De gemeenteraadsleden worden rechtstreeks verkozen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen. De aanstelling van de nieuw verkozen raadsleden vindt plaats tijdens de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad. De ambtstermijn van de gemeenteraadsleden bedraagt in principe 6 jaar. Dat geldt ook voor de leden van de districtsraad, de rechtstreeks verkozen leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en de leden van de provincieraad.
Aanstelling
De aanstelling van de nieuw verkozen raadsleden vindt plaats tijdens de installatievergadering van de nieuwe raad. De raad onderzoekt tijdens de installatievergadering de geloofsbrieven van de verkozen raadsleden.
Als de raad de geloofsbrieven goedkeurt, leggen de verkozen raadsleden de eed af in handen van de voorzitter van de installatievergadering. Ze zijn geïnstalleerd nadat ze hun eed hebben afgelegd.
Voorwaarden tijdens het mandaat
Een raadslid moet blijvend aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden blijven voldoen. Als het raadslid niet langer aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, kan het raadslid zelf ontslag nemen. Als het raadslid niet zelf ontslag neemt, wordt het mandaat van het raadslid nadat het gehoord is door de raad vervallen verklaard.
Einde van het mandaat
De ambtstermijn van de raadsleden bedraagt in principe 6 jaar. De uittredende raadsleden blijven volgens het continuïteitsprincipe in functie tot de installatie van de nieuwe raadsleden plaatsvond.
Naast de collectieve beëindiging zijn er verschillende manieren van individuele beëindiging.