Sterfhuisclausule - werking wetgeving in de tijd - fictiebepaling 2.7.1.0.4 VCF is geen anti-misbruikbepaling
- Rolnummer
- F20.0071.N
- Datum beslissing
- 16 september 2021
- Publicatiedatum
- 16 september 2021
- Rechtbank
- Hof van Cassatie
- Status
- Definitief
Heffing
- Erfbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.7.1.0.4. VCF
Samenvatting
Krachtens artikel 2.7.1.0.4 Vlaamse Codex Fiscaliteit, zoals gewijzigd door artikel 24 van het decreet van 3 juli 2015 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015, wordt de langstlevende echtgenoot die ingevolge een huwelijksovereenkomst die niet aan de regels voor de schenkingen is onderworpen, meer dan de helft van de gemeenschap toegekend krijgt, voor de heffing van de erfbelasting gelijkgesteld met de langstlevende echtgenoot die, als niet wordt afgeweken van de gelijke verdeling van de gemeenschap, het deel van de andere echtgenoot krachtens een schenking onder de levenden of een uiterste wilsbeschikking geheel of gedeeltelijk verkrijgt.
Deze bepaling bepaalt mede het belastbaar voorwerp van de erfbelasting en onderscheidt zich aldus van een antimisbruikbepaling die de administratie in geval van fiscaal misbruik toelaat om een niet-belastbare rechtshandeling te negeren en de belastingplichtige te belasten alsof het fiscaal misbruik nooit heeft plaatsgevonden.
De appelrechter die oordeelt dat het gewijzigde artikel 2.7.1.0.4 Vlaamse Codex Fiscaliteit waarop de bestreden aanslag gesteund is, onmiskenbaar een antimisbruikbepaling is, verantwoordt zijn beslissing dat de gewijzigde versie van artikel 2.7.1.0.4 Vlaamse Codex Fiscaliteit slechts uitwerking heeft op rechtshandelingen die dateren vanaf haar inwerkingtreding, zijnde 1 juli 2015 niet naar recht.
Het onderdeel is gegrond.