Gasdebietmeters

Op deze pagina vindt u meer info over gasdebietmeters.

Invloed condities

Gasmeters meten een hoeveelheid gas uitgedrukt in massa of volume. Wanneer de hoeveelheid gas uitgedrukt wordt in een volume, is het belangrijk om te weten dat een volume van een hoeveelheid gas sterk afhankelijk is van de condities: druk en temperatuur op het punt van meting van dat gas. Dezelfde hoeveelheid gas zal namelijk een (beduidend) ander volume innemen wanneer de druk of de temperatuur anders is. Bij een hogere druk zal dezelfde massa gas een kleiner volume innemen. Bij een temperatuurstijging zal dezelfde massa gas een groter volume innemen. Omwille van de temperatuur- en drukafhankelijkheid wordt een volume gas vaak uitgedrukt aan de hand van een normaal- of standaardvolume. Dit is het volume dat het gas zou innemen bij normaal- of standaardcondities.

De standaard- en normaaldruk zijn beide de absolute atmosferische druk 1,013 bar.
De normaal temperatuur is 0°C of 273,15 K.
De standaardtemperatuur is afhankelijk van het land of de industrie en ligt tussen 15 en 25°C.

Wanneer het standaard- of normaalvolume bepaald moet worden of wanneer een hoge meetnauwkeurigheid nodig is, wordt een gasmeter vaak gecombineerd met een volumeherleidingsinstrument (VHI). Dit is een instrument dat aan de hand van een druk- en temperatuurmeting van het gas in de gasmeter het gemeten volume omzet naar een berekend volume herleid naar de gekozen condities, vaak normaalcondities. Een dergelijk instrument zal steeds aangetroffen worden bij warmtekrachtkoppelingen (WKK’s), daar het aanwezig zijn van een VHI een voorwaarde is om groenestroomcertificaten te kunnen ontvangen.

Gasmeters kunnen ook uitgerust zijn met een interne druk- en/of temperatuurcompensatie. Dit bestaat in verschillende vormen en principes, maar gaan we niet verder op in aangezien deze een meer industrieel karakter hebben.

G-maat

De grootte en het daarbij horende meetbereik van een gasmeter wordt algemeen door alle fabrikanten aangeduid aan de hand van de G-maat. Die G-maat is het nominaal debiet. Een G4-gasmeter bijvoorbeeld heeft een nominaal debiet van 4 m³/h. In de tabel hieronder staat een overzicht van de verschillende G-maten en het bijhorende nominaal, minimaal en maximaal debiet. Zoals te zien in de tabel is het minimaal debiet telkens 100 keer kleiner dan het nominaal debiet en is het maximaal debiet gelijk aan het nominaal debiet van de volgende maat.

Tabel G-maten

G-maat	Q_min [m³/h]	Q_nom [m³/h]	Q_max [m³/h]
G1,6	0,016	1,6	2,5
G2,5	0,025	2,5	4
G4	0,04	4	6
G6	0,06	6	10
G10	0,1	10	16
G16	0,16	16	25
G25	0,25	25	40
G40	0,4	40	65
G65	0,65	65	100
G100	1	100	160
G160	1,6	160	250
G250	2,5	250	400
G400	4	400	650
G650	6,5	650	1000
G1000	10	1000	1600
G1600	16	1600	2500
G2500	25	2500	4000
G4000	40	4000	6500
G6500	65	6500	10000

Meetprincipes

Net als bij watertellers kunnen de gasmeters opgedeeld worden in volume- en snelheidsmeters. De meest courante volumemeters zijn balgen- en rotormeters. De meest courante snelheidsmeters zijn turbinemeters. Zowel balgen-, rotor- als turbinemeters zijn mechanische meters. Naast de mechanische meters zijn er ook ultrasone gasmeters, dit zijn, net zoals bij watermeters, snelheidsmeters.

Balgenmeters

Rotorgasmeters

Turbinegasmeter

Ultrasone gasmeters

Volumeherleidingsinstrument

V_r= F * V_m	V_r	referentievolume bij de referentiecondities
F	herleidingsfactor
V_m	gemeten volume

Nutsmeters

Een gasdebietmeter kan zowel een nutsmeter als een niet-nutsmeter zijn. Een nutsmeter voor gas wordt geplaatst door een nutsmaatschappij. Momenteel zijn er zowel analoge als digitale nutsmeters voor aardgas in omloop. De komende jaren zullen de analoge nutsmeters stelselmatig vervangen worden door digitale.

Van een analoge gasdebietmeter kan de meterstand (m³ gebruikt gas) meteen afgelezen worden.
Voor een digitale gasmeter kan dit afgelezen worden van het display na indrukken van de juiste bedieningsknoppen. Er zijn verschillende versies in omloop, raadpleeg het nutsbedrijf voor meer info