Wetgevingstechnische dienstverlening Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken
Ondersteuning en advies
Je kunt bij het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken terecht voor de volgende wetgevingstechnische ondersteuning bij het opstellen van regelgeving:
- Het verplichte wetgevingstechnisch (en taalkundig) advies bij nieuwe regelgeving.
- Andere vragen over regelgeving:
- algemene vragen over de legistieke aanwijzingen en de formele beginselen van behoorlijke regelgeving buiten de verplichte advisering
- ad-hoc-oplossingen voor problemen met de legistieke aanwijzingen in een welbepaald regelgevingsproject.
- Een databank met adviezen van de afdeling Wetgeving van de Raad van State.
Andere taken
Het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken heeft een algemene coördinerende en centrale controlerende rol binnen de Vlaamse overheid op het vlak van wetgevingstechniek. Het departement heeft als doel om:
- de wetgevingstechnische kwaliteit van de Vlaamse regelgeving te garanderen om :
- zo bij te dragen tot de algemene kwaliteit, helderheid en juridisch-technische correctheid van de Vlaamse regelgeving;
- zo bij te dragen aan een zo vlot mogelijke redactie van de regelgeving door in standaardformules te voorzien als dat mogelijk is
- wetgevingstechnisch uniforme en coherente regelgeving te garanderen over de verschillende beleidsdomeinen heen.
Om die doelen te bereiken, neemt het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken (naast de advisering (zie hierboven)) onder andere de volgende initiatieven:
- Uitwerken en verspreiden van uniforme formuleringen en algemeen toepasbare wetgevingstechnische richtlijnen voor de opmaak van alle Vlaamse regelgeving (zie onder andere de legistieke en taalkundige aanwijzingen).
- Bijdragen leveren vanuit het wetgevingstechnisch perspectief aan projecten in verband met het beleid over de Vlaamse regelgeving in het algemeen.
- Opleidingssessies over de wetgevingstechniek geven.
Bijkomende info: Inhoud wetgevingstechnische regels en formele beginselen van behoorlijke regelgeving
Wetgevingstechniek bestaat uit de twee volgende elementen:
De juridisch technische regels omvatten zowel inhoudelijke als formele regels.
De inhoudelijke regels handelen bijvoorbeeld over de vraag wat in een normerende tekst kan en moet worden geregeld of welk soort tekst moet worden opgesteld (een decreet of een besluit), terwijl de formele voorschriften bepalen hoe een tekst vormelijk moet opgesteld worden.
Het zijn algemeen toepasbare juridische regels, normen en formuleringen die verplicht gebruikt en toegepast moeten worden om de (Vlaamse) regelgeving juridisch-technisch inhoudelijk correct op te stellen en vorm te geven. Die normen en regels zijn van toepassing op alle regelgeving, ongeacht het onderwerp of de strekking ervan.
Beginselen van behoorlijke regelgeving zijn de elementaire eisen waaraan elke normering, ongeacht het onderwerp of de strekking ervan, moet voldoen om rechtvaardige en kwaliteitsvolle regelgeving tot stand te brengen.
De formele beginselen van behoorlijke regelgeving houden voornamelijk verband met de systematiek, de kenbaarheid en de rechtszekerheid van de regelgeving.
Welke zijn de formele beginselen? In de omzendbrief Wetgevingstechniek en op deze pagina’s worden de volgende formele beginselen van behoorlijke regelgeving besproken:
a) Het beginsel van regelgeving op het juiste niveau
Dit beginsel houdt zich voornamelijk bezig met de vraag welk orgaan voor welke materie een bevoegdheid heeft en of die bevoegdheid kan worden gedelegeerd.
- Zie punt 125, punt 126 en punt 127 omzendbrief Wetgevingstechniek voor de elementen van dit beginsel die geregeld zijn in de omzendbrief
- Zie “Regelgeving op het juiste niveau” voor alle verdere info
- Zie ook databank adviezen Raad van State voor enkele concrete toepassingen.
b) Het beginsel van de normatieve draagwijdte
Dit beginsel houdt in dat regelgeving alleen uit normatieve bepalingen mag bestaan (zie punt 119, punt 122, punt 123 en punt 124 omzendbrief Wetgevingstechniek)
- Zie ook databank adviezen Raad van State voor enkele concrete toepassingen
c) Het beginsel van kenbaarheid
Dit beginsel houdt voornamelijk in dat een regel moet kunnen worden gekend door iedereen voor wie hij van belang kan zijn (zie o.a. punt 137, 5°, omzendbrief Wetgevingstechniek) en dat enkel kan worden verwezen naar andere regelgeving onder bepaalde voorwaarden
- Zie ook databank adviezen Raad van State voor enkele concrete toepassingen
d) Het beginsel van de duidelijke regelgeving & de formele rechtszekerheid
Dit beginsel houdt voornamelijk in dat een regeling duidelijk, leesbaar, begrijpbaar en juridisch-technisch rechtszeker moet zijn (zie bijvoorbeeld punt 96 en volgende Omzendbrief Wetgevingstechniek)
- Zie ook databank adviezen Raad van State voor enkele concrete toepassingen
- Zie ‘De taalkundige aanwijzingen’