Zelfstandige naamwoorden - 1. Spelling van bezitsvormen (bezits-s, apostrof, genitief)
Regel 1 - Hoofdregel
HOOFDREGEL: Schrijf de bezits-s aan het grondwoord vast.
Regel 1.1 - Eindigt op s of sisklank
UITZONDERING: Laat de bezits-s weg en schrijf een apostrof als het grondwoord op een s of in de uitspraak op een sisklank eindigt.
Regel 1.2 - Eindigt op lange klinker met één teken
UITZONDERING: Schrijf een apostrof vóór de bezits-s als de combinatie zonder apostrof tot een verkeerde uitspraak zou leiden.
Dat is het geval als het woord eindigt op een lange klinker die met één teken wordt geschreven (a, e, i, o, u of y).
Regel 1.3 - Initiaalwoorden, cijfers en letters
UITZONDERING: Schrijf een apostrof vóór de bezits-s bij initiaalwoorden en bij combinaties met losse cijfers, losse letters of bijzondere tekens.
Schrijf ook een apostrof vóór de bezits-s bij letterwoorden die met een of meer hoofdletters worden geschreven.
De bovenstaande regels gelden ook voor de -s in combinaties van bijvoeglijke naamwoorden en iets, niets, wat, veel, weinig of wat voor: iets goeds, niets extra’s, iets cosy’s. Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een s of op een of meer medeklinkers die als een sisklank worden uitgesproken, wordt er niets toegevoegd: iets vies, niets Belgisch, iets complex, iets Jiddisj.