Taalgebruik in het bedrijfsleven
In het bedrijfsleven wordt het taalgebruik geregeld om werknemers te beschermen. Zo zijn er regels voor het taalgebruik in sociale betrekkingen tussen de werkgever en zijn werknemers en ook wettelijk voorgeschreven documenten.
In het bedrijfsleven wordt het taalgebruik geregeld voor:
de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers;
het opstellen van de wettelijk of reglementair voorgeschreven documenten van ondernemingen.
Er gelden verschillende regels in het homogeen Nederlandse taalgebied, de Vlaamse faciliteitengemeenten en Brussel-Hoofdstad. De ligging van de exploitatiezetel bepaalt welke regelgeving van toepassing is.
De exploitatiezetel is volgens de rechtspraak iedere vestiging of centrum van activiteit met enige standvastigheid waaraan de werknemer gehecht is en waar de sociale contacten tussen de werkgever en de werknemer in principe plaatsvinden. Doorgaans ontvangt de werknemer de opdrachten, instructies en mededelingen in de exploitatiezetel. Het is doorgaans ook de plaats waar de werknemer zich tot de werkgever kan richten.
Homogeen Nederlandse taalgebied
Het decreet van 19 juli 1973(opent in nieuw venster) tot regeling van het gebruik van de talen voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers, alsmede van de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen is van toepassing op natuurlijke personen en rechtspersonen met een exploitatiezetel in het homogeen Nederlandse taalgebied.
Dit decreet, ook wel eens het ‘Septemberdecreet’ of het ‘Vlaams Taaldecreet’ genoemd, legt het gebruik van het Nederlands op voor:
de wettelijk voorgeschreven documenten van ondernemingen, zoals de wettelijk verplichte onderdelen van een factuur;
de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers, zoals de mondelinge instructies van de werkgever aan een werknemer;
alle documenten voor het personeel, zoals de loonfiches en schriftelijke berichten voor het personeel.
Vlaamse faciliteitengemeenten
Artikel 52 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken(opent in nieuw venster) (Bestuurstaalwet of SWT) is van toepassing op private nijverheids-, handels- of financiebedrijven met een exploitatiezetel of onderscheiden exploitatiezetels in de Vlaamse faciliteitengemeenten. Ook voor de toepassing van art. 52 van de Bestuurstaalwet(opent in nieuw venster) is niet de maatschappelijke zetel, maar wel de exploitatiezetel het relevante criterium.
Dit zijn de basisregels voor de private nijverheids-, handels- en financiebedrijven met een exploitatiezetel in een Vlaamse faciliteitengemeente:
- Wettelijk voorgeschreven documenten en reglementen die niet bestemd zijn voor het personeel, zoals de statuten van een privaat handelsbedrijf of de verplichte onderdelen van een factuur, moeten ze in het Nederlands opstellen.
- Documenten voor het personeel, zoals de loonfiches, moeten ze in het Nederlands schrijven.
De werkgever mag eventueel een vertaling in 1 of meerdere talen toevoegen aan de originele documenten als dat door de personeelssamenstelling te verantwoorden is.
Brussel-Hoofdstad
Artikel 52 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966(opent in nieuw venster) op het gebruik van de talen in bestuurszaken (Bestuurstaalwet of SWT) is van toepassing op private nijverheids-, handels- of financiebedrijven met een exploitatiezetel in Brussel-Hoofdstad. Voor de toepassing van dit artikel is niet de maatschappelijke zetel, maar wel de exploitatiezetel het relevante criterium.
Een privaat handelsbedrijf met exploitatiezetels in Gent en in Brussel, valt voor de Brusselse exploitatiezetel onder de toepassing van art. 52 van de Bestuurstaalwet(opent in nieuw venster).
Dit zijn de basisregels voor de private nijverheids-, handels- en financiebedrijven met een exploitatiezetel in Brussel-Hoofdstad:
- Wettelijk voorgeschreven documenten en reglementen die niet bestemd zijn voor het personeel, zoals bijvoorbeeld de statuten van een privaat handelsbedrijf of de verplichte onderdelen van een factuur, moeten in het Nederlands of het Frans opgesteld worden, naar keuze van het bedrijf. Volgens bepaalde rechtsleer kunnen de bedrijven ervoor kiezen om bepaalde documenten tweetalig op te stellen.
- Documenten voor het personeel, zoals bijvoorbeeld loonfiches, moeten ze naargelang de taal van de werknemer in het Nederlands of in het Frans schrijven. Tweetalige loonfiches zijn bijvoorbeeld onwettig.
De werkgever mag eventueel een vertaling in 1 of meerdere talen toevoegen aan de originele documenten als dat door de personeelssamenstelling te verantwoorden is.
Toezicht, controle en sancties
Het toezicht en de controle van het taalgebruik in het bedrijfsleven gebeurt:
- in alle taalgebieden: door de hoven en rechtbanken, zoals de arbeidsrechtbank;
- in het homogeen Nederlandse taalgebied: door de Vlaamse Sociale Inspectie;
- in de Vlaamse faciliteitengemeenten: door de Vaste Commissie voor Taaltoezicht(opent in nieuw venster) (VCT) en door de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant(opent in nieuw venster);
- in Brussel-Hoofdstad: door de Vaste Commissie voor Taaltoezicht(opent in nieuw venster) (VCT).