De aanwijzing van de verkozenen is afhankelijk van de verhouding tussen het aantal kandidaten op de lijst en het aantal toegewezen zetels. Er zijn 3 mogelijke situaties waarin de verkozenen worden aangewezen. Alle niet-verkozen kandidaten van een lijst worden tot opvolger verklaard.
Gelijk aantal kandidaten en zetels
Als het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn al die kandidaten verkozen.
Kleiner aantal kandidaten dan zetels
Als het aantal kandidaten van een lijst kleiner is dan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn die kandidaten allemaal verkozen en verdeelt het gemeentelijk hoofdbureau de niet-toegekende zetels over de overige lijsten.
De verdeling over die lijsten gebeurt door voortzetting van de bewerking die voor de initiële zetelverdeling gebruikt wordt tot er voor alle lijsten samen zoveel quotiënten worden bereikt als er leden te kiezen zijn (zie voorbeeld bij de zetelverdeling).
Groter aantal kandidaten dan zetels
Als het aantal kandidaten van een lijst groter is dan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, worden de zetels toegekend aan de kandidaten in afnemende volgorde van het aantal naamstemmen dat zij hebben behaald. Deze situatie komt het meest voor.
Alleen het aantal bepaalt de toewijzing van de zetels. Bij gelijk aantal stemmen is de volgorde van de kandidaten op de lijst beslissend.
Aanwijzing van de opvolgers
Als 1 of meer kandidaten van een lijst verkozen zijn, worden alle niet-verkozen kandidaten van de lijst tot opvolger verklaard, in volgorde van afnemende grootte van het aantal naamstemmen dat ze hebben behaald.
Alleen het aantal bepaalt de volgorde van de opvolgers. Bij gelijk aantal stemmen is de volgorde van de kandidaten op de lijst ook beslissend, zoals bij de titularissen.