Subsidiëring doorverhuuractiviteit van sociale woningen
Overzicht en voorwaarden
De subsidiëring van de doorverhuuractiviteiten van sociale woningen door de woonmaatschappij wordt geregeld in artikel 4.160/8 van de BVCW en bestaat uit:
- een basissubsidie die afhankelijk is van vaste aantallen ingehuurde woningen
- een aanvullende subsidie voor elke extra woning bovenop die vaste aantallen
- een groeisubsidie voor het aantal nieuwe inhuurnames in het lopende werkingsjaar
- een VIA-subsidie
Om één of meerdere van deze subsidies te kunnen ontvangen moet de WM voldoen aan voorwaarden.
Wat bij geconventioneerde woningen?
Daarnaast kan een woonmaatschappij ook geconventioneerde woningen realiseren en/of (door)verhuren.
- Als een woonmaatschappij een geconventioneerde woning inhuurt van een private initiatiefnemer, dan onderhandelt ze met de eigenaar over de te betalen huurprijs. Hierbij zoekt ze een evenwicht tussen een haalbare huurprijs en een marktconform rendement voor de eigenaar. De woonmaatschappij ontvangt voor deze geconventioneerde woningen geen subsidie.
- Als een woonmaatschappij zelf geconventioneerde woningen realiseert, dan kan ze een subsidie krijgen van 30% van de markthuurprijs van de woning, die ze voor een deel moet doorrekenen als een korting op de huurprijs van de kandidaat-huurder.
Hier vindt u meer informatie over geconventioneerde verhuur.
Woningtelling telkens op 1 november
U bezorgt jaarlijks ten laatste op 15 november aan Wonen in Vlaanderen een overzichtstabel van de ingehuurde woningen op 1 november.
Deze woningtelling gebruikt Wonen in Vlaanderen als basis voor de subsidieberekening. Concreet vormt de telling op 1 november de basis om de groeisubsidie voor dat lopende werkingsjaar en de subsidie voor het volgende werkingsjaar te berekenen.
U leest hieronder welke woningen (niet) meetellen en hoe u het sjabloon van de woningtelling (beschikbaar op een afgeschermde pagina) invult.
De basissubsidie-enveloppe
Om de basissubsidie te ontvangen moet de WM een aanvraag indien bij Wonen In Vlaanderen. De minister beslist binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van een volledig aanvraagdossier én de verzending van een ontvangstmelding.
Tot en met 2026 is er een overgangsregeling van toepassing (zie artikel 4.160/8, §3 BVCW). De overgangsregeling bestaat er in dat de subsidies voor de werkingsjaren 2024, 2025 en 2026 gelijk zijn aan de subsidie van het werkingsjaar 2023. De bedragen worden desgevallend wel geïndexeerd en kunnen verhoogd worden met een aanvullende subsidie en een groeisubsidie per woning als het woningaantal van ingehuurde en subsidiabele woningen is toegenomen. Tijdens deze ‘bevriezingsperiode’ is het niet nodig om een aanvraag in te dienen voor een verlenging van de basissubsidie.
De aanvraag van de woonmaatschappij voor de verlenging van de basissubsidie-enveloppe moet in orde zijn tegen werkingsjaar 2026, rekening houdende met de behandelingstermijnen door het agentschap zoals voorzien in artikel 4.160/5 van het BVCW.
Er is een afwijkende regeling voor kleine maatschappijen die tijdens de overgangsperiode toch de grens van 50 woningen bereiken. Deze maatschappijen kunnen de voor hen interessantere basissubsidie aanvragen.
De aanvullende subsidie-enveloppe
Woonmaatschappijen die een basissubsidie ontvangen, kunnen ook een aanvraag doen voor aanvullende subsidie. Die wordt toegekend vanaf de 51ste, de 101ste of de 201ste woning die een woonmaatschappij in huur heeft op 1 november.
Tot en met 2026 is er een overgangsregeling van toepassing. De overgangsregeling bestaat er in dat de subsidies voor de werkingsjaren 2024, 2025 en 2026 gelijk zijn aan de subsidie van het werkingsjaar 2023, eventueel aangevuld met een aanvullende subsidie per woning als het woningaantal van ingehuurde en subsidiabele woningen is toegenomen ten opzichte van de woningtelling in het voorbije jaar.
Hiervoor moet uw woonmaatschappij uiterlijk op 15 november de nodige gegevens aanleveren aan Wonen in Vlaanderen, volgens het sjabloon dat Wonen in Vlaanderen u bezorgt.
De groeisubsidie
De minister kent jaarlijks een groeisubsidie toe aan een WM die aantoont dat het in het afgelopen werkingsjaar een groter aantal gesubsidieerde woningen in huur heeft. Of het woningpatrimonium is toegenomen in vergelijking met het voorbije jaar, blijkt uit de rapportering van de woningtelling op 1 november. Gesubsidieerde woningen waarvan de huurovereenkomsten in de loop van het werkingsjaar tussen woonmaatschappijen worden overgedragen vanwege een wijziging in het werkingsgebied, komen niet in aanmerking voor de berekening van de groeisubsidie.
De VIA-subsidie
De vroegere VIA4-, VIA5 en VIA6-budgetten worden verdergezet binnen de woonmaatschappijen (zie artikel 4.160/8, §1, vijfde lid). De totale VIA-enveloppe bedraagt 1.136.949,20 euro (in prijzen van 2024 is dat 1.334.968,63 euro) en wordt jaarlijks verdeeld onder de woonmaatschappijen pro rata van het aantal gesubsidieerde woningen in het werkingsgebied op 1 november 2022.
De subsidiebedragen
De subsidiebedragen worden bepaald in artikel 4.160/8, §1 van het BVCW. Dit zijn de niet-geïndexeerde bedragen. Wanneer de spilindex overschreden wordt, dan worden de subsidiebedragen 2 maanden later aangepast en zal u van Wonen in Vlaanderen een verhoogd subsidiebedrag toegekend krijgen.
| Bedrag BVR | Bedrag vanaf 1 juni 2024 na overschrijding spilindex april 2024 |
basissubsidie/jaar 50 t.e.m. 99 | 121.127,86 | 144.784,42 |
aanvullende sub./w vanaf 51 | 1.586,32 | 1.896,13 |
basissubsidie/jaar 100 tot 199 | 216.818,78 | 259.164,00 |
aanvullende sub./w vanaf 101 | 1.586,32 | 1.896,13 |
basissubsidie/jaar 200 tot X | 385.000,76 | 460.192,32 |
aanvullende sub./w vanaf 201 | 1.586,32 | 1.896,13 |
aanvullende sub./w vanaf 251 | 1.637,49 | 1.957,33 |
groeisubsidie/woning | 1.586,32 | 1.896,13 |
aanvullende subsidie/woning in overgangsperiode 2024 t.e.m. 2026 | 1.611,91 | 1.926,72 |
VIA-enveloppe | 1.136.949,20 | 1.358.998,07 |
Uitbetalingsritme
Basis- en aanvullende subsidie
De vroegere SVK-subsidie werd uitbetaald in 4 schijven. Vanaf werkingsjaar 2024 zal Wonen in Vlaanderen in januari al onmiddellijk 90% van de basis- en aanvullende subsidie uitbetalen. Het resterende saldo van 10% volgt dan na de subsidieverantwoording in het volgende kalenderjaar.
Groeisubsidie
De groeisubsidie wordt toegekend en volledig uitbetaald in de maand december, op basis van de jaarlijkse telling van het woningpatrimonium op 1 november.
VIA-subsidie
De VIA-subsidie wordt toegekend en volledig uitbetaald in het eerste kwartaal.
Subsidie-verantwoording
Woonmaatschappijen moeten jaarlijks de toegekende subsidie verantwoorden met kosten. Artikel 4.160/8 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen (=BVCW) bepaalt dat de subsidie voor de sociale doorverhuringsactiviteit besteed kan worden aan de volgende kostensoorten:
- Personeelskosten
- Kosten die verbonden zijn aan frictieleegstand
- Waardeverminderingen omdat huurvorderingen oninbaar worden
- Werkingskosten, beperkt tot 30% van de totale subsidie-enveloppe.
Wanneer de subsidie niet volledig verantwoord kan worden met kosten, dan wordt deze deels teruggevorderd.
Uitzondering groeisubsidie
Er is een uitzondering voorzien op deze regel voor de groeisubsidie, omdat de kosten verbonden aan de groei van het patrimonium niet noodzakelijk in het jaar van de groei zelf al op kruissnelheid zijn. Daarom kan het niet-aangewende gedeelte van de groeisubsidie eenmalig worden overgedragen naar het volgende werkingsjaar. We verduidelijken dit met een voorbeeld.
Voorbeeld
2023 (X) | 2024 (X+1) | |
Subsidie (op basis van het aantal woningen 1/11/X-1 | 100 | 115 |
Groeisubsidie (voor de toename van woningen tussen 1/11/X-1 en 1/11/X) | 15 | 12 |
Overgedragen groeisubsidie | 10 | |
Totale subsidie-enveloppe | 115 | 137 |
Aanvaarde kosten in het jaar X | 105 | Scenario 1: 105 |
In 2023 krijgt de woonmaatschappij een subsidie van 100 euro, berekend op basis van het woningaantal op 1 november 2022. In december 2023 krijgt de woonmaatschappij een groeisubsidie toegekend van 15 euro. Deze groeisubsidie is berekend op basis van het aantal woningen tussen 1 november 2022 en 1 november 2023. De totale subsidie-enveloppe bedraagt dus 115 euro. Als de woonmaatschappij voor werkingsjaar 2023 meer dan 115 euro kosten kan aantonen, wordt er geen groeisubsidie overgedragen naar 2024. Maar stel dat de woonmaatschappij voor 2023 slechts 105 euro subsidiabele kosten kan aantonen? In dat geval wordt van de groeisubsidie van 15 euro, 10 euro overgedragen naar 2024.
In 2024 heeft het de woonmaatschappij een totale subsidie-enveloppe van 137 K euro ter beschikking, als volgt samengesteld:
- 115 euro basis- en aanvullende subsidie, berekend op basis van het woningaantal op 1/11/2023;
- 12 euro groeisubsidie (op basis van de toename van het aantal woningen tussen 1 november 2023 en 1 november 2024);
- 10 euro groeisubsidie overgedragen uit 2023.
Er zijn 4 mogelijke scenario’s voor de afrekening van werkingsjaar 2024:
- De woonmaatschappij kan voor 2024 105 euro subsidiabele kosten aantonen. Dat is niet voldoende om de basissubsidie, aanvullende subsidie en saldo van de groeisubsidie te verantwoorden. Er wordt in dat geval 20 euro teruggevorderd (10 euro van de basis- en aanvullende subsidie en 10 euro van de overgedragen groeisubsidie). De nieuwe groeisubsidie van 12 euro wordt overgedragen naar 2025.
- De woonmaatschappij kan voor 2024 120 euro subsidiabele kosten aantonen. Dat is voldoende om de basis- en aanvullende subsidie van 115 euro te verantwoorden en een deel van de overgedragen groeisubsidie. Er wordt 5 euro teruggevorderd bij de woonmaatschappij en de nieuwe groeisubsidie van 12 euro wordt overgedragen naar 2025.
- De woonmaatschappij kan voor 2024 130 euro subsidiabele kosten aantonen. Dat is voldoende om de basis- en aanvullende subsidie van 115 euro, het saldo van de overgedragen groeisubsidie van 10 euro en een deel van de nieuwe groeisubsidie te verantwoorden. Er wordt 7 euro van de nieuwe groeisubsidie overgedragen naar 2025.
- De woonmaatschappij kan voor 2024 140 euro subsidiabele kosten aantonen. Dat is voldoende om de volledige subsidie-enveloppe te verantwoorden. Er wordt geen saldo overgedragen naar 2025.