Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 23002 - Verkrijging van een vennoot van zijn vennootschap Vlaamse Belastingdienst

VB 23002 - Verkrijging van een vennoot van zijn vennootschap

Voorafgaande beslissing
Nummer
23002
Datum beslissing
21 april 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023

Heffing

  • Verkooprecht

Wettelijke basis

  • art. 2.9.1.0.4. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe bevestiging te krijgen dat:

1.1. de verkrijging van het onroerend goed door de Heer X (NN: […]) onder de toepassing valt van artikel 2.1.9.0.4, tweede lid, 2°, VCF;

1.2. deze verkrijging onderworpen zal zijn aan de belasting volgens de gemeenrechtelijke aard;

1.3. de notariële vaststellingsakte, waarbij m.o.o. registratie en overschrijving in het hypotheekregister wordt vastgesteld op verklaring van de heer X dat de vennootschap ontbonden werd en de vereffening ervan werd gesloten, en dat het onroerend goed ingevolge die sluiting van vereffening is toebedeeld, wordt onderworpen aan het algemeen vast recht van 50 EUR.

II. Omschrijving van de verrichting(en)

II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door […], namens:

2.1. De vennootschap naar Cypriotisch recht vennootschap A, met maatschappelijke zetel te […], ingeschreven in de Belgische Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer […].

De vennootschap werd opgericht op grond van een onderhandse akte dd. xx.xx.2008. De enige oprichter was “vennootschap B” (Reg. No. […]) met zetel te […] (zie bijlage 1 bij de aanvraag).

2.2. De heer X, NN […], gehuwd met mevrouw […], wonende te […];

3. Het betrokken onroerend goed betreft:

Het appartement genummerd […] in het appartementsgebouw […] gelegen te […] in de nabijheid van de […] en kadastraal gekend volgens titel sectie A, deel van nummer […] en volgens recent kadastraal uittreksel sectie A, nummer […], alsook de bijhorende ondergrond evenals de enkele autostandplaats, genummerd […] en de berging genummerd […] in het […] gelegen te […] in de nabijheid van de […] en kadastraal gekend volgens titels sectie A, deel van nummers […] en […], gekend volgens vorig kadastraal uittreksel sectie A, deel van nummers […] en […] en volgens recent kadastraal uittreksel sectie A, nummer […] aan.

De Cypriotische vennootschap “vennootschap A”, vertegenwoordigd door de Heer X kocht middels onderhandse volmacht verleden te […] dd. xx.xx.2014 (zie bijlage 5 bij de aanvraag), het op dat ogenblik nog op te richten appartement. De notariële akte werd verleden dd. xx.xx.2015. De eigendom werd verkocht in zijn toekomstige staat van afwerking voor een prijs van 294.000,00 EUR zie (bijlage 2 bij de aanvraag).

II.B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

4. De heer X werd na de oprichting van de vennootschap vermeld onder punt 2.1. en nog voor de aankoop van het onroerend goed, de enige aandeelhouder. Formeel worden de aandelen van “vennootschap A” aangehouden door de transparante vennootschap naar Cypriotisch recht “vennootschap B”, met maatschappelijke zetel te […] (zie bijlage 3 bij de aanvraag). Het transparante karakter van “vennootschap B” blijkt uit de declaration of trust dd. xx.xx.2008 (zie bijlage 4 bij de aanvraag):

“We, “vennootschap B”

[…] HEREBY ACKNOWLEDGE and declare that we hold the shares shown in the Schedule hereto registered in our name as Nominee of and Trustee for

Name: Mr. X,

Address: […],

(…)

SCHEDULE

Name of company “vennootschap A”

No of shares: 1.000

Serial No of Share(s), from 1 to 1.000

Nominal value of each share EUR 1,00

Nominal value of total shares EUR 1.000

Date 31/12/2008”.

De Cypriotische vennootschap “vennootschap B” houdt met andere woorden de aandelen van “vennootschap A” aan als trustee voor de heer X.

De Heer X kan worden aanzien als de enige aandeelhouder van de vennootschap ten tijde van de voormelde aankoop. Hij maakte bijgevolg deel uit van de vennootschap op het ogenblik van de aankoop.

5. De vennootschap naar Cypriotisch recht “vennootschap A” zal worden ontbonden en vereffend en voormeld onroerend goed zal worden toebedeeld aan de Heer X.

Met het oog op de registratie en de overschrijving in het hypotheekregister, dient er voor een Belgische notaris een akte verleden te worden waarin wordt vastgesteld op verklaring van de heer X dat de vennootschap ontbonden werd en de vereffening ervan werd gesloten, en dat het onroerend goed ingevolge die sluiting van vereffening is toebedeeld aan dhr. X.

