Geometrie gebouweenheden in de EPC NR-software
Voor het EPC NR wordt de geometrie van elk gebouw herleidt tot een balk, de invoer van de geometrie is dan ook (sterk) vereenvoudigd.
Vereenvoudigde invoer
In EPC NR wordt de geometrie van het gebouw vereenvoudigd ingevoerd. Enkel de bruikbare vloeroppervlakte en het aantal bouwlagen moet worden ingevoerd. Op basis van deze gegevens wordt een inschatting gemaakt van de grootte van de schildelen. U vindt dus nergens in de applicatie ruimte voor de invoer van de oppervlaktes van de daken, vloeren, …
Bij het overzichtsscherm van de gebouweenheid voert u onder ‘Geometrie’ de algemene karakteristieken en de geometrie in. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de invoer van de algemene gebouw- en gebruikskarakteristieken (geometrie algemeen) enerzijds, en de invoer van de geometrie van de schildelen (dak, vloer en gevels) anderzijds.
Algemene gebouw- en gebruikskarakteristieken
Wanneer u op het blokje ‘Algemene gebouw- en gebruikskarakteristieken’ klikt, kunt u enkele algemene gegevens van de eenheid invoeren.
Merk op
- De bestemming en of het een publiek of overheidsgebouw is, worden puur voor statistische doeleinden gebruikt en hebben dus geen invloed op de berekening.
- De geometrische gegevens, oppervlakte en aantal bouwlagen, vormen de basis voor de veronderstelde (vereenvoudigde) geometrie van de eenheid.
Geometrie daken, vloeren en gevels
Bij de geometrie van de daken, vloeren en gevels geeft u aan uit welke types deze schildelen zijn samengesteld. Hier kunt u o.a. aangeven of het dak van de eenheid hellend, plat of een combinatie van beide is.
Invoer Geometrie daken
Wanneer u op het blokje geometrie daken klikt, kunt u de samenstelling van het totale dakoppervlak van de eenheid invoeren. U geeft aan of het dak van de eenheid hellend, plat, een plafond naar AOR. In het geval van een mengvorm klikt u verschillende types daken aan.
Indien in de eenheid een plat of hellend dak aanwezig is, wordt ook de aanwezigheid van dakvensters en informatie over eventueel bijhorende zonwering bevraagd.
- Bij ‘Daken’ vinkt u alle voorkomende types daken en hun percentages aan. Het totaal aan percentages moet steeds 100 % zijn. In dit voorbeeld bestaat dus 50 % van het dak van de eenheid uit een hellend dak en 50 % uit een plat dak.
- Indien het dak (deels) bestaat uit een plat of hellend dak, moet u ook het oppervlaktepercentage van de dakvensters opgeven, en aangeven of deze raamroosters hebben.
In geval van dakvensters geeft u ook aan of er zonnewering is.
Invoer Geometrie vloeren
Wanneer u op het blokje geometrie vloeren klikt, kunt u de samenstelling van het totale vloeroppervlak van de eenheid invoeren. U geeft aan of er een vloer op volle grond, kelder, een vloer naar aangrenzende onverwarmde ruimte of een vloer naar de buitenomgeving aanwezig is.
De invoer van de geometrie voor vloeren verloopt gelijkaardig aan de invoer van de geometrie voor daken.
Invoer Geometrie gevels
Wanneer u op het blokje geometrie gevels klikt, kunt u de samenstelling van het totale geveloppervlak van de eenheid invoeren. U geeft aan of er een gevel naar buiten, keldermuur, een gevel naar aangrenzende onverwarmde ruimte of een mengvorm aanwezig is. In het geval er meerdere eenheden in het gebouw aanwezig zijn, verschijnt ook invoer voor gevels naar de aangrenzende ruimtes.
Bij de invoer van de geometrie van de gevels worden ook de aanwezigheid van vensters en lichte gevels in buitengevels bevraagd. De invoer verloopt gelijkaardig aan daken en vloeren.
Merk op
- Er wordt steeds vanuit gegaan dat er altijd minstens een deel buitengevel is. Deze optie kan bijgevolg niet uitgevinkt worden.
- Deze invoer AVR verschijnt uitsluitend voor gebouwen die uit meerdere eenheden bestaan.
- Voor lichte gevels en vensters geeft u aan welk aandeel ze in het totale buitengeveloppervlak innemen.
- Invoer aanwezigheid panelen en zonwering wordt globaal ingevoerd voor vensters en lichte gevels samen.