Er zijn ook subsidies of leningen die niet rechtstreeks verbonden zijn aan investeringen in sociale woonprojecten (woningbouw, renovatie of infrastructuuraanleg). U vindt hieronder de mogelijkheden.
Beheersvergoeding
Als extern verzelfstandigd agentschap en als financieel intermediair, kreeg de VMSW (en haar voorgangers) in het verleden geen dotatie van Vlaanderen. De financiering van de VMSW werd geregeld via vergoedingen die sociale woonactoren bijdroegen, nl. een som van percentages van:
- de (theoretische) huurinkomst (en een apart deel voor SVK’s),
- de omzet van verkopen en
- de bedragen die via FS3 werden geïnvesteerd
Parallel daarmee werd ook al een ‘marge’ toegepast: een percentage dat op elke vervaldag van FS3-leningen wordt aangerekend op het openstaand kapitaal. Dat jaarpercentage bedroeg in 2022 0,25% (of ‘25 basispunten’), vroeger (tot 2019) was dat 0,30%. De bedragen die al via de marge werden afgerekend, werden het jaar erop in mindering gebracht van de vergoeding op huurinkomst. Sinds het invoeren van dit systeem is het volume aan uitstaande FS3-leningen (dat toen werd opgestart) uiteraard toegenomen, waarmee ook het aandeel van de marge in het geheel toenam.
Twee samenlopende ingrepen hebben in 2023 geleid tot een sterke vereenvoudiging van deze werking: de fusie van VMSW met Wonen in Vlaanderen en de evolutie naar Woonmaatschappijen.
De werking en lonen worden voortaan betaald vanuit Wonen in Vlaanderen. Maar om budgetneutraliteit te kunnen waarborgen blijft de entiteit VMSW wel inkomsten genereren binnen de begroting van Wonen. Daarvoor wordt een vergoeding voorzien die specifiek betrekking heeft op de financiële dienstverlening, wat immers de unieke taak wordt van de overblijvende entiteit VMSW binnen het geheel. Met name de al aangerekende marge zal daarvoor blijvend worden ingezet, alle overige componenten uit de vroegere berekeningswijze zijn geschrapt.
Dit maakt het systeem uiteraard een pak eenvoudiger. Zo’n vereenvoudiging was mede mogelijk dankzij de creatie van de Woonmaatschappijen: de samenvoeging van activiteiten rond klassieke sociale verhuring, SVK-verhuring en sociale koop, neemt de noodzaak weg om de vergoeding heel expliciet op die verscheidene activiteiten toe te spitsen.