Deel XIbis. Specifieke arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden binnen de nautische keten van het agentschap voor maritieme dienstverlening en kust
Titel 12. Mobiliteit tussen een graad of functie binnen de nautische keten en een graad of functie buiten de nautische keten
Titel 12 bevat Art. XIbis 92. tot en met Art. XIbis 141.
Hoofdstuk 1. Mobiliteit van een graad of functie binnen de Nautische keten vermeld in artikel XIbis 57, naar een graad of functie buiten de Nautische keten
Hoofdstuk 1 bevat Art. XIbis 92. tot en met Art. XIbis 110.
Afdeling 1. Personeelsleden in dienst vóór 1 juni 2024
Afdeling 1 bevat Art. XIbis 92. tot en met Art. XIbis 101.
Onderafdeling 1. Hoedanigheid
Onderafdeling 1 bevat Art. XIbis 92