III. Motivering van de aanvraag

6. Artikel 2.9.1.0.4 VCF luidt als volgt:

Het verkooprecht wordt ook gevestigd op de verkrijging, op welke wijze ook, anders dan bij inbreng in een vennootschap, door een of meer vennoten van onroerende goederen die in België liggen en die voortkomen van een vennootschap onder firma, van een commanditaire vennootschap, van een besloten vennootschap of van een coöperatieve vennootschap.

De verkrijging zal evenwel belast worden volgens haar gemeenrechtelijke aard als het gaat om:

1° onroerende goederen die in de vennootschap zijn ingebracht, als ze verkregen zijn door de persoon die de inbreng gedaan heeft;

2°onroerende goederen die door de vennootschap met betaling van het verkooprecht verkregen zijn, als het vaststaat dat de vennoot die eigenaar van die onroerende goederen wordt, deel uitmaakte van de vennootschap toen laatstgenoemde de goederen verkreeg.

In geval van verkrijging van maatschappelijke onroerende goederen door al de vennoten door een gehele of gedeeltelijke vereffening conform boek 2, titel 8, hoofdstuk 1, afdeling 2, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, is, naargelang van het geval, de registratiebelasting die met toepassing van het eerste of het tweede lid is gevestigd, van toepassing op de latere toebedeling van de goederen aan een of meer vennoten.”.

De tekst van artikel 2.9.1.0.4 VCF is zo goed als de herneming van het vroegere artikel 129 W. Reg.

Uit deze bepaling volgt dat de verkrijging door een vennoot van onroerende goederen, die door de vennootschap werden verkregen, ontsnappen aan de regel in artikel 2.9.1.0.4, eerste lid VCF onder de dubbele voorwaarde dat:

  • de onroerende goederen door de vennootschap werden verkregen met betaling van het voor de verkopen betaald recht; én
  • dat het vaststaat dat de vennoot, die eigenaar wordt van de onroerende goederen, deel uitmaakte van de vennootschap toen deze de goederen verkreeg (F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Wolters Kluwer, 2019, nr. 1099, p 845).

7. Er zijn ook gevallen waarin de verkrijging ingevolge vereffening enkel aanleiding geeft tot de toepassing van het algemeen vast recht.

Zo aanvaardt, volgens de aanvrager, de federale Administratie sedert jaren dat de verkrijging van een onroerend goed door de enige vennoot van een eenpersoons-BVBA (EBVBA) ingevolge vereffening, enkel het algemeen vast recht van 50 EUR opeisbaar maakt (althans in de mate dat één van de voormelde uitzonderingsgevallen van toepassing is), “daar deze verrichting noch als een overdracht onder bezwarende titel noch als een verdeling kan gekwalificeerd worden” (Beslissing van 8 juli 2002, nr. E.E./98.710, Rep. RJ, R 129/24-01, Fisc., nr. 902 , p. 15). In een eerdere administratieve beslissing was de federale Administratie al tot een gelijkaardig besluit gekomen : “bij de vereffening van de [BVBA] kunnen alle onroerende goederen die hebben toebehoord aan de BVBA [de uitzonderingsregeling] genieten [...], en dit zowel de onroerende goederen verkregen door de vennootschap, als de gebouwen opgericht door de vennoot (aangezien deze laatste eigendom zijn geworden van de BVBA via natrekking, en de vennoot reeds deel uitmaakte van de BVBA op het moment van de verkrijging van de grond)”.

De heffing “moet in principe geschieden volgens het juridisch karakter van de verrichting: daar het om een enige vennoot gaat wordt het patrimonium van de BVBA noch verdeeld noch verkocht, zodat enkel het vast recht opeisbaar wordt op deze verrichting” (Beslissing van 21 mei 1996, nr. E.E./95.466, Rep. RJ, R 129/18-02).

8. Ook de federale Rulingcommissie heeft zich in die zin uitgesproken omtrent een geval van vereffening van een EBVBA. De EBVBA bezat in casu 100 % van een terrein met gebouw, zodat er hoe dan ook geen situatie van onverdeeldheid met de vennoot bestond (federale voorafgaande beslissing nr. 2015.278 van 1 september 2015).

