Verplichte betaling van de planbatenheffing na startfeiten
Als u wil wachten met betalen van de planbatenheffing, zal de Vlaamse Belastingdienst u een betaalbaarstelling sturen waarop een uiterste betaaldatum vermeld staat, van zodra er zich een startfeit heeft voorgedaan.
Nadat een RUP in werking treedt, verstuurt de Vlaamse Belastingdienst voor 31 december van het daaropvolgende jaar een aanslagbiljet. U moet de heffing meestal niet onmiddellijk betalen: dit moet pas wanneer de meerwaarde gerealiseerd wordt (als er zich een “startfeit” voordoet).
Aangezien een startfeit zich pas jaren later kan voordoen, moet u de planbatenheffing niet onmiddellijk betalen. U hebt er wel voordeel bij om dat toch te doen: onder bepaalde voorwaarden krijgt u dan 15% korting (“bonificatie”).
Als u wil wachten met betalen, zal de Vlaamse Belastingdienst u een betaalbaarstelling sturen waarop een uiterste betaaldatum vermeld staat, van zodra er zich een startfeit heeft voorgedaan (in de meeste gevallen betekent dit: als u een bouwvergunning heeft verkregen). In dat geval hebt u geen recht meer op de korting en betaalt u het volledige bedrag.
Betalingstermijn
Er kunnen zich twee situaties voordoen:
- het startfeit wordt gesteld voor de verzending van het aanslagbiljet: de planbatenheffing moet volledig betaald worden binnen een termijn van 25 maanden na verzending van het aanslagbiljet.
- het startfeit wordt gesteld na de verzending van het aanslagbiljet: de betalingstermijn bedraagt vijftien kalenderdagen of 25 maanden, afhankelijk van het soort startfeit.
Het startfeit wordt gesteld voor de verzending van het aanslagbiljet
U moet de planbatenheffing volledig betalen binnen een termijn van 25 maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Ook als het aanslagbiljet deze uiterste betaaltermijn niet vermeldt omdat op het ogenblik van verzending het al gestelde startfeit nog niet gekend was, dan nog is deze uiterste betaaltermijn van toepassing.
Alhoewel het aanslagbiljet het eventuele recht op bonificatie vermeldt omdat op het ogenblik van verzending het reeds gestelde startfeit nog niet gekend was, dan nog kan de bonificatie nooit van toepassing zijn. De betaling kan immers nooit meer gebeuren vóór het stellen van een startfeit. Het startfeit werd immers al gesteld vóór verzending van het aanslagbiljet en de heffing kan ten vroegste betaald worden ná verzending van het aanslagbiljet.
Het startfeit wordt gesteld na de verzending van het aanslagbiljet
De planbatenheffing moet volledig betaald worden binnen:
- vijftien kalenderdagen na de verkoop van het planbatenperceel door een van de heffingsplichtigen; de volledig juiste juridische omschrijving is: het verlijden van de authentieke akte betreffende een overdracht ten bezwarende titel van enig zakelijk recht met betrekking tot het perceel, door een heffingsplichtige. In de meeste gevallen is dat een verkoop, maar het kunnen dus ook enkele andere situaties zijn. Er zijn ook enkele uitzonderingen.
- 25 maanden na het verlenen, in laatste administratieve aanleg, van een van de volgende vergunningen, voor zover deze vergunning voor de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan niet kon worden verleend:
- een stedenbouwkundige vergunning voor handelingen, vermeld in artikel 4.2.1, voor zover de handelingen niet louter betrekking hebben op het vellen van bomen, afbraakwerken of bodemsaneringswerken
- een verkavelingsvergunning.
Uitzondering: niet-betaalbaarheid bij vergunningen
In sommige uitzonderingsgevallen moet de planbatenheffing toch niet betaald worden, zelfs al is er een startfeit vergunning geweest. U heeft met andere woorden wel een vergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een verkavelingsvergunning verkregen, maar moet de planbatenheffing nog niet betalen.
Dat kan alleen:
- als de vergunning verkregen is krachtens een RUP dat voorlopig vastgesteld werd vanaf 15 april 2024; pas vanaf die datum zijn de wijzigingen door het instrumentendecreet van toepassing;
- als u vóór het verstrijken van de betalingstermijn aan de Vlaamse Belastingdienst meldt dat u zich in een van de uitzonderingsgevallen bevindt en daar de nodige bewijsstukken voor bezorgt. Als u een nieuwe vergunning verkrijgt, start een nieuwe betaaltermijn.