In 2023 leefde 3,4% van de inwoners in het Vlaamse Gewest in . Dat komt overeen met ongeveer 220.000 personen. Het gaat om personen die een aantal basisitems en sociale activiteiten moeten missen of niet kunnen doen omwille van financiële redenen.
De materiële en sociale deprivatie-indicator werd uitgewerkt in het kader van de opvolging van de Europa 2030-strategie en verschilt van de materiële deprivatie-indicator die vroeger werd gebruikt bij de opvolging van de Europa 2020-strategie. In de EU2030-indicator werd de indicator uitgebreid met een aantal sociale activiteiten. Voor de meest recente jaren kon zowel de nieuwe EU2030-indicator als de vroeger gebruikte EU2020-indicator worden berekend. Daaruit blijkt dat de percentages bij de EU2030-indicator duidelijk hoger liggen dan bij de EU2020-indicator.
De EU-SILC-enquête waarop deze cijfers gebaseerd zijn, werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren. Wel kan gesteld worden dat de ernstige materiële deprivatie berekend volgens de EU2020-indicator in de meest recente jaren lager ligt dan in de periode 2012-2015.