11. Bemiddeling en arbitrage

De partijen komen overeen om ingeval van betwisting deze overeenkomst te onderwerpen aan de bemiddeling en zo nodig aan de principes van de arbitrage.

Artikel 12. Slotbepaling

Partijen verklaren afdoende geïnformeerd te zijn aangaande hun rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit deze overeenkomst die hen op een onpartijdige wijze geadviseerd werd."

III. Motivering van de aanvraag

8.A. Principe

Het kanscontract is aangegaan onder bezwarende titel en wordt afgesloten tussen twee contractanten met betrekking tot één of meerdere goederen.

Een kanscontract heeft een wederkerig karakter. Beide contractanten zullen gezamenlijk tot een besluitvorming moeten komen teneinde hun rechten van beheer en beschikking uit te oefenen. Een wijziging, noch opzegging kan bijgevolg eenzijdig geschieden.

Als compensatie van deze beperking aan hun beheers- en beschikkingsbevoegdheid die de partijen zich vrijwillig opleggen, bekomt elke contractant onder opschortende voorwaarde het recht op het aandeel van de medecontractant in zijn aanspraken op het goed waar het kanscontract op gevestigd wordt zo deze komt te overlijden. Het zich al dan niet voordoen van de aanwas is verbonden aan de toekomstige onzekere gebeurtenis van het tijdstip van (voor)overlijden van een contractant De onzekerheid van tijdstip en identiteit van de eerstoverleden contractant maakt dat beide partijen eenzelfde kans hebben op de aanwas van een vermogensbestanddeel.

8.B. Een evenwichtig kanscontract

Het kanscontract betreft een contract onder bezwarende titel, wat verklaard wordt door het gegeven dat beide partijen een gelijke kans hebben om eigendomsaanspraken op het gehele goed te verkrijgen door de aanwas in volle eigendom van het aandeel van de overleden contractant. Deze gelijkheid van kansen wordt beoordeeld op het moment van het sluiten van de overeenkomst.

De kwalif1catie “kanscontract” tussen partijen wordt aangetoond door de gelijke overlevingskans, een gezamenlijk optreden in de vorm van een strikt vervreemdingsverbod en de afwezigheid van een einddatum Het bezwarende karakter sluit de taxatie in de erf- of registratiebelasting in hoofde van de artikelen 2.7.1.0.3, 3°, art. 2.7.1.0.5, art 2.8.1.0.1 jo 2.8.4.1.1, §2 VCF al dan niet in combinatie met art. 3.17.0.0.2 VCF uit. Wij verwijzen dienaangaande naar de beslissingen door u genomen die naar analogie van toepassing zijn op het kanscontract.[1]

8.C. Met betrekking tot artikel 1130 BW en artikel 1100/1 e.v. nieuw BW

Het kanscontract betreft een kanscontract onder bezwarende titel onder de opschortende voorwaarde van vooroverlijden van een contractant en onder bijzondere titel. Het is derhalve geen verboden erfovereenkomst.

8.D. In casu

Het kanscontract dat de heer X en mevrouw Y wensen af te sluiten, kwalificeert als een kanscontract onder bezwarende titel. Het bezwarende karakter wordt ondersteund door de volgende feitelijke gegevens, waaruit blijkt dat de partijen een evenwaardig kanscontract voor ogen hebben en animo speculandi wensen te handelen.

  • Een gelijke overlevingskans bij het afsluiten van de overeenkomst, wat aangetoond wordt door de gelijkaardige leeftijd, in casu 60 jaar voor de heer X en 46 jaar voor mevrouw Y en eenzelfde goede gezondheidstoestand, wat aangetoond wordt door een medisch attest;
  • Het leeftijdsverschil van 14 jaar kwalificeert onder de vigerende rechtspraak [2] als een kansengelijkheid aangezien deze moet beoordeeld worden in de feiten en niet enkel mag gesteund worden op een objectieve leeftijd;
  • De financiële gelijkwaardigheid: de partijen z1Jn elk volle eigenaar van evenveel aandelen van de vennootschap. De aandelen worden bovendien samen beheerd;
  • Het kanscontract bevat een strikt vervreemdingsverbod. Het is de partijen niet toegestaan eenzijdig het contract stop te zetten, te wijzigen, de goederen in pand te geven, te vervreemden etc. Aanvullend, ter versterking van dit vervreemdingsverbod, hebben de partijen zich het verbod opgelegd om wederzijdse volmachten toe te staan. Elke daad van beheer of beschikking die gesteld wordt, zal met andere woorden de expliciete en persoonlijke handeling van elk der partijen noodzaken;
  • Het kanscontract wordt aangegaan voor onbepaalde duur. De afwezigheid van einddatum leidt ertoe dat het beding slechts kan opgeheven worden mits wederzijds akkoord van de contractanten.

Al deze elementen in acht genomen, dient men te concluderen dat het kanscontract dat de heer X en mevrouw Y voornemens zijn af te sluiten, kwalificeert als een evenwichtig kanscontract onder bezwarende titel en ten gevolge hiervan art. 2.7.1.0.3, 3°, art. 2.7.1.0.5 en art 2.8.1.0.1 jo 2.8.4.1.1, §2 VCF al dan niet in combinatie met art 3.17.0.0.2 VCF geen toepassing kunnen vinden.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

10. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.

11. De Vlaamse Belastingdienst doet geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerrechtelijk vlak.

12. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:

  • Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:

Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”;

  • Artikel 2.8.4.1.1, §2, VCF dat luidt als volgt:

Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt :

1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;

2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.

Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”;

  • Artikel 2.7.1.0.3, 3°, VCF dat luidt als volgt:

Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd :

3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.

Het eerste lid, 3°, is niet van toepassing bij de realisatie van een beding van terugval die de erflater heeft bedongen in het voordeel van een derde voor een vruchtgebruik dat de erflater zich heeft voorbehouden.”;

  • Artikel 2.7.1.0.5 VCF dat luidt als volgt:

§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de drie jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.

Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.

§ 2. De termijn van drie jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3.

De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”.

  • Artikel 3.17.0.0.2 VCF dat luidt als volgt:

Aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer die entiteit door vermoedens of door andere bewijsmiddelen, vermeld in artikel 3.17.0.0.1, en aan de hand van objectieve omstandigheden aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik.

Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige door middel van de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt :
1° hetzij een verrichting waarbij hij zichzelf in strijd met de doelstellingen van een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;
2° hetzij een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel, voorzien door een bepaling van deze codex of de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

Het komt aan de belastingplichtige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van de belasting. Als de belastingplichtige het tegenbewijs niet levert, dan wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van deze codex onderworpen alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.

13. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

14. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.

15. In casu gaat het om de beoordeling van een kanscontract aangezien het slaat op de eigen goederen van de partijen, in casu de in de overeenkomst vermelde roerende goederen.

In het geval dat het om een kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) gaat kan dezelfde fiscale regeling gevolgd worden als bij een beding van aanwas.

16. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.

Het contract is in casu onder bijzondere titel aangezien het contract betrekking heeft op de roerende goederen (aandelen) die specifiek in de overeenkomst worden omschreven.

17. De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt dat de zakelijke subrogatie speelt als die conventioneel is voorzien of die plaatsheeft uit kracht van de wet, overeenkomstig artikel 3.10 BW.

18. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.

19. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract, etc...

20. De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het contract. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het contract blijkt dat bij het afsluiten van het contract niet aan deze voorwaarde was voldaan.

21. Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat er in casu sprake is van een gelijkaardige levensverwachting. De partijen hebben respectievelijk een leeftijd van 60 jaar en 46 jaar. Zij verklaren beiden in dezelfde goede gezondheidstoestand te verkeren wat wordt gestaafd met de voorlegging van medische attesten.

22. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).

23. Uit de gegevens vermeld in het kanscontract blijkt dat de inleg van de aanvragers gelijkwaardig is. De aandelen behoren de partijen voor een gelijk deel toe.

24. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing en haar bijlage kan worden besloten dat het in casu om een kanscontract gaat en er bijgevolg noch erfbelasting, noch schenkbelasting geheven zal worden in toepassing van de artikelen 2.7.1.0.3, 3° VCF, 2.7.1.0.5 VCF, 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1, §2, VCF.

25. Een optioneel beding van aanwas is een beding onder opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van één van de partijen en van het lichten van de optie door de langstlevende van de partijen (cf. Hof van Cassatie 24 maart 2017, F.16.0067.N). Een beding onder opschortende voorwaarde heeft, als het is opgesteld na 1 januari 2023, bij vervulling van de voorwaarde uitwerking voor de toekomst (art. 5.147 van het Burgerlijk Wetboek). Het roerend goed dat het voorwerp uitmaakt van het optioneel beding van aanwas waarbij de optie wordt gelicht na het overlijden is bijgevolg onderworpen aan de erfbelasting bij gebrek aan terugwerkende kracht van het optioneel beding van aanwas.

Indien het kanscontract evenwel voorziet in een terugwerking tot op het ogenblik van overlijden van de eerststervende zal er bij dit overlijden geen erfbelasting, geheven worden in toepassing van de artikelen 2.7.1.0.3 VCF en 2.7.1.0.5 VCF. In casu is dat het geval.

26. Indien de rechtshandelingen worden gesteld vanaf 1 juni 2012 kunnen ze afgetoetst worden aan de anti-misbruikbepalingen. Het contract maakt in casu geen fiscaal misbruik in de zin van art. 3.17.0.0.2 VCF aangezien er ook niet-fiscale motieven aan het contract ten grondslag liggen, tenzij uit de feiten blijkt dat de kansen uiteindelijk niet gelijkwaardig waren omdat één van de partijen kort na het sluiten van het contract niet onverwacht is komen te overlijden.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de schenk – en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen. Deze beslissing spreekt zich bovendien niet uit over de mogelijke toepassing van niet door de aanvrager opgeworpen artikelen van de VCF.

Voetnoten

[1] Voorafg besl nr 16009 dd 21 03 2016, “Beding van aanwas tussen echtgenoten”, publ 08 04 2016, voorafg besl nr 17025 dd 04 09 2017, “Beding van aanwas”, publ 05 09 2016, voorafg besl nr 17030 dd 02 10 2017, “Beding van aanwas”, publ 12 10 2017, zie ook tussen broers en tussen broer en zus voorafg besl nr 16035 dd 24 08 2016, “Beding van aanwas roerende goederen tussen twee broers”, publ 19 09 2016, voorafg besl nr 16041 dd 05 09 2016, “Aanwasbeding tussen samenwonende broer en zus”, publ 24 10 2016

[2] Antwerpen 10 februari 1988, T Not 1989, 320, Rb Turnhout 7 Januari 2005, RAGB 2006, nr 6, 60, noot D MICHIELS