De lokale besturen ontvangen een compensatie om de oversijpelingseffecten van het VIA6-akkoord op te vangen als ze zowel VIA als niet-VIA personeel tewerkstellen.
Personeelsleden van erkende publieke VIA-diensten werken binnen een lokaal bestuur in eenzelfde organisatie en dikwijls zelfs in hetzelfde kantoor, departement of dienst als de personeelsleden die niet tot een VIA-dienst behoren. De toekenning van koopkrachtvoordelen aan VIA-personeelsleden naar aanleiding van een VIA-akkoord leidt daarom ook tot de vraag naar een analoog koopkrachtvoordeel voor de niet-VIA personeelsleden van een lokaal bestuur. Het compensatiebedrag wordt verdeeld over de lokale besturen waar sprake is van een oversijpelingseffect omdat ze zowel VIA als niet-VIA personeel tewerkstellen.
Daarnaast kende de Vlaamse Regering, in uitvoering van het VIA6-akkoord, in 2021 en 2022 ook koopkracht- en kwaliteitsmiddelen toe aan de lokale besturen voor de personeelsleden werkzaam in de publieke socio-culturele sector.
Zowel de compensatiemiddelen als de koopkracht- en kwaliteitsmiddelen, alsook de verdelingswijze, werden verankerd in het decreet van 9 december 2022 over de toekenning van diverse subsidies aan lokale besturen als vermeld in het VIA6-akkoord.
Op 9 juni 2021 bereikten de Vlaamse Regering en de sociale partners een sectoraal akkoord(PDF bestand opent in nieuw venster) waarin werd afgesproken dat de personeelsleden werkzaam in de publieke socio-culturele sector vanaf 2023 niet langer de VIA-akkoorden volgen en zoals het andere niet-VIA-personeel bij de lokale besturen alleen onder het toepassingsgebied van de sectorale akkoorden voor het personeel van de lokale en provinciale besturen vallen. De subsidies die de besturen voor die personeelsleden krijgen op basis van de VIA6-akkoorden en de vorige VIA-akkoorden, lopen wel verder door. Concreet betekent dit dat de publieke socio-culturele personeelsleden vanaf 2023 uit de VIA-doelgroep worden gelicht en ook niet-VIA-personeelsleden worden. Daardoor worden hun koopkracht- en kwaliteitsmiddelen vanaf 2023 toegevoegd aan de compensatiemiddelen.
Berekeningswijze
De compensatiemiddelen worden verdeeld over de lokale besturen waar sprake is van een oversijpelingseffect doordat er zowel VIA- als niet-VIA-personeel wordt tewerkgesteld. Die verdeling gebeurt volgens het decreet van 9 december 2022 als volgt:
- op basis van het aantal VTE per lokaal bestuur dat onder het toepassingsgebied van de sectorale akkoorden voor het personeel van de lokale en provinciale besturen valt, met uitzondering van het VIA-personeel;
- op geconsolideerd niveau per lokaal bestuur en op voorwaarde dat er sprake is van een oversijpelingseffect als het bestuur minstens 1 VTE VIA-personeel en minstens 1 VTE niet-VIA-personeel tewerkstelt;
- met een begrenzing op geconsolideerd niveau per lokaal bestuur van het aantal VTE niet-VIA-personeel tot het aantal VTE VIA-personeel dat onder datzelfde lokaal bestuur valt.
Voor het aantal VTE worden de meest recente gegevens uit de DmfA-aangifte bij de RSZ op 30 augustus van het lopende jaar in aanmerking genomen.
Het is dus belangrijk dat de besturen de VIA-deelcodes jaarlijks correct invullen in hun DmfA-aangifte bij de RSZ. Lees meer over hoe je de VIA-deelcodes correct invult.
De Vlaamse Regering stelt jaarlijks het subsidiebedrag vast. Voor 2023 bedraagt het compensatiebedrag 43,760 miljoen euro.
Boeking
- AR: 7401/4 Andere algemene werkingssubsidies
- BV: 0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
- ESC: 300 Vlaamse overheid
Datum van uitbetaling
Bekijk de betaalkalender om te weten wanneer deze subsidie wordt uitbetaald.
Bedragen
Bekijk het overzicht van de definitieve en geraamde ontvangsten uit alle algemene financieringssubsidies, per lokaal bestuur en per financieringsstroom.