9. Ook de Vlaamse Rulingcommissie heeft in dezelfde zin beslist (cf. beslissing nr. 16031 van 25 juli 2016). Hier ging om een vennoot die onroerende goederen verkrijgt ingevolge de vereffening van zijn EBVBA en waarbij het tweede uitzonderingsgeval van toepassing is (verkrijging door een vennoot van een onroerend goed dat door de vennootschap met betaling van het verkooprecht werd verkregen op het ogenblik dat de verkrijgende vennoot deel uitmaakte van de vennootschap). Bijgevolg, zo stelt de Vlaamse Rulingcommissie, “zal de verkrijging belast worden volgens haar gemeenrechtelijke aard”. “Vermits de verkrijging door een enige vennoot van een EBVBA” - “die niet in onverdeeldheid was met de vennootschap” - “niet kan worden gelijkgesteld met een verkoop noch met een verdeling”, is er “geen Vlaamse registratiebelasting verschuldigd op de verkrijging” (randnr. 13); (wat betekent dat het federaal algemeen vast recht van toepassing is).

10. Met betrekking tot het artikel 129 W. Reg. werd reeds diverse malen beslist dat dit ook van toepassing is op buitenlandse vennootschappen (zie o.m. Besl. 18 november 1999, Rep. RJ., R 129/23-01 inzake een Nederlandse BV; Besl. 11 januari 2008, Rep. RJ, R 129/25-01 inzake een Engelse Private Company Ltd. by shares). (F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Wolters Kluwer, 2019, nr. 1091/9, p 780, met verwijzing naar rechtspraak aldaar).

Het huidige artikel 2.9.1.0.4 VCF is met andere woorden ook van toepassing op buitenlandse vennootschappen in zoverre zij vergelijkbaar zijn met de vennootschappen opgesomd in artikel 2.9.1.0.4, eerste lid VCF.

11. De Cypriotische vennootschap “vennootschap A” kwalificeert als een personenvennootschap, zijnde als een vennootschap die vergelijkbaar is met de in artikel 2.9.1.0.4, eerste lid VCF opgesomde vennootschappen.[1] Het gaat bijgevolg niet om een vennootschap die vergelijkbaar is met de in artikel 2.1.9.0.5 VCF opgesomde vennootschappen, zijnde de NV, de Europese vennootschap of de Europese coöperatieve vennootschap.

Dit blijkt uit de volgende elementen:

- het betreft vooreerst een Private Company Limited by Shares. Bij beslissing dd. 11 januari 2008 oordeelde de federale fiscale administratie dat de Private Company Limited by Shares naar Engels recht kenmerken vertoont van een personenvennootschap, zodat artikel 129 W.Reg toepassing vind op de verkrijging door één of meer vennoten van een in België gelegen onroerend goed voortkomende van een private company by shares (Besl. 11 januari 2008, Rep. RJ, R 129/25-01).

Een Private Company Limited by Shares naar Cypriotisch recht is bij uitstek identiek, dan wel zeer vergelijkbaar met een Private Company Limited by Shares naar Engels Recht. De Cypriotische Companies’ Law Cap. 113 uit 1968 is immers gebaseerd op de UK Companies Act uit 1948. Dit blijkt uit de gezaghebbende literatuur (P. DEW, Doing Business with the Republic of Cyprus, London, GMB Publishing Ltd., 2005, 92):

Cyprus follows a system of English Common Law with Civil Law modifications. Common Law and Equity and English Court Procedure, as well as laws passed by Westminster and the colonial administration prior to 1960 form the crux of the Cyprus legal system. Further legislation passed by the House ever since usually follows the spirit and method of the Common Law. It is remarkable that the Cyprus Companies Law (Cap 113) is virtually identical with the English Companies Act of 1948, although it has been slightly modified to reflect various (but by no means all) changes made on the English Companies Act since, especially those that have been promulgated to abide by European Union directives.”

(eigen nadruk)

- de Cypriotische vennootschap “vennootschap A” kan geen aandelen aan het grote publiek aanbieden. Het is dus niet mogelijk om de aandelen van de vennootschap aan te bieden op gereguleerde aandelenmarkten. Het aantal “members of the company” is overigens beperkt tot 50. Dit blijkt uit de “Articles of Association” (stuk 1):

3. The company is a private company and accordingly:-

(a) the right to transfer shares is restricted in manner hereinafter prescribed;

(b) the number of members of the company (exclusive of persons who are in the employment of the company and of persons who having been formerly in the employment of the company were while in such employment and have continued after the determination of such employment to be members of the company) is limited to fifty. Provided that where two or more persons hold one or more shares in the company jointly they shall for the purpose of this regulation be treated as a single member;

© any invitation to the public to subscribe for any shares or debentures of the company is prohibited;

(d) the company shall not have power to issue share warrants to bearer.”

