Verplichtingen voor niet-residentiële gebouwen
Voor niet-residentiële gebouwen streeft Vlaanderen naar koolstofneutraliteit tegen 2050. Om dat doel te bereiken zijn verplichtingen ingevoerd die grondige renovaties noodzakelijk maken. De verplichtingen en maatregelen voor niet-residentiële gebouwen gelden per gebouweenheid.
Verplichtingen
De renovatieverplichting die sinds 1 januari 2022 geldt, was een eerste stap richting de langetermijndoelstelling (koolstofneutraliteit). Zo moet elke niet-residentiële gebouweenheid binnen de 5 jaar na verkoop en andere , en bij erfpacht en opstalrecht, verplicht aan een aantal energiebesparende maatregelen voldoen. De verplichting bestaat uit twee onderdelen: een minimaal maatregelenpakket en een minimaal te behalen energielabel. Aan beiden moet worden voldaan.
De EPC-plicht: sinds 1 januari 2023 is een energieprestatiecertificaat voor niet-residentiële gebouwen (EPC NR) verplicht bij de verkoop (en opstalrecht en erfpacht) en verhuur van niet-residentiële gebouweenheden. Vanaf 1 mei 2023 geldt de EPC-plicht voor álle (verkoop, schenking,...), verhuur, opstalrecht en erfpacht. De verplichting geldt voor eigenaars van gebouweenheden die als hoofdbestemming ‘niet-residentieel’ hebben, dus alle gebouweenheden behalve woongebouwen, industriegebouwen en landbouwgebouwen. In de toekomst zal het voor alle grote niet-residentiële gebouweenheden verplicht worden om over een EPC NR te beschikken, ook zonder verkoop, overdracht of verhuur.
De minimale labelplicht: vanaf 1 januari 2030 zullen zowel kleine als grote niet-residentiële gebouweenheden een minimaal energielabel moeten behalen en dat kunnen aantonen. Voor gebouweenheden in publieke gebouwen of overheidsgebouwen zal deze verplichting al vanaf 2028 gelden, omwille van hun voorbeeldfunctie.
De verplichtingen voor niet-residentiële gebouwen toegelicht aan de hand van twee voorbeelden(opent in nieuw venster) (Youtube), op Kanaal Z (oktober 2022).
- Niet-residentiële gebouwen met een verwarmingssysteem en/of een airconditioningsysteem van meer dan 290 kW, moeten uiterlijk op 31 december 2025 over een gebouwautomatisering en -controlesysteem beschikken.
In dit kort animatiefilmpje krijgt u een overzicht van de verplichtingen voor niet-residentiële gebouwen
Kleine niet-residentiële gebouweenheden
Eigenaars van kleine niet-residentiële gebouweenheden kunnen kiezen voor een aangepast traject, dat is afgestemd op de typische eigenschappen en noden van deze eenheden.
- Ofwel kiezen ze voor het algemene traject dat van toepassing is voor alle niet-residentiële gebouwen, met het ‘energieprestatiecertificaat Niet-Residentieel’ (EPC NR) en de verplichtingen voor niet-residentiële gebouweenheden.
- Ofwel kiezen ze voor een aangepast traject, met een ‘energieprestatiecertificaat voor kleine Niet-Residentiële eenheden’ (EPC kNR) en verplichtingen specifiek afgestemd op kleine niet-residentiële gebouweenheden (zie: Renovatieverplichting voor kleine niet-residentiële gebouwen).
Waarom deze verplichtingen?
Voor een koolstofneutrale toekomst
Tegen 2050 moet de CO2-uitstoot van alle gebouwen in Vlaanderen drastisch naar beneden. Dat is het doel van de Vlaamse langetermijnrenovatiestrategie voor gebouwen.
Die strategie is een verdere uitwerking van de Vlaamse Klimaatstrategie 2050(PDF bestand opent in nieuw venster): het plan om het energiegebruik en de broeikasgasemissies van zowel residentiële als niet-residentiële gebouwen (kantoren, scholen, ziekenhuizen,...) te verminderen.
Op lange termijn moeten alle niet-residentiële gebouwen koolstofneutraal zijn. Dat betekent dat ze geen CO2 uitstoten en geen fossiele brandstoffen meer gebruiken.
Voordelen van een koolstofneutraal gebouw
Een energetisch gerenoveerd gebouw:
- vraagt minder energie
- zorgt voor een lagere energiefactuur
- heeft een hoger comfort: het is er aangenaam verblijven, met betere werkomstandigheden. Dat leidt tot een hoger welbevinden, een hogere productiviteit en een hogere klantentevredenheid.
- heeft een eigentijdse uitstraling en een hogere waarde op de vastgoedmarkt.
Wat doet de overheid?
Om de langetermijndoelstelling te bereiken, zijn grondige renovaties nodig. Daarom zet de overheid in op sensibiliseren en informeren via het verplicht EPC en gebouwenpas, invoeren van verplichtingen, en financiële steun.
De overheid zal een voorbeeldrol spelen: publieke gebouwen moeten al in 2045 aan de langetermijndoelstelling voldoen. De semipublieke gebouwen (scholen en zorginstellingen) en private gebouwen (kantoren, handel, horeca,...) krijgen tijd tot 2050.