Gedaan met laden. U bevindt zich op: Wijzigingen Methodiek EPC NR Documenten voor de energiedeskundige type D

Wijzigingen Methodiek EPC NR

In de loop van 2024 werden een aantal wijzigingen aan de methodiek uitgewerkt, die hebben geleid tot een nieuwe versie van het Inspectieprotocol en Formulestructuur. Om u snel een beeld te geven, worden hieronder de voornaamste wijzigingen opgelijst. 

Wijzigingen met betrekking tot het energielabel

Uitbreiding scope

Momenteel is het toegelaten om gebouweenheden samen te voegen in één opdracht om een gezamenlijk label te bepalen, wanneer die eenheden zich op eenzelfde ‘eigen site’ bevinden. Wanneer er echter een openbare weg door een bedrijventerrein of een grote campus loopt, kan het geheel niet meer als één eigen site beschouwd worden, terwijl dat eigenlijk niet logisch is. Daarom werd de definitie uitgebreid, zodat je ook gebouweenheden op verschillende aangrenzende sites kan samennemen, als ze gebruik maken van een gemeenschappelijke nutsmeter en/of gemeenschappelijke installatie voor de productie van hernieuwbare energie.

Ook wanneer gebouweenheden op eenzelfde site een verschillende eigenaar hebben, mogen deze samengenomen worden in één opdracht, als al de eigenaars zich hier via een volmacht akkoord mee verklaren.

Directe lijn

Productie van hernieuwbare energie buiten de site, bv. een PV-installatie op een ander perceel, mag vanaf nu ook ingerekend worden als die met een directe lijn verbonden is met de eigen site, ongeacht waar deze productie-installatie zich juist bevindt. Hierbij brengt u alleen de productie in rekening die netto door de scope wordt gebruikt en dus niet (noodzakelijk) de totale productie uit de installatie.

Energiegebruik buiten de scope

Momenteel zegt het inspectieprotocol dat u het energiegebruik van laadpalen en verlichting van een parking mag aftrekken van het energiegebruik van de eenheid, als dat gemeten is. Het leek daardoor beperkt tot exact deze verbruiksposten. Dit is nu veralgemeend naar ‘functies buiten het beschermd volume van de scope’, waarboven de bovenstaande dus gewoon 2 voorbeelden zijn, maar niet-limitatief.

Nauwkeurigheid meters

De nauwkeurigheidsvereisten voor meters worden uitgebreid en verduidelijkt. De bepalingen naar nauwkeurigheid in het inspectieprotocol werden aangepast en zijn nu in lijn met de bepalingen op de EPC-pedia en de presentatie door Ecompany.

Wijzigingen met betrekking tot de energiescore

Installaties

In de methodiek wordt altijd een energiegebruik doorgerekend voor ruimteverwarming, ventilatie en verlichting. Wanneer dergelijke installatie niet aanwezig is, wordt uitgegaan van ‘standaard’ installaties, met slechte energieprestaties.

Dat betekent ook dat slecht presterende installaties in praktijk niet in de software moeten ingevoerd. Het is niet de bedoeling dat u in detail gaat narekenen hoeveel % van de bruikbare vloeroppervlakte verlicht wordt door gloeilampen, en hoeveel % door halogeenlampen. De boodschap hier moet zijn dat ze sowieso vervangen moeten worden door LED.

Dit betekent echter niet dat u louter uit tijdsbesparing mag uitgaan van die standaard-installaties. We zien bij controles vaak dat er helemaal geen installaties voor ruimteverwarming, ventilatie of verlichting zijn ingevoerd. Wanneer er installaties aanwezig zijn die duidelijk beter presteren dan de standaard-installaties moeten deze ingevoerd worden. In het inspectieprotocol was dat echter wat vaag geformuleerd, dit is nu dwingender verwoord.

Warmtetransportmedium

De beschrijving van ‘Warmtetransportmedium water + lucht of koelmiddel + lucht’ in het inspectieprotocol 2024 was niet helemaal correct, dit is rechtgezet.

Bestemmingen

Aan de bestemmingen ‘Sport en recreatie’ wordt nu ook de specifieke functie ‘Keuken’ toegevoegd, zodat dit in lijn ligt met de andere bestemmingen. Dit is nodig om ook voor ‘Sport en recreatie’ een energiebehoefte voor sanitair warm water voor keukens te kunnen inrekenen.

Andere wijzigingen

Beschermd volume

De voorbije maanden heeft het VEKA samen met Digitaal Vlaanderen de definities van het gebouwregister geoptimaliseerd, zodat deze meer objectief en eenduidig vast te stellen zijn, en breed toepasbaar binnen de Vlaamse Overheid.

Eén van de wijzigingen is dat een rechtstreekse doorgang tussen twee delen binnen een gebouw, er vanaf nu altijd voor zorgt dat deze delen sowieso tot één gebouweenheid behoren. Dit zorgt er echter voor dat combinaties van kantoren en industrie (bv. productiehal, magazijn…) in één gebouw, bijna altijd ook één gebouweenheid worden. Wanneer dan minstens 70% van de bruikbare vloeroppervlakte wordt ingenomen door industrie, zou de hele gebouweenheid hoofdbestemming industrie hebben, en dus vrijgesteld zijn van de EPC plicht, hoe groot het kantoorgedeelte ook is.

Om te vermijden dat grote kantoorgedeelten (of andere delen met een niet-residentiële bestemming) toch buiten het toepassingsgebied zouden vallen, is de methode om het beschermde volume te bepalen aangepast. De voorgestelde wijzigingen zorgen ervoor dat aaneengesloten kantoorgedeeltes met een grootte vanaf 250 m², sowieso binnen het toepassingsgebied van het EPC NR vallen, ongeacht de grootte van het industrie gedeelte. Het energiegebruik van het industriegedeelte buiten het beschermd volume wordt dan ook niet verplicht meegenomen in het energielabel.

Wijzigingen in vorige versies