1° Als in de te wijzigen tekst nog geen onderdelen van een opsomming of geen paragrafen, artikelen of indelingsniveaus zijn ingevoegd of toegevoegd, geeft u de onderdelen van de opsomming, de paragrafen, de artikelen of de indelingsniveaus die nieuw ingevoegd of toegevoegd worden, het nummer van het onderdeel van de opsomming, van de paragraaf, van het artikel of van het indelingsniveau dat eraan voorafgaat in de te wijzigen tekst, gevolgd door een schuine streep en een aanvullend nummer in Arabische cijfers.
Hieronder vindt u een aantal voorbeelden.
- Werk tussen punt 1° en punt 2° eerst met “1°/1” en vervolgens met “1°/2”, “1°/3” enzovoort.
- Werk tussen paragraaf 1 en paragraaf 2 eerst met “§1/1” en vervolgens met “§1/2”,”§1/3” enzovoort.
- Werk tussen artikel 2 en artikel 3 eerst met “ 2/1” en vervolgens met “Art. 2/2”, “Art. 2/3” enzovoort.
- Werk tussen artikel 2/1 en artikel 2/2 eerst met “ 2/1/1” en vervolgens met “Art. 2/1/2” en “Art. 2/1/3” enzovoort.
- Werk tussen hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 eerst met “Hoofdstuk 3/1” en vervolgens met “Hoofdstuk 3/2”, “Hoofdstuk 3/3” enzovoort, en werk tussen afdeling 1 en afdeling 2 eerst met “Afdeling 1/1” en vervolgens met “Afdeling 1/2”, “Afdeling 1/3” enzovoort.
2° Als in de te wijzigen tekst al onderdelen van een opsomming of paragrafen, artikelen of indelingsniveaus zijn ingevoegd of toegevoegd, nummer dan de onderdelen van de opsomming, de paragrafen, de artikelen of de indelingsniveaus die nieuw moeten worden ingevoegd of toegevoegd, op dezelfde manier als bij de vorige invoegingen of toevoegingen, zodat de tekst een homogeen geheel blijft.
Daarvoor wordt in bestaande wetgeving nog vaak een Latijnse nummering gebruikt. Daarbij krijgen de onderdelen van de opsomming, de paragrafen, de artikelen of de indelingsniveaus die zijn ingevoegd of toegevoegd, het nummer van de voorgaande paragraaf, het voorgaande artikel of de voorgaande indeling in de gewijzigde tekst, onmiddellijk gevolgd door een voluit geschreven Latijns telwoord, namelijk bis (tweemaal), ter (driemaal) enzovoort:
Hieronder vindt u een aantal voorbeelden.
- Werk na een punt 1°bis eerst met “1°ter” en vervolgens met “1°quater”, “1°quinquies” enzovoort.
- Werk na §2bis eerst met “§2ter” en vervolgens met “§2quater”, “§2quinquies” enzovoort.
- Werk na artikel 10bis eerst met een “ 10ter” en vervolgens met een “Art. 10quater”, “Art. 10quinquies” enzovoort.
- Werk tussen artikel 12 en artikel 13 met “ 12bis”.
- Werk na hoofdstuk 10bis eerst met een “Hoofdstuk 10ter”, en vervolgens met een “Hoofdstuk 10quater”, “Hoofdstuk 10quinquies” enzovoort.
- Werk tussen hoofdstuk 12bis en hoofdstuk 13 eerst met “Hoofdstuk 12ter”, en werk tussen afdeling 2bis en afdeling 3 eerst met “Afdeling 2ter”, enzovoort.
3° Werk toch volgens de methode, vermeld in punt 1°, als u een nieuwe paragraaf, een nieuw artikel of een nieuwe indeling wilt invoegen tussen twee ingevoegde onderdelen van een opsomming of tussen paragrafen, artikelen of indelingsniveaus met een Latijnse nummering.
Hieronder vindt u een aantal voorbeelden.
- Als er tussen punt 1°bis en 1°ter een nieuw onderdeel van de opsomming moet komen, werkt u niet met “1°bisbis” of “1°bis1”, maar met “1°bis/1”, “1°bis/2” enzovoort.
- Als er tussen §1bis en §1ter een nieuwe paragraaf moet komen, werkt u niet met “§1bisbis” of “§1bis1”, maar met “§1bis/1”, “§1bis/2” enzovoort.
- Als er tussen een artikel 101bis en een artikel 101ter een nieuw artikel moet komen, werkt u niet met “ 101bisbis” of “Art. 101bis1”, maar met “Art. 101bis/1”, “Art. 101bis/2” enzovoort.
- Als er tussen hoofdstuk Ibis en Iter een nieuw hoofdstuk moet komen, werkt u niet met “Hoofdstuk Ibisbis” of “Hoofdstuk Ibis1”, maar met “Hoofdstuk Ibis/1”, “Hoofdstuk Ibis/2”, “Hoofdstuk Ibis/3”, en als er tussen afdeling Ibis en Iter een nieuwe afdeling moet komen, werkt u niet met “Afdeling Ibisbis” of “Afdeling Ibis1”, maar met “Afdeling Ibis/1”, “Afdeling Ibis/2”, “Afdeling Ibis/3” enzovoort.
4° Vernummer nooit artikelen of andere indelingen in het dispositief, tenzij u een coördinatie of codificatie opmaakt.