(eigen nadruk)

12. Hiermee onderscheidt de vennootschap naar Cypriotisch recht zich duidelijk van de in artikel 2.9.1.0.5 VCF opgesomde vennootschappen. De aandelen van de Belgische naamloze vennootschap kunnen immers wel verhandeld worden op een gereglementeerde markt. Artikel 6:1, §2 WVV bepaalt uitdrukkelijk dat de aandelen van een coöperatieve vennootschap niet kunnen worden toegelaten voor verhandeling op een gereglementeerde markt. Hetzelfde geldt voor de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap.

- De aandelen van de Cypriotische vennootschap “vennootschap A” kunnen niet zonder meer worden overgedragen (vgl. artikel 4:6 WVV voor wat betreft de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap en artikel 6:56 WVV voor wat de coöperatieve vennootschap betreft). Dit blijkt uit de “Articles of Association” (zie stuk 1 bij de aanvraag):

3. The company is a private company and accordingly:-

(a) the right to transfer shares is restricted in manner hereinafter prescribed;

(…)

6. Unless otherwise determined by the company in general meeting any original shares for the time being unissued and not allotted and any new shares from time to time to be created shall, before they are issued, be offered to the members in proportion, as nearly as may be, to the number of shares held by them. Such offer shall be made by notice specifying the number of shares offered, and limiting a time within which the offer, if not accepted, will be deemed to be declined, and after the expiration of such time, or on the receipt of an intimation from the person to whom the offer is made that he declines to accept the shares offered, the company may, subject to these regulations, dispose of the same in such manner as it thinks most beneficial to the company. The company may, in like manner, dispose of any such new or original shares as aforesaid, which, by reason of the proportion borne by them to the number of persons entitled to such offer as aforesaid or by reason of any other difficulty in apportioning the same cannot in the opinion of the company be conveniently offered in manner hereinbefore provided.”

(…)

27. Subject to such of the restrictions of these regulations as may be applicable, any member may transfer all or any of his shares by instrument in writing in any usual or common form or any other form which the directors may approve.

28. The directors may decline to register the transfer of a share to a person of whom they shall not approve, and they may also decline to register the transfer of a share on which the company has a lien.”.

(eigen nadruk)

13. Uit de voormelde bepalingen blijkt dat de identiteit van de aandeelhouders belangrijk is, hetgeen kenmerkend is voor personenvennootschappen. De aandelen moeten eerst aangeboden worden aan de bestaande aandeelhouders. Bovendien heeft de vennootschap zeggenschap over wie al dan niet aandeelhouder kan worden. De aandelen van een naamloze vennootschap kunnen daarentegen, behoudens statutaire beperkingen, onbeperkt worden overgedragen (artikel 7:73 ev. WVV). Bij de Cypriotische vennootschap “vennootschap A” geldt het omgekeerde principe. De aandelen zijn in principe niet zomaar overdraagbaar, behoudens statutaire afwijkingen.

14. De Cypriotische vennootschap “vennootschap A” heeft in casu slechts één aandeelhouder, hetgeen hoogst uitzonderlijk is bij de in artikel 2.9.1.0.5 VCF opgesomde vennootschappen. Dit benadrukt het persoonlijk karakter van de vennootschap.

- De Cypriotische vennootschap heeft rechtspersoonlijkheid. Artikel 4:22 van het WVV bepaalt dat de maatschap waarin de vennoten overeenkomen dat zij rechtspersoonlijkheid zal genieten, de vorm aanneemt van een vennootschap onder firma of van een commanditaire vennootschap. De rechtspersoonlijkheid is eveneens terug te vinden bij de besloten vennootschap naar Belgisch recht. De rechtspersoonlijkheid doet dus geen afbreuk aan de vergelijkbaarheid van de Cypriotische vennootschap “vennootschap A” met de vennootschappen opgesomd in artikel 2.9.1.0.4, eerste lid VCF.

- Het loutere feit dat de vennootschap een kapitaal ten bedrage van 1.000,00 EUR heeft doet geen afbreuk aan het feit dat zij vergelijkbaar is met de in artikel 2.9.1.0.4 VCF opgesomde vennootschappen. Een besloten vennootschap naar Belgisch recht werkt immers eveneens met een eigen vermogen dat toereikend moet zijn in het licht van de voorgenomen bedrijvigheid (artikel 5:3 WVV).

Uit het geheel van deze elementen volgt dat de vennootschap naar Cypriotisch recht vergelijkbaar is met de in artikel 2.9.1.0.4, eerste lid VCF opgesomde vennootschapsvormen.

