Afdeling 2. Overgangsbepalingen
Deze afdeling omvat enerzijds artikelen die het behoud van bestaande overgangsbepalingen waarborgen, en anderzijds voorschriften die de gevolgen regelen van de plaatselijke uitvoering, op lopende procedures, termijnen of periodes. Die laatste bepalingen sluiten in grote lijnen aan bij het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. De strekking ervan is dat de spelregels voor lopende procedures, lopende termijnen of lopende periodes niet met terugwerkende kracht gewijzigd worden, tenzij een hogere rechtsregel (dan dit besluit) dat oplegt.
Overgangsbepalingen zijn bedoeld voor de toekomst. Ze regelen de wijze waarop de overgang van een bestaande toestand naar de nieuwe wettelijke of reglementaire toestand die op een bepaalde datum verloopt. De overgangsbepalingen kunnen geen toestanden regelen die aan de datum waarop die nieuwe wettelijke of reglementaire bepalingen in werking treden, voorafgaan.
In beginsel is het niet vereist dat overgangsbepalingen worden uitgewerkt. Dit zal wel het geval zijn als:
- er een verschil in behandeling ontstaat tussen de personeelsleden waarvoor geen redelijke verantwoording kan worden gegeven (schending gelijkheidsbeginsel, art. 10 en 11 van de Grondwet);
- de rechtmatige verwachtingen van de personeelsleden of van een categorie van personeel worden miskend zonder dat een dwingende reden van algemeen belang aanwezig is (schending vertrouwensbeginsel).