Gedaan met laden. U bevindt zich op: VB 18020 - Oprichting maatschap en schenking deelbewijzen Vlaamse Belastingdienst

VB 18020 - Oprichting maatschap en schenking deelbewijzen

Voorafgaande beslissing
Nummer
18020
Datum beslissing
28 mei 2018
Publicatiedatum
12 juni 2018

Heffing

  • Erfbelasting

Wettelijke basis

  • art. 2.7.1.0.3. VCF
  • art. 2.7.1.0.7. VCF

I. Voorwerp van de aanvraag

1. De aanvraag strekt ertoe uitsluitsel te krijgen over het feit of er ingevolge de voorgenomen verrichting, met name het oprichten van een burgerlijke maatschap en vervolgens de schenking van de deelbewijzen van de burgerlijke maatschap met voorbehoud van vruchtgebruik, geen erfbelasting zal verschuldigd zijn op grond van artikel 2.7.1.0.3,3° VCF of op grond van eender welke andere bepaling.

II. Omschrijving van de verrichtingen

II. A. Identiteit van de aanvrager en de partijen

2. De aanvraag wordt ingediend door BVBA A namens:
De heer X, wonende […], gehuwd met mevrouw Y onder het stelsel van scheiding van goederen;
Zij hebben samen 3 zonen.

II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)

Oprichting burgerlijke maatschap

3. De heer X wenst een burgerlijke maatschap op te richten waarin hij bepaalde vermogensbestanddelen wenst in te brengen, met name aandelen van een management/patrimoniumvennootschap, alsook diverse vorderingen (onder de vorm van rekening-courant en achtergestelde lening) op deze en exploitatievennootschappen.
4. Mevrouw Y zal een beperkte geldelijke inbreng doen waardoor zij ook een beperkt aantal deelbewijzen van de burgerlijke maatschap zal bezitten.
5. De heer X wordt aangesteld als beheerder van de burgerlijke maatschap. De beheerder is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn voor de verwezenlijking van het doel van de maatschap, zijnde het in stand houden van het vermogen van de burgerlijke maatschap en bij voorkeur het vermogen te doen aangroeien en laten stijgen in waarde.
6. Het ontwerp van de statuten van de burgerlijke maatschap wordt in bijlage toegevoegd.

Schenking deelbewijzen burgerlijke maatschap

7. De heer X wenst na de oprichting zijn deelbewijzen van de burgerlijke maatschap te schenken aan zijn 3 zonen en dit met voorbehoud van vruchtgebruik.
8. De schenking zou verleden worden voor een notaris in Nederland en zal niet geregistreerd worden in België, bijgevolg zal er voorlopig geen schenkbelasting worden betaald.
9. In het ontwerp van de statuten is voorzien dat het stemrecht van de deelbewijzen waarbij het eigendomsrecht is opgesplitst in blote eigendom en vruchtgebruik, bij de vruchtgebruiker ligt. Het stemrecht op de algemene vergadering van de burgerlijke maatschap zou dus in handen blijven van de heer X.
10. In de schenkingsakte zou de heer X volgend vervreemdingsverbod opnemen:
'Het is de begiftigden niet toegelaten om, behoudens voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de schenker, op gelijk welke wijze de bij onderhavige akte geschonken eigendom van de deelgerechtigdheden te vervreemden, te verpanden of tot zekerheid te stellen of anderszins te bezwaren tijdens het leven de schenker. Evenwel is elke overdracht te kosteloze titel door de begiftigden aan de bloedverwanten in rechte
neerdalende lijn vanaf heden toegestaan onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat alle overige voorwaarden lasten en modaliteiten van de onderhavige schenking integraal worden gerespecteerd en dat desgevallend toestemming van de schenker wordt verkregen. '
11. Behoudens nog een verbod tot inbreng in de huwgemeenschap van de begiftigden, worden geen andere beperkingen opgelegd aan de begiftigden.
12. Een ontwerp van de schenkingsakte kan nog niet voorgelegd worden aangezien men dit pas wenst aan te vragen bij de notaris eens er een antwoord is op onderhavige vraag.

III. Motivering van de aanvraag

13. De vraag wordt gesteld in het licht van de Voorafgaande Beslissing nr. 16046 d.d. 14 november 2016.
14. Artikel 2.7.1.0.3,3° VCF luidt als volgt:
"Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd:
[ . .]
3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker. "