15. De vennootschap naar Cypriotisch recht “vennootschap A” kocht middels notariële akte dd. xx.xx.2015 het appartement (met grond) genummerd […] in het appartementsgebouw […] gelegen te […] evenals de autostandplaats, genummerd […] en de berging genummerd […] in het […] gelegen te […] aan. De eigendom werd verkocht in zijn toekomstige staat van afwerking voor een prijs van 294.000,00 EUR (zie stuk 2 bij de aanvraag):

4. Prijs

Partijen verklaren dat deze verkoop is toegestaan en aanvaard werd voor de prijs, exclusief belasting over de toegevoegde waarde van [...], verdeeld als volgt:

- voor het appartement […], [...], exclusief BTW, uitgesplitst als volgt:

- voor de grondwaarde: [...] (€ [...]);

- voor de constructies: [...] (€ [...]);

- voor de autostandplaats […], [...] (€ [...]), exclusief BTW, uitgesplitst als volgt:

- voor de grondwaarde: [...] (€ [...])

- voor de constructies: [...] (€ [...])

- voor de berging […], [...] (€ [...]), exclusief BTW, uitgesplitst als volgt:

- voor de grondwaarde: [...] (€ [...])

- voor de constructies: [...] (€ [...]).

Deze prijs is een relatief forfait, wat impliceert dat het voorwerp van de overeenkomst wijzigbaar is door meer- of minwerken tijdens de uitvoering. In afwijking van artikel 1793 BW mogen de gebeurlijke meerwerken bewezen worden door alle middelen van recht, getuigen en vermoedens inbegrepen. Indien meerwerken door de verkoper worden uitgevoerd, dan dient dit akkoord ondertekend te worden voor goedkeuring door de koper. Indien het BTW-tarief wijzigt zal dit worden doorgerekend aan de koper.

  1. Betaling van de prijs

5.1 De verkoper van de grond verklaart ontvangen te hebben:

[...] (€ [...]) voorafgaandelijk aan deze akte, door middel van overschrijving van bankrekeningnummer […] op rekening […] van ondergetekende notaris […], waarover volle kwijting en ontlasting wordt verleend, en het saldo, hetzij [...] (€ [...]) op heden bij het verlijden dezer via het kantoor van de instrumenterende notaris daartoe geprovisioneerd zoals hierna vermeld, waarvoor kwijting, onder voorbehoud van inning van de cheque, voor zover daarmee wordt betaald.

5.2 De verkoper van de constructies verklaart van de koper op heden ontvangen te hebben:

Voor het appartement […]

- Vijfenveertig procent (45%) van de prijs van de gebouwen, te weten [...] (€ [...]) alsook de BTW hierop aan 21% te weten [...] (€ [...]), hetzij [...] (€ [...]) via het kantoor van de instrumenterende notaris daartoe geprovisioneerd zoals hierna vermeld, waarvoor kwijting, onder voorbehoud van inning van de cheque, voor zover daarmee wordt betaald.

5.2.2. Voor de autostaanplaats […]

Vijfennegentig procent (95%) van de prijs van de gebouwen, te weten [...] (€ [...]) alsook de BTW hierop aan 21% te weten [...] CENT (€ [...]), hetzij [...] (€ [...]) via het kantoor van de instrumenterende notaris daartoe geprovisioneerd zoals hierna vermeld, waarvoor kwijting, onder voorbehoud van inning van de cheque, voor zover daarmee wordt betaald.

5.2.3. Voor de berging […]

Vijfennegentig procent (95%) van de prijs van de gebouwen, te weten [...] (€ [...]) alsook de BTW hierop aan 21% te weten [...] (€ [...]), hetzij [...]​​​​​​​​​​​​​​ (€ [...]​​​​​​​)) via het kantoor van de instrumenterende notaris daartoe geprovisioneerd zoals hierna vermeld, waarvoor kwijting, onder voorbehoud van inning van de cheque, voor zover daarmee wordt betaald.”

16. De Cypriotische vennootschap “vennootschap A” kocht de grond samen met de constructies in oprichting aan met betaling van de registratierechten op de grond en met betaling van de btw op het gebouw. Dit blijkt uit de notariële akte van verkoop dd. xx.xx.2015 (zie stuk 2 bij de aanvraag):

“- Deze verkoop van de constructies gaat door onder het stelsel van de BTW.

Met toepassing van artikel 159, 8e lid van het Wetboek der Registratierechten verklaart de verkoper van de constructies:

  1. dat hij beroepsoprichter is onder registratienummer […] en de periodieke aangiften door hem worden verricht op het BTW-kantoor te […].
  2. dat de verkochte goederen nog niet in gebruik genomen werden, evenmin werden ingekohierd.
  3. dat de verkoop is toegestaan voor de totale prijs van [...] (€ [...]) voor de grondaandelen en [...] (€ [...]) voor de gebouwen, te vermeerderen met de belasting op de toegevoegde waarde.”.

Aan het onroerend goed zijn geen passiva verbonden.

17. Uit de rechtsleer blijkt dat in dit geval aan de voorwaarde van artikel 2.9.1.0.4, tweede lid, 2°, VCF voldaan is (F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Wolters Kluwer, 2019, nr. 1100/4, p 849):

Hypothese 2°: aankoop door de vennootschap van een grond samen met een gebouw in oprichting of pas voltooid met betaling van registratierechten op de grond en van btw op het gebouw. Ook in dit geval voldoet de latere toebedeling van het onroerend goed (grond en gebouw) aan een vennoot, die bij de aankoop door de vennootschap reeds deel uitmaakte van deze vennootschap, aan de criteria van artikel 129, derde lid 2° W.Reg./ Wal.W.Reg.

18. De voorgenomen verrichting ressorteert bijgevolg onder het uitzonderingsregime van artikel 2.9.1.0.4, tweede lid, 2°, VCF. Overeenkomstig de voormelde bepaling is het verkooprecht niet van toepassing als het gaat om onroerende goederen die de vennootschap verkreeg met betaling van het registratierecht en op voorwaarde dat het vaststaat dat de vennoot, die eigenaar van de onroerende goederen wordt, deel uitmaakte van de vennootschap toen laatstgenoemde de goederen verkreeg. Dit is in casu het geval.

19. De verkrijging gebeurt ingevolge een rechtsfeit. De Cypriotische vennootschap “vennootschap A” werd ontbonden en vereffend, hetgeen zal blijken uit de op te stellen notariële akte van vaststelling. In dat geval is overeenkomstig artikel 2.9.1.0.4, derde lid, VCF het algemeen vast recht van toepassing.

20. Conclusie

20.1. Uit het voorgaande blijkt dat de voorgenomen verrichting onder het toepassingsgebied van artikel 2.9.1.0.4, tweede lid, 2° VCF valt en zal worden belast volgens het gemeenrechtelijk regime.

De notariële vaststellingsakte, waarbij m.o.o. registratie en overschrijving in het hypotheekregister wordt vastgesteld op verklaring van de heer X dat de vennootschap ontbonden werd en de vereffening ervan werd gesloten, en dat het onroerend goed ingevolge die sluiting van vereffening is toebedeeld, wordt onderworpen aan het algemeen vast recht van 50 EUR.

Als hoofdreden voor de toepassing van het algemeen vast recht wordt het gebrek aan verdeling of overdracht onder bezwarende titel ingeroepen. Ook het feit dat de overdracht ingevolge ontbinding en vereffening losstaat van enige contractuele grondslag voor de overdracht kan als reden worden weerhouden.

Krachtens het gemeen recht kan een evenredige registratiebelasting slechts opeisbaar zijn wanneer het gaat om een verkrijging door overeenkomst en niet door een feit. Dit is in casu niet het geval.

De vereffening heeft geen overdragend of aanwijzend karakter. Ook de vereffening van een Cypriotische vennootschap “vennootschap A” heeft geen overdragend of aanwijzend karakter.

20.2. Bijgevolg verzoekt de aanvrager om te beslissen dat:

20.2.1. de verkrijging van het onroerend goed door de Heer X (NN: […]) onder de toepassing valt van artikel 2.1.9.0.4, tweede lid, 2° VCF;

20.2.2. deze verkrijging onderworpen zal zijn aan de belasting volgens de gemeenrechtelijke aard;

20.2.3. de notariële vaststellingsakte, waarbij m.o.o. registratie en overschrijving in het hypotheekregister wordt vastgesteld op verklaring van de heer X dat de vennootschap ontbonden werd en de vereffening ervan werd gesloten, en dat het onroerend goed ingevolge die sluiting van vereffening is toebedeeld, wordt onderworpen aan het algemeen vast recht van 50 EUR.

IV. Beslissing

Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

21. Nu de onroerende goederen die bij de vereffening worden toebedeeld aan de enige vennoot gelegen zijn in het Vlaamse Gewest is het besluitvormingsorgaan bevoegd om over deze toebedeling een voorafgaande beslissing af te leveren.

22. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De Vlaamse Belastingdienst doet bijgevolg geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.

23. Volgend artikel uit de VCF moet volgens de aanvraag worden onderzocht:

Artikel 2.9.1.0.4 VCF stelt:

“Het verkooprecht wordt ook gevestigd op de verkrijging, op welke wijze ook, anders dan bij inbreng in een vennootschap, door een of meer vennoten van onroerende goederen die in België liggen en die voortkomen van een vennootschap onder firma, van een commanditaire vennootschap, van een besloten vennootschap of van een coöperatieve vennootschap.

De verkrijging zal evenwel belast worden volgens haar gemeenrechtelijke aard als het gaat om :

1° onroerende goederen die in de vennootschap zijn ingebracht, als ze verkregen zijn door de persoon die de inbreng gedaan heeft;

2° onroerende goederen die door de vennootschap met betaling van het verkooprecht verkregen zijn, als het vaststaat dat de vennoot die eigenaar van die onroerende goederen wordt, deel uitmaakte van de vennootschap toen laatstgenoemde de goederen verkreeg.

In geval van verkrijging van maatschappelijke onroerende goederen door al de vennoten door een gehele of gedeeltelijke vereffening conform boek 2, titel 8, hoofdstuk 1, afdeling 2, van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, is, naargelang van het geval, de registratiebelasting die met toepassing van het eerste of het tweede lid is gevestigd, van toepassing op de latere toebedeling van de goederen aan een of meer vennoten.

Als al de vennoten maatschappelijke onroerende goederen verkrijgen naar verhouding van hun participatie in de vennootschap zonder enige tegenprestatie, waarbij die verkrijging boekhoudkundig wordt aangerekend op de beschikbare of onbeschikbare inbreng, is, naargelang van het geval, de registratiebelasting die met toepassing van het eerste of het tweede lid is gevestigd, van toepassing op de latere toebedeling van de goederen aan een of meer vennoten.”.

24. Er moet worden onderzocht of het artikel 2.9.1.0.4 VCF kan worden toegepast bij de vereffening van een Private company limited by shares naar Cypriotisch recht, aangezien deze vennootschapsvorm niet wordt opgesomd in dat artikel.

Alhoewel de opstelling van de artikelen 129 en 130 W.Reg; (op heden voor het Vlaamse Gewest: art. 2.9.1.0.4 en 2.9.1.0.5 VCF) voor de erin aangeduide vennootschappen klaarblijkelijk Belgische toestanden op het oog heeft, wordt niettemin aangenomen dat de bij deze artikelen aangenomen regeling ook toegepast moet worden voor de verkrijging door vennoten van in België gelegen onroerende goederen die voortkomen van buitenlandse vennootschappen. Hierbij is het dan zonder belang waar de zetel van de vennootschap zich bevindt, op het grondgebied van een lidstaat van de EU of daarbuiten. (zie Werdefroy, registratierechten, nummer 10919, met verwijzing naar rechtspraak aldaar).

De toepassing van artikel 2.9.1.0.4 VCF is evenwel beperkt tot de vennootschappen die daar worden opgesomd, m.n. een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap, een besloten vennootschap of een coöperatieve vennootschap. Ook de buitenlandse vennootschappen die de aard hebben van deze Belgische vennootschapsvormen worden bedoeld.

In zijn aanvraag benadrukt de aanvrager dat de vorm van Private company limited by shares gelijkaardig is met een personenvennootschap (zie p. 5 t.e.m. 9 van de aanvraag).

Een private company limited bij shares is een personenvennootschap die is opgericht naar het recht van Engeland en Wales, Hongkong, Noord-Ierland, Schotland, bepaalde jurisdicties van het Gemenebest (waaronder Cyprus) en de Republiek Ierland.

Zowel de Belgische “personenvennootschappen” als de private company limited by shares hebben rechtspersoonlijkheid, kunnen voor bepaalde of onbepaalde duur worden opgericht, slechts 1 vennoot tellen, en hebben geen verplicht minimumkapitaal.

Bovendien besliste de FOD Financiën in haar administratieve beslissing van 11 januari 2008 (EE/102.439) dat:

- de private company limited by shares naar Engels recht de kenmerken vertoont van een personenvennootschap.

- artikel 129 W.Reg. derhalve van toepassing is op de verkrijging door één of meer vennoten van een in België gelegen onroerend goed voortkomende van een private company by shares naar Engels recht.[2]

Bijgevolg kan op de uitkering van de onroerende goederen aan de enige vennoot artikel 2.9.1.0.4 VCF worden toegepast.

25. De aandelen van de private company limited by shares ““vennootschap A” worden formeel aangehouden door “vennootschap B”. De heer X, voormeld, houdt de aandelen van “vennootschap B” aan.

Bij de vereffening van “vennootschap A” zal het onroerend goed van rechtswege toekomen aan haar enige aandeelhouder “vennootschap B”.

