Gedaan met laden. U bevindt zich op: Verzurende emissies Milieu en natuur

Verzurende emissies

Gepubliceerd op 7 mei 2024 • Volgende update: mei 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Verzurende emissie tussen 2005 en 2022 gedaald met 53%

Tussen 2005 en 2022 daalde de in het Vlaamse Gewest van 11.263 tot 5.242 miljoen zuurequivalenten. Dat komt overeen met een daling van 53%. Het gaat om de som van de uitstoot van 3 verzurende stoffen: zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3). Die som wordt uitgedrukt in zuurequivalenten, waarbij het zuurvormende vermogen van elke stof in rekening wordt gebracht.

De daling van de potentieel verzurende emissie tussen 2005 en 2022 is voor een groot deel te danken aan een aanzienlijke daling van de SO2-emissies (-82%). De NOx- en NH3-emissies daalden in dezelfde periode met respectievelijk 54% en 16%.

In 2022 droegen NH3 (45%) en NOx (44%) het meeste bij aan de verzurende emissie. Het aandeel van SO2 was veel beperkter (12%).

Landbouw belangrijkste bron van verzurende emissie

De landbouw was in 2022 de belangrijkste bron van potentieel verzurende emissie (48%), gevolgd door transport (26%), industrie (14%) en energie (8%).

De grootste afname tussen 2005 en 2022 was er in de sector energie (-80%). Ook de sector industrie kende een belangrijke daling (-55%). Beide sectoren stoten vooral NOx en SO2 uit en de afname was vooral een gevolg van emissiereducerende maatregelen.

Ook in de sector transport was er een aanzienlijke afname (-62%). Hier gaat het vooral om de afname van de uitstoot van NOx door strengere emissienormen.

De landbouw, met vooral uitstoot van NH3, noteerde een afname met 20% tussen 2005 en 2022. De uitstoot door de landbouw daalde licht tot 2008 voornamelijk door de daling van de veestapel, de verhoogde voederefficiëntie, de emissiearme aanwending van dierlijke mest en de bouw van emissiearme stallen. Daarna bleef de uitstoot min of meer stabiel om vanaf 2014 weer licht te dalen.