15. Artikel 2.7.1.0.3,3° VCF, al dan niet in combinatie met artikel 3.17.0.0.2 VCF, kan o.i. geenszins toepassing vinden.
16. Het voorwerp van de voorgenomen schenking betreft de deelbewijzen van de burgerlijke maatschap. Door de schenking van de deelbewijzen van de burgerlijke maatschap verdwijnen de geschonken deelbewijzen definitief uit het vermogen van de schenker, deze behoren geenszins nog tot zijn eigendom. Bij een schenking onder opschortende voorwaarde/termijn bevindt de eigendom van de geschonken goederen zich nog bij de schenker en dit zolang de opschortende voorwaarde/termijn niet wordt vervuld. De eigendom van de geschonken goederen gaat dus pas over bij het vervullen van de opschortende voorwaarde/termijn van de overlijden van de schenker, terwijl dit bij de schenking van de deelbewijzen van de burgerlijke maatschap onmiddellijk gebeurt.
17. De heer X wenst zijn kinderen te betrekken in de werking van de burgerlijke maatschap en wenst hen bij belangrijke beslissingen binnen de burgerlijke maatschap inspraak te geven. Op die manier wordt het controlebehoud van de schenker-vruchtgebruiker afgezwakt.
Hiertoe voorzien de statuten:
“11.8 Behoudens gevallen waar onderhavige overeenkomst andere meerderheden en/of unanimiteit voorziet, worden de besluiten van de algemene vergadering genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal op de vergadering vertegenwoordigde stemmen.
11. 9 De volgende beslissingen dienen verplicht te worden genomen tevens met instemming van 2/3e van de blote eigenaars:
- ontslag en benoeming van beheerders, andere dan de in deze akte nominatief aangeduide beheerder en opvolgende beheerders die benoemd zijn voor de duur van de maatschap;
- goedkeuring toetreding nieuwe vennoten;
- bijkomende inbrengen;
- overdracht van deelgerechtigheden;
- de gehele of gedeeltelijke uittreding van vennoten;
- ontbinding van de maatschap.”
18. Dit impliceert dat de heer X geen volledige controle meer heeft over de-geschonken deelgerechtigdheden waardoor niet dezelfde rechtsgevolgen bekomen worden als zou er zijn geschonken geweest zijn onder opschortende voorwaarde of termijn van het overlijden van de schenker.
19. Het vervreemdingsverbod voorzien in de schenkingsakte doet hieraan geen afbreuk gelet op de wens van de heer X om het familiaal vermogen in stand te houden.

IV. Beslissing

20. Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:

21. Een burgerlijke maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid en is fiscaal transparant. Wanneer er een overdracht is van deelgerechtigdheden in een burgerlijke maatschap is er sprake van een overdracht van de achterliggende goederen die tot de maatschap behoren. De Vlaamse belastingdienst beoordeelt de overdracht van deelgerechtigdheden in een burgerlijke maatschap in het kader van de registratie- en erfbelasting als een overdracht van de respectievelijke goederen die in de maatschap werden ingebracht waarbij de aard van die goederen de belastbaarheid bepaalt.

22. Artikel 2.7.1.0.3, 3° VCF luidt als volgt:

“Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd:

3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.”

23. Artikel 2.7.1.0.3, 3° VCF treft schenkingen van roerende goederen die door de erflater zijn gedaan onder een opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt door het overlijden van de schenker. De ratio legis van deze bepaling is dat de schenker niet de volledige beschikkingsbevoegdheid mag behouden over de geschonken goederen. Vermits dit in deze niet het geval is (zie de motivering in randnr. 17), zal er geen toepassing worden gemaakt van artikel 2.7.1.0.3, 3° VCF bij het overlijden van de schenker.

24. Indien de heer X en zijn drie zonen naar aanleiding van de schenking met voorbehoud van vruchtgebruik van de deelgerechtigdheden van de burgerlijke maatschap overgaan tot inschrijving op hun naam voor respectievelijk het vruchtgebruik en de blote eigendom van de aandelen van de patrimonium-en exploitatievennootschappen in het matenregister van de maatschap, moet dit beschouwd worden als een inschrijving van effecten zoals bedoeld in artikel 2.7.1.0.7 VCF. Er moet dus ook onderzocht worden of de voorgenomen rechtshandelingen gevat worden door artikel 2.7.1.0.7 VCF.

25. Artikel 2.7.1.0.7 VCF luidt als volgt:

“De roerende en onroerende goederen die wat betreft het vruchtgebruik door de erflater en wat betreft de blote eigendom door een derde onder bezwarende titel zijn verkregen, worden, voor de heffing van de erfbelasting, geacht in volle eigendom in zijn nalatenschap aanwezig te zijn en als legaat door die derde te zijn verkregen. Hetzelfde geldt voor effecten aan toonder of op naam en voor geldbeleggingen die voor het vruchtgebruik ingeschreven zijn op naam van de erflater en voor de blote eigendom op naam van een derde.

Het eerste lid is niet van toepassing :
1° als wordt bewezen dat de verkrijging geen bedekte bevoordeling van de derde is;
2° als de erflater langer heeft geleefd dan de derde of als de derde niet behoort tot de personen, vermeld in artikel 2.7.3.4.4, eerste, tweede en derde lid.”

26. Bij wijze van tolerantie en rekening houdend met de oorspronkelijke doelstelling van artikel 2.7.1.0.7 VCF wordt een voorafgaande schenking aanvaard als tegenbewijs tegen het vermoeden van bevoordeling indien op deze schenking schenkbelasting wordt betaald, wat impliceert dat deze schenking ter registratie wordt aangeboden (Standpunt Vlaamse Belastingdienst nr. 15004 dd. 26.04.2016).

27. De voor een Nederlandse notaris verleden voorafgaandelijke schenkingsakte van de deelgerechtigdheden in de burgerlijke maatschap kan echter niet worden aangewend om het tegenbewijs zoals voorzien in artikel 2.7.1.0.7, tweede lid te leveren, daar deze akte niet bewijst dat de bevoordeling niet bedekt is. Het feit dat een voorafgaande schenking wordt gedaan bij een authentieke akte verleden voor een buitenlandse notaris, die niet ter registratie wordt aangeboden in België, geeft aan dat de partijen deze bevoordeling bedekt willen houden.

28. Deze beslissing heeft alleen betrekking op erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen.