Onderzoek naar intersectorale, multidisciplinaire en rechtstreeks toegankelijke IFG-centra in Vlaanderen
De huidige aanpak van intrafamiliaal geweld (IFG) verloopt via:
- de reguliere hulpverlening
- de ketenaanpak IFG en Family Justice Centers als het om complexere situaties gaat.
Die manier van werken werpt zijn vruchten af. Toch zijn er nog een aantal aandachts- en verbeterpunten, zoals:
- versnippering
- doorverwijzing en samenwerking tussen betrokken diensten
- niet-rechtstreeks toegankelijk zijn van ketenaanpak of Family Justice Centers.
Het onderzoek streeft er daarom naar om een intersectoraal en multidisciplinair model rond de aanpak van IFG te ontwikkelen.
Daarom bestaat het uit de volgende elementen:
- in kaart brengen welke informatie en hulp er rond IFG bestaan
- bekijken hoe er een laagdrempelig opendeurbeleid voor de IFG-problematiek gecreëerd kan worden.
- het ideale model voor een intersectoraal, multidisciplinair en rechtstreeks toegankelijk IFG-centrum uitwerken, volgens een geografische spreiding op maat van Vlaanderen
- stappenplan opstellen om alles vlot en gefaseerd per regio te implementeren.
Onderzoek naar het profiel van de doelgroep elektronisch toezicht met voorstel tot verbetertrajecten
In het onderzoek worden vraagstukken bekeken die relevant zijn om meer inzicht te verwerven in het profiel van justitiabelen die de maatregel elektronisch toezicht opgelegd krijgen. Daarnaast wordt gekeken naar verbeterpunten binnen de eigen werkprocessen om de slaagkansen van het elektronisch toezicht te maximaliseren.
Onderzoek naar het COSA-model in Vlaanderen
Het (re-)integratieproject Cirkels van Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid (COSA) werd de afgelopen jaren projectmatig en op beperkte schaal uitgebouwd in Vlaanderen.
Wetenschappelijk onderzoek naar de implementatie van het COSA-model in Vlaanderen is nog maar beperkt beschikbaar. Het doel van dit onderzoek is daarom drieledig:
- de huidige werking van COSA in kaart brengen
- eventuele aandachts- en verbeterpunten aan het licht brengen, zoals organisatie, doorverwijzing en samenwerking,
- het ideale COSA-model en een implementatietraject voor Vlaanderen aanreiken.
Onderzoek naar de bevindingen en verbetervoorstellen van slachtoffers, opdrachtgevers en advocaten over de dienst slachtofferonthaal van de Justitiehuizen – Slachtofferbevraging
Deze opdracht onderzoekt de bevindingen en verbetervoorstellen van slachtoffers, opdrachtgevers en advocaten over de dienst slachtofferonthaal van de justitiehuizen.
De dienst Slachtofferonthaal zet zich binnen de justitiehuizen al jaren in voor slachtoffers. Dit onderzoek wil in kaart brengen:
- hoe slachtoffers de begeleiding door de dienst ervaren hebben
- waar ze eventueel nog verbetermogelijkheden zien.
Ook de visie van de opdrachtgevers en advocaten wordt bevraagd, want zij hebben een unieke positie ten aanzien van de slachtoffers.
In het onderzoek worden ook slachtoffers bevraagd die niet op het aanbod van de dienst ingingen, om inzicht te krijgen in hun redenen daarvoor.
Tot slot peilen de onderzoekers nog of het nut zou hebben als de dienst een digitaal platform voor slachtoffers opstartte, en wat de functies van zo’n platform zouden kunnen zijn.
Wetenschappelijke monitoring project SAMEN
Het Mechelse project SAMEN zet in op een lik-op-stukbeleid om veel voorkomende criminaliteit sneller en efficiënter aan te pakken.
Het vertrekt vanuit de vaststelling dat de huidige aanpak van lokale criminaliteit niet volstaat en dat er nood is aan een persoonsgerichte benadering van veelplegers. Bij die persoonsgerichte benadering werken politie, justitie, hulpverlening, overheidsdiensten en andere relevante partners actief samen om daders te begeleiden en zo een duurzame oplossing voor een bestaand probleem te vinden.
Die integrale, multidisciplinaire en probleemoplossende aanpak heeft niet alleen als doel om herval te voorkomen, maar ook om:
- slachtoffers een groter gevoel van rechtvaardigheid geven
- meer veilige en leefbare buurten creëren.
Wetenschappelijk onderzoek
SAMEN monitort dit pilootproject op een wetenschappelijke manier. Zo wil het diepgaand inzicht krijgen in de veelbelovende en innovatieve manier van samenwerken rond vaak ingrijpende maatschappelijke uitdagingen.
Daarom is de centrale vraag in dit onderzoeksproject: wat zijn de effecten van een persoonsgerichte aanpak van veiligheidsproblemen op daders, slachtoffers en samenleving?
Het antwoord op die vraag ligt in een concrete beleidstheorie die als volgt wordt samengevat: er is een snelle reactie nodig op veelvoorkomende criminaliteit van risicojongeren van 18 tot 25 jaar. Die reactie moet een persoonsgerichte benadering als basis hebben, en kan zo de volgende effecten hebben:
- een daling van de criminaliteit in het projectgebied
- geen herval door de individuele dader
- een perceptie van rechtvaardige afhandeling van de zaak bij de slachtoffer(s).
Om die effecten te evalueren, zijn de volgende 5 concrete doelstellingen nodig:
- onderzoek en analyse van het probleem
- evaluatie van de persoonsgerichte benadering
- evaluatie van de duurzame ontwikkeling van veilige buurten
- evaluatie van de effecten op daderschap
- evaluatie van de attitudes van slachtoffers t.a.v. de afhandeling van een zaak.
Onderzoek naar de begeleiding en behandeling van zedendelinquenten in de gevangenis in Vlaanderen en Brussel
In het voorjaar van 2021 startte een onderzoek naar zedendelinquenten in de gevangenissen van Vlaanderen en Brussel. Dat gebeurde in het kader van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden 2020-2025.
Het Universitair Forensisch Centrum en de Vrije Universiteit Brussel voeren het onderzoek uit. De resultaten worden verwacht in het voorjaar van 2022.
Onderzoek naar profielkenmerken van gedetineerden en naar de noden en behoeften van (langgestrafte) ex-gedetineerden in het kader van re-integratie en de implicaties daarvan voor de ontwikkeling van een behoeftegericht hulp- en dienstverleningsaanbod tijd
In het najaar van 2021 startte een onderzoek naar de noden en behoeften van langgestrafte (ex-)gedetineerden. Dat gebeurde in het kader van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden 2020-2025. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Vrije Universiteit Brussel, samen met Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen. De onderzoeksresultaten worden eind 2023 verwacht.