Gedaan met laden. U bevindt zich op: Inhoud van het EPC NR Resultaten vermeld in het EPC NR

Inhoud van het EPC NR

Op deze pagina worden de aparte delen van het certificaat besproken. Hoe het volledige EPC NR eruit ziet, kunt u zien in dit voorbeeld van een energieprestatiecertificaat voor een niet-residentiële eenheid(PDF bestand opent in nieuw venster)

Energielabel (voorblad)

Op het voorblad van het certificaat wordt het gehaalde energielabel aangeduid op een energiebalk. Deze energiebalk verschilt licht van de energiebalk op andere EPC’s:

  • Zoals vermeld is het energielabel bepaald op basis van het aandeel hernieuwbare energie en restwarmte;
  • De blokjes op de labelbalk hebben niet allemaal eenzelfde grootte. De labelstappen zijn dus niet allemaal dezelfde, zie: Onderdelen van het EPC NR (Vlaanderen.be).

Label X of onbepaald?

In sommige gevallen is het energielabel onbepaald (zie hieronder). In dat geval wordt voor het label G nog een grijs blokje toegevoegd aan de labelbalk met label ‘onbepaald’.
In de volgende gevallen is het energielabel ‘onbepaald’:

  • Niet alle minstens verplichte metingen zijn beschikbaar. In dit geval kan er geen veilige inschatting van het energielabel gemaakt worden en is dit onbepaald.
  • Er werd geen gemeten gebruik van hernieuwbare energie of restwarmte ingevoerd. In dit geval is het energielabel in principe steeds G. Geleverde inspanningen om het totaal energiegebruik te verlagen hebben in dit geval geen enkele impact op het label. Dit kan voor onbegrip en onrust zorgen bij die gebouweigenaars die tot op heden vooral inspanningen geleverd hebben op vlak van energie-efficiëntie en niet op de plaatsing en het gebruik van hernieuwbare technologieën en restwarmterecuperatie. Om deze reden wordt momenteel – als een tijdelijke maatregel – het energielabel in dit geval ook als onbepaald getoond. Eenmaal het EPC NR meer ingeburgerd is en er minimale labeleisen komen, zal in dit geval gewoon label G verschijnen.

Een EPC NR met een label X (onbepaald) kan voldoen aan de EPC-verplichting (er moet een EPC zijn) maar niet aan de labelverplichting (een minimaal label moet gehaald worden). In beide gevallen is het aan te raden zo snel mogelijk de oorzaak van het ‘label onbepaald’ te verhelpen en een nieuw certificaat te laten opmaken om zo voldoende zicht te krijgen op het werkelijke label.

Huidige staat van de eenheid (pagina 2)

De tweede bladzijde van het certificaat geeft een overzicht van de huidige staat van de gebouweenheid. U kan hier drie blokken onderscheiden, zoals aangeduid in de figuur hiernaast:

  • Blok 1 met het overzicht van het label en de doelstelling
  • Blok 2 met meer detailinfo over het totale en hernieuwbare energiegebruik en restwarmte
  • Blok 3 met opwekkers die wel of niet aan de langetermijndoelstelling voldoen.

Blok 1: Huidige staat van de eenheid

Hiernaast ziet u een detail van blok 1. Dit geeft het huidige energielabel van de gebouweenheid (= label D in dit voorbeeld) nog eens weer en herhaalt ook de doelstelling (= label A). In de grijze vakken rechts verschijnt extra info:

  • Hoe wordt dit label bepaald?
  • Potentiële kopers of huurders worden doorverwezen naar de energiescore (zie hieronder).

Blok 2: ‘Minder energieverbruik’ en ‘meer hernieuwbare energie’

Blok 2, in detail hiernaast, toont in meer detail hoe tot het energielabel gekomen werd. Aan de linkerzijde ziet u het totale energiegebruik , aan de rechterzijde het hernieuwbare energiegebruik en restwarmtegebruik. De indicator voor de langetermijndoelstelling (= 20%, label D) wordt bepaald als de verhouding tussen beide: (1+0)/5 = 20 %.

Dit onderdeel van het certificaat toont de gebouweigenaar of -gebruiker op welke twee manieren deze het energielabel kan verbeteren.

  1. Verlagen van het totale energiegebruik
    Dit kan door het gebruikersgedrag aan te passen, of door het plaatsen van isolatie, kiezen voor performantere beglazing of door een efficiëntere verlichting in de gebouweenheid te plaatsen. Dit gedeelte, gebaseerd op de ingevoerde gebouweigenschappen (en dus niet op basis van energiemetingen) toont dan ook in detail hoe goed of slecht de prestaties van gebouweenheid zelf zijn. .
  2. Verhogen van het hernieuwbare energiegebruik en/of het restwarmtegebruik
    Het rechtse deel van dit blok geeft weer hoeveel van het totale energiegebruik naar warmte en elektriciteit gaat en welk deel van dit energiegebruik al koolstofneutraal wordt ingevuld. Via deze informatie kan de gebouweigenaar of -gebruiker beter inschatten op welk onderdeel hij best kan inzetten. In het voorbeeld hiernaast bestaat 51 % van het totale energiegebruik uit elektriciteit en 49% uit warmte. Vergroenen van elektriciteit en warmte zal dus een gelijkaardig gewicht hebben in het energielabel. Vermoedelijk is het in dit project wel eenvoudiger een deel van de warmtevraag te vergroenen, aangezien al een aanzienlijk deel elektriciteit hernieuwbaar wordt opgewekt.

