Bron
Rijksregister en Statbel, bewerking Statistiek Vlaanderen
Eurostat
Definities
Huishouden: de afbakening van een huishouden is gebaseerd op het ingeschreven zijn op eenzelfde hoofdverblijfplaats in het Rijksregister. De cijfers betreffen de wettelijke situatie, deze kan afwijken van de feitelijke situatie. Zo wonen sommige jongeren bijvoorbeeld alleen of ongehuwd samen, maar blijven ze officieel bij de ouders gedomicilieerd.
Private en collectieve huishoudens: huishoudens worden opgedeeld in private en collectieve huishoudens. Collectieve huishoudens zijn: religieuze gemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- en werkliedenhuizen, ziekenhuizen en gevangenissen (bepaling Statbel). Alle huishoudens die niet collectief zijn, zijn private huishoudens.
Referentiepersoon van het huishouden: de persoon die het huishouden vertegenwoordigt bij de contacten met de overheid (bepaling Statbel). De aanduiding van een referentiepersoon binnen het huishouden is noodzakelijk om de positie (verwantschapsband) van elk lid binnen het huishouden tegenover deze referentiepersoon te situeren.
7 types van private huishoudens worden onderscheiden:
- eenpersoonshuishouden (alleenwonende van 15 jaar of ouder);
- gehuwd paar zonder inwonende kinderen (+ eventueel inwonende andere personen);
- gehuwd paar met inwonend€ kind(eren) (+ eventueel inwonende andere personen);
- ongehuwd paar zonder inwonende kinderen (+ eventueel inwonende andere personen);
- ongehuwd paar met inwonend€ kind(eren) (+ eventueel inwonende andere personen);
- eenoudergezin (+ eventueel inwonende andere personen);
- overig huishoudtype: Alle huishoudens die niet zijn opgenomen in de voorgaande types zoals samenwonende broers/zussen, samenwonende vrienden, …
Kinderen van een paar of van een alleenstaande ouder zijn eigen kinderen, stiefkinderen, geadopteerde kinderen en pleegkinderen. In de indeling naar type huishouden wordt geen rekening gehouden met de leeftijd van de inwonend€ kinderen of met het feit dat een inwonend kind eventueel zelf een partner en/of eigen kinderen heeft.
Partners die ongehuwd samenwonen kunnen wettelijk samenwonen of feitelijk samenwonen. Wettelijke samenwoningen worden genoteerd in het Rijksregister. Partners die feitelijk ongehuwd samenwonen worden in het Rijksregister niet als dusdanig gecodeerd.
Alle beslissingsregels om de types van huishoudens te definiëren zijn uitvoerig beschreven in een Technisch rapport (Lodewijckx & Deboosere, 2008).
Sommige huishoudens bestaan uit het kerngezin (paar met of zonder inwonende kinderen; alleenstaande ouder met inwonende kinderen) met nog andere inwonende personen zoals (schoon)ouders van de referentiepersoon, schoonkinderen, kleinkinderen, andere familieleden en niet-verwanten.
Relatie tussen huishoudtype en positie van de leden binnen het huishouden
Huishoudtype | Positie binnen huishouden |
Alleenwonende | Alleenwonende |
Gehuwd paar zonder inwonende kinderen | - Gehuwde partner zonder inwonende kinderen - Inwonende andere persoon |
Gehuwd paar met inwonende kind(eren) | - Gehuwde partner met inwonende kind(eren) - Kind bij een gehuwd paar - Inwonende andere persoon |
Ongehuwd* samenwonend paar zonder inwonende kinderen
| - Niet-gehuwd samenwonende partner zonder inwonende kinderen - Inwonende andere persoon |
Ongehuwd* samenwonend paar met inwonende kind(eren)
| - Niet-gehuwd samenwonende partner met inwonende kind(eren) - Kind bij een ongehuwd samenwonend paar - Inwonende andere persoon |
Eenoudergezin
| - Alleenstaande ouder - Kind bij een alleenstaande ouder - Inwonende andere persoon |
Ander type huishouden | - Lid van ander type huishouden |
Collectief huishouden | - Bewoner collectief huishouden |
*Strikt genomen niet-gehuwd (met burgerlijke staat ongehuwd, gescheiden of verweduwd).
Opmerkingen bij de kwaliteit
De bron Statbel publiceert statistische reeksen over de wettelijke bevolking. Die steunt op het Rijkregister van de natuurlijke personen en geeft de stand van de bevolking weer op 1 januari van het kalenderjaar, zoals – mits bijkomende controles door Statbel – kan worden afgeleid uit de inschrijvingen in het bevolkingsregister (Belgen en buitenlanders die gemachtigd zijn tot vestiging in België) en het vreemdelingenregister (buitenlanders die toegelaten of gemachtigd zijn tot een verblijf van meer dan 3 maanden in België voor bepaalde of onbepaalde duur). Bepaalde categorieën buitenlanders (bijvoorbeeld diplomatiek en consulair personeel) zijn vrijgesteld van inschrijving in de bevolkingsregisters. In sommige gevallen kunnen zij op eigen vraag wel ingeschreven worden. Enkel in dat geval worden zij meegerekend in de bevolkingscijfers.
Het gaat om de huishoudens van de wettelijke bevolking. Dit is de bevolking zoals geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand van de gemeenten. Het is de som van het bevolkingsregister (Belgen wonend in een Belgische gemeente en vreemdelingen met een permanente verblijfsvergunning), het vreemdelingenregister (vreemdelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning), het register van ambtenaren van de Europese Unie en het register van geprivilegieerde vreemdelingen van de NATO of van SHAPE.
Asielzoekers (verzoekers om internationale bescherming) die ingeschreven zijn in het wachtregister horen niet bij de wettelijke bevolking en zijn dus niet meegeteld in deze cijfers. Belgen in het buitenland (ingeschreven in de consulaire registers van de diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland) en ambassadepersoneel worden eveneens niet meegeteld in de wettelijke bevolking.
De wettelijke bevolking kan bijgevolg verschillen van de feitelijke bevolking. Hiertoe behoren zowel personen die ingeschreven zijn in het wachtregister alsook personen die niet bij de gemeente zijn aangegeven.
Sinds 2015 verwerkt en publiceert Statbel zelf de gegevens inzake de types huishouden. Het ongehuwde of gehuwde karakter van samenwonende partners/ouders wordt afgeleid uit de aanwezigheid van respectievelijk een niet-verwant(e) of een echtgeno(o)t(e) in het huishouden en niet uit de burgerlijke staat van de betrokkenen. Zo kunnen er gehuwden zijn die ongehuwd samenwonen met een andere partner. Het voorbije decennium zijn er steeds meer inwoners met een ongekende burgerlijke staat. Dit betreft vooral inwoners die niet de Belgische nationaliteit of herkomst hebben. Zolang zij hun burgerlijke staat niet hebben aangetoond door het voorleggen van de nodige documenten hebben zij een ongekende burgerlijke staat en worden zij door Statbel toegevoegd aan de groep ongehuwden. Zo had in 2019 30% van de ongehuwd samenwonende partners met een niet-Belgische nationaliteit een ongekende burgerlijke staat tegenover 0,15% bij de ongehuwd samenwonenden met de Belgische nationaliteit. Het (nog) niet hebben voorgelegd van de nodige bewijzen van de burgerlijke staat verhoogt dus het aandeel ongehuwd samenwonende partners/ouders bij de groep met een niet-Belgische nationaliteit of herkomst. De stijging doorheen de tijd van het aantal kinderen bij ongehuwde ouders heeft deels te maken met de toename van kinderen van buitenlandse nationaliteit of herkomst wiens ouders (nog) niet de nodige documenten hebben voorgelegd om hun huwelijk aan te tonen.
De Europese vergelijking is gebaseerd op EU-SILC, de methode daarvan kan variëren tussen landen en ook leiden tot grotere jaarlijkse verschillen, bv. door steekproeffluctuaties.
Referenties
Rijksregister: Website(opent in nieuw venster)
Statbel: Bevolking(opent in nieuw venster)
Eurostat: EU-SILC-survey(opent in nieuw venster)