Zinsbouw - Moeilijke constructies
Niet alleen de woordkeuze maar ook de zinsbouw speelt een grote rol in klare taal. Een veelvoorkomend probleem zijn ingewikkelde zinnen. Als u te veel informatie in één zin wilt stoppen, wordt een zin al vlug te lang en te ingewikkeld. De lezers moeten dan veel meer moeite doen om hem te begrijpen. In het slechtste geval moeten ze de zin verschillende keren horen of lezen om er vat op te krijgen.
Hieronder vindt u tips waarmee u zinsconstructies kunt vermijden die gemakkelijk tot ingewikkelde of moeilijk leesbare zinnen leiden. U kunt het probleem oplossen door de zin op te splitsen in kortere zinnen, door zinsdelen te verplaatsen of door de zin anders te formuleren.
Tangconstructies
Maak tangconstructies niet overspannen.
Zinnen bevatten een tangconstructie als woorden die grammaticaal bij elkaar horen van elkaar gescheiden worden door andere woorden. Zulke constructies zijn heel gewoon in het Nederlands. Zo vormen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord één geheel, bijvoorbeeld het formulier, maar dat geheel kunt u scheiden door tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord een of meer woorden toe te voegen, bijvoorbeeld een bijvoeglijk naamwoord (het lange formulier).
Een tangconstructie wordt overspannen als de twee grijpers van de tang te ver uit elkaar staan. De lezers raken de draad dan vlugger kwijt. Dat is bijvoorbeeld het geval in de formulering het in januari door de verzekeringsagent ingevulde en ondertekende formulier.
Tangconstructies komen op allerlei manieren voor in Nederlandse zinnen. Hieronder staan verschillende gevallen waarbij de tangconstructie overspannen is. De twee grijpers van de tang zijn in de voorbeelden telkens gecursiveerd. U kunt de tangconstructie minder zwaar maken door de twee grijpers van de tang dichter bij elkaar te brengen. Als de zin erg lang is, kunt u de tang gemakkelijk wegwerken door de zin te splitsen.
Onderbroken zinsstructuur
Onderbreek de zinsstructuur zo weinig mogelijk met aanvullende informatie.
Als u zinnen onderbreekt door er allerlei aanvullende informatie in te stoppen, krijgt u hetzelfde effect als bij overspannen tangconstructies. De toehoorder, gesprekspartner of lezer moet meer moeite doen om de hoofdlijn van de zin te kunnen volgen. U kunt aanvullende informatie daarom beter zo kort mogelijk houden, of vooraan of achteraan in de zin zetten zodat die het geheel niet onderbreekt. U kunt er ook een aparte zin van maken. In de onderstaande voorbeelden is de aanvullende informatie gecursiveerd.
Zinnen met een lange aanloop
Gebruik geen zinnen met een lange aanloop.
Een zin met een lange aanloop is een lange zin waarin de kern van de informatie helemaal achteraan staat. Door een lange aanloop stelt u de aandacht van uw lezer extra op de proef omdat het te lang duurt voordat hij bij de kern komt.
Voorzetselketens
Gebruik geen voorzetselketens.
Een voorzetselketen is een lange opeenvolging van bepalingen die telkens met een voorzetsel (van, voor) of een voorzetseluitdrukking (in verband met, met betrekking tot) beginnen. Voorzetselketens leiden tot een opeenstapeling van naamwoorden, waardoor de formulering omslachtig en minder duidelijk wordt.
U kunt voorzetselketens vermijden door de informatie over verschillende zinnen te verdelen. Voorzetseluitdrukkingen kunt u het best vervangen door gewone voorzetsels.
Voorzetselketens hebben ook het nadeel dat ze gemakkelijk tot formuleringen met nominaliseringen leiden.