Blok 3: Installaties

Blok 3, tenslotte toont de aanwezige opwekkers voor restwarmterecuperatie, hernieuwbare en niet- hernieuwbare warmte en elektriciteit op de site. Deze hebben zowel een invloed op het totale energiegebruik als op het hernieuwbare energiegebruik.

‘Evolutie van uw energielabel' en ‘Belangrijke informatie koper of huurder' (pagina 3)

Blok 1: Evolutie van het energielabel

Op de derde bladzijde van het certificaat wordt het verloop van het energielabel over de tijd getoond en kan u de evolutie richting de lange termijndoelstelling evalueren. Aangezien er vermoedelijk nog geen voorgaande EPC’s voor deze eenheid bestaan, zal u in eerste instantie dus alleen het huidige energielabel zien. In de toekomst zullen alle voorgaande labels en het huidige label getoond worden.

Blok 2: Energiescore

Onder de grafiek met de evolutie van het label wordt de energiescore getoond als ‘belangrijke informatie voor de koper of huurder’. Het energielabel en veel van de informatie op bladzijde 2 van het certificaat is immers sterk beïnvloed door het gebruikersgedrag. Potentiële kopers of huurders kunnen gebouweenheden dus best vergelijken op basis van de energiescore.

Uiteraard is de energiescore ook interessant voor de gebouweigenaar, om zicht te krijgen op de prestatie van de eenheid op zich. De eigenaar heeft echter doorgaans meer baat bij een overzicht per type schildeel zoals getoond op bladzijde 2 van het certificaat. Dat overzicht maakt immers concreet duidelijk waar de grootste knelpunten zitten. Een globale indicator zoals de energiescore leent zich vooral tot vergelijking tussen verschillende eenheden.

Op termijn zou de energiescore een bijkomende beoordelingsparameter kunnen worden op het pad richting de lange termijndoelstelling, naast het energielabel. Bijvoorbeeld voor gebouwen waar het door hun specifieke karakter of functie zeer moeilijk blijkt om een goed energielabel te halen, zou een bijkomend oordeel geveld kunnen worden over de globale inspanningen die reeds geleverd werden op vlak van energie-efficiëntie. Let wel, de energiescore blijft steeds richtinggevend en zal nooit de basis vormen voor een strikte verplichting. Het blijft in hoofdzaak een hulpmiddel om de theoretische energieprestatie van een gebouw/eenheid onderling te vergelijken (met soortgelijke gebouwen/eenheden).

Overzicht aanbevelingen (pagina 4)

Net als de huidige staat van de eenheid op pagina 2 van het certificaat zijn ook de aanbevelingen opgesplitst in twee delen:

  • Totaal energiegebruik verlagen: aanbevelingen over het verbeteren van de isolatie en prestatie van installaties voor verwarming, koeling, verlichting en ventilatie;
  • Koolstofneutraal energiegebruik verhogen: aanbevelingen over het voorzien van installaties voor benutten van restwarmte, hernieuwbare energie en over verhogen eigengebruik.

Door de complexiteit van de niet-residentiële gebouwen is het niet haalbaar een gedetailleerde lijst van aanbevelingen te geven met een bijhorende prioriteit en kost. Deze lijst is dus slechts een opsomming van de knelpunten. De eigenaar kan op basis hiervan en met advies van een expert een gedetailleerd plan voor de te nemen maatregelen opzetten.

Het EPC NR geeft enkel generieke aanbevelingen. Door de grote variatie in complexiteit en gebruik van de niet-residentiële gebouwen vormt dit echter in geen geval een gedetailleerd plan tot renovatie. Het advies op het EPC NR is dus steeds als startpunt te zien. Adviseer daarom de bouwheer of gebouwgebruiker steeds om een specialist te contacteren vooraleer aan (grondige) energetische renovatiewerken te starten.

Algemene gegevens

Overzicht van alle gebouweenheden in de scope

Het EPC NR kan voor meerdere gebouweenheden samen opgemaakt worden. Het energielabel is dan bepaald voor al deze eenheden samen. Zie ook de pagina rond opdracht en scope voor meer uitleg.

Of de scope van het EPC NR meerdere eenheden bevat en welke eenheden werden meegenomen vindt u bij de algemene gegevens van het EPC, onder ‘certificaat gebaseerd op meerdere eenheden’. Het certificaat is steeds geldig voor één eenheid. Deze staat bovenaan dit overzicht vermeld. De energiescore is enkel van toepassing voor deze eenheid. Vervolgens wordt een lijst getoond van de gebouwen en gebouweenheden die werden meegenomen in de scope. In onderstaand voorbeeld bevat de scope dus twee gebouweenheden (nr. 24 en 26 in dezelfde straat).