Richtlijn voor lokale overheden die ANPR-camera’s willen gebruiken
De VTC heeft via de pers (DS, 14/04/2021) kennis genomen van de vraag van de steden en gemeenten om meer gebruik te kunnen maken van ANPR-camera’s (automatische nummerplaatherkenning).
Het wordt zo voorgesteld dat deze camera’s “automatische nummerplaten lezen en registreren”. Dit is veelal een te eenvoudige voorstelling van zaken. De camera’s nemen in de regel namelijk foto’s met een tegenwoordig behoorlijke resolutie van minstens één kant (normaal gezien de voorkant) van het voertuig. Software analyseert het beeld en detecteert het kenteken op de nummerplaat. Indien énkel het kenteken wordt bewaard en de oorspronkelijke beelden worden gewist, dan gaat het om een relatief minimale, maar desondanks nog steeds risicovolle bewerking. Vaak wordt de oorspronkelijke foto echter ook bijgehouden voor het geval er betwistingen zouden zijn. Op de foto kan je ook personen herkennen in het voertuig, zodat rechtstreekse identificatie van de chauffeur en de passagiers vaak mogelijk is. De locatie en het tijdstip van de foto worden natuurlijk ook opgeslagen, en dit ongeacht of het oorspronkelijke beeldmateriaal wordt bewaard.
De VTC stelt vast dat er niet alleen steeds meer en meer ANPR-camera’s worden geplaatst, maar er is ook een duidelijke tendens waarbij geplaatste camera’s ook voor steeds meer bijkomende doeleinden worden gebruikt (wat wel eens function creep wordt genoemd) - en dit minstens deels vanuit de behoefte om de gedane investeringen beter te laten renderen.
Het risico voor de rechten en vrijheden van de burger wordt dus ook almaar groter. Hoe meer camera’s, en hoe meer manieren waarop deze worden gebruikt, hoe meer en hoe vaker mensen het voorwerp van surveillance, tracering en profilering kunnen worden.
De VTC wijst erop dat geautomatiseerde en wijdverspreide identificatie- en locatietechnologieën als bijzonder bedreigend worden beschouwd voor de privacy en de individuele vrijheden, zoals het zich anoniem kunnen verplaatsen. De vrijheid van de burger komt ook in gevaar als deze weet dat hij of zij (quasi)overal kan gecontroleerd worden, zelfs zonder dat dit merkbaar is.
De VTC stelt met bezorgdheid vast dat het beslissingsproces rond ANPR-camera’s vaak de verkeerde volgorde volgt: eerst wordt een risicovolle infrastructuur opgezet, daarna worden de doeleinden ervan bepaald en daarna pas wordt er een wettelijke basis gezocht. De doeleinden worden daarna structureel herzien en uitgebreid. De politieke beslissingsvorming lijkt zeer vaak een legitimiteits-en proportionaliteitsanalyse vooraf te gaan.
De richtlijnen van de VTC voor de gemeenten is dan ook:
- maak dat er eerst een grondig politiek debat komt rond de noodzaak, wenselijkheid en het beoogd nut van de ANPR-camera’s. Dit laatste dient zeer concreet te gebeuren door specifieke doeleinden vast te leggen, en mag zich niet beperken tot algemene formuleringen zoals ‘het verhogen van de veiligheid’. ANPR-camera’s vormen een privacyrisico, en verdienen een gedegen argumentatie;
- voer dat debat ook op basis van een wetgevings-GEB (gegevensbeschermingseffectbeoordeling/DPIA) waarbij de risico’s duidelijk in kaart worden gebracht; op dit niveau kunnen best de cumulatieve effecten bekeken worden;
- op basis van dat geïnformeerde debat moet er een duidelijke wettelijke basis worden geïdentificeerd (of indien nodig gecreëerd), die beperkt moet zijn tot de vastgelegde doeleinden, en die ook moet afgestemd zijn op de bestaande camerawetgeving;
- voer voor elke lokale implementatie ook eerst een GEB uit (dit is verplicht, zie de DPIA-lijst van de VTC); daarbij moeten de alternatieven om de doelstellingen te bereiken grondig uitgewerkt worden. Er dient hierbij ook gekeken te worden naar de technische configuratiemogelijkheden, inclusief dus de mogelijkheid om enkel kentekens (en niet het begeleidende beeldmateriaal) te bewaren. Indien de doelstelling redelijkerwijze op een andere, minder privacyintrusieve wijze kan georganiseerd worden, dan dient aan deze andere methodes de voorkeur te worden gegeven;
- plaats en gebruik de camera’s pas als de risico’s voldoende afgedekt zijn.
De VTC herinnert eraan dat in het kader van de proportionaliteitstoets in de GEB zeker het aspect aan bod moet komen van de meerwaarde van de camerabewaking, m.a.w. of de beoogde doeleinden wel allemaal kunnen gerealiseerd worden met die camera’s, en er geen minder privacy-schadend alternatief is.
In ieder geval beveelt de VTC aan om het gebruik van de ANPR-camera’s op regelmatige basis te evalueren in de GEB’s.
De VTC is altijd bereid om GEB’s en projecten te adviseren.