Wanneer een vennootschap (zoals bedoeld in artikel 2.9.1.0.4 VCF) een perceel grond heeft verkregen met betaling van het verkooprecht, vervolgens gebouwen heeft opgericht op het perceel grond en het volledige onroerend goed nadien wordt verkregen door een vennoot die deel uitmaakte van de vennootschap op het ogenblik dat de vennootschap de grond verkreeg, kwalificeert de betrokken vennoot voor de toepassing van artikel 2.9.1.0.4, tweede lid VCF, niet enkel voor de verkrijging van de grond maar ook voor de verkrijging van de gebouwen. Door de werking van de natrekking zijn de grond en de gebouwen immers verenigd tot één enkel onroerend goed. In dat kader kan worden verwezen naar standpunt 16002.

26. Uit de aangeleverde gegevens is het aandeelhouderschap van X t.o.v. ““vennootschap A”” onduidelijk. De aanvrager benadrukt de declaration of trust dd. xx.xx.2008 en de transparantie die ““vennootschap B”” zou kenmerken.

“vennootschap B” is evenwel een vennootschap met rechtspersoonlijkheid waarbij de mogelijke fiscale transparantie moet worden onderzocht. Er kan niet voorbijgegaan worden aan de juridische realiteit dat het hier gaat om twee verschillende vennootschappen.

Het besluitvormingsorgaan moet om hier uitsluitsel over te geven bewijsstukken beoordelen. Niet alleen zijn de aangeleverde bewijsstukken onvolledig, het besluitvormingsorgaan is volgens artikel 3.22.0.0.1, §3, tweede lid, c), VCF ook niet bevoegd om deze stukken te beoordelen.

27. Voor zover de fiscale transparantie wordt aanvaardt en bij de vereffening het onroerend goed onmiddellijk wordt overgemaakt aan de heer X wordt in het geval de verkrijging van een onroerend goed van de vennootschap door de enige vennoot meteen beschouwd als de “latere toebedeling”, en is de wachtregeling niet van toepassing (art. 2.9.1.0.4, derde lid, VCF).

Indien de vennoot kwalificeert voor één van de uitzonderingen van het tweede lid van artikel 2.9.1.0.4 VCF zal de verkrijging van het onroerend goed getaxeerd worden volgens haar gemeenrechtelijk aard.

Indien deze uitzonderingen niet van toepassing zijn wordt het verkooprecht onmiddellijk verschuldigd.

Kwalificeert de enige vennoot wel voor de uitzonderingen, dan is er bij de verkrijging door deze enige vennoot bij de vereffening van de vennootschap, geen registratiebelasting verschuldigd omdat er geen sprake is van een conventionele overdracht.

De vereffening van de vennootschap moet gebeuren overeenkomstig boek 2, titel 8, hoofdstuk 1, afdeling 2 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen of gelijkaardige regelgeving van een land van de EER.

Het onroerend goed moet worden verkregen ingevolge een rechtsfeit, door de loutere afsluiting van de vereffening, zonder enige tegenprestatie, d.i. “zuiver en eenvoudig”, zoals de aanvrager stelt.

28. Het besluitvormingsorgaan is niet bevoegd om zich uit te spreken over de toepassing van het algemeen vast recht. Dit is immers een federale heffing.

Deze beslissing heeft alleen betrekking op de registratiebelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.

Voetnoten

[1] De personenvennootschap kenmerkt zich door zijn “intuïtu-personae-karakter, daar de persoon van de vennoot een wezenlijk element is in dit type vennootschap. De kapitaalvennootschap is eerder intuitu pecuniae, lees: meer gericht op kapitaalverschaffing waarbij de persoon van de vennoten minder relevant is. Het typevoorbeeld van de kapitaalvennootschap is de nv. In het rijtje van de personenvennootschappen worden in ons vennootschapsrecht de vof, de stille en tijdelijke handelsvennootschap, de esv, de Comm. V en de cvoa geplaatst. En quid met de bvba en de cvba? Deze worden in de moderne doctrine eerder als ‘hybride’ gecatalogeerd. Deze in oorsprong vooral als personenvennootschappen te beschouwen vennootschapstypes hebben immers de afgelopen decennia heel wat kenmerken meegekregen van kapitaalvennootschappen, omdat de vennootschapswetgever heel wat spelregels rond kapitaal ook toepasselijk gemaakt heeft op de bvba en de cvba. (F. WERDEFROY, Registratierechten, Mechelen, Wolters Kluwer, 2019, nr. 1091/5, p 767, voetnoot 566).

[2] Fisconet, R.J. R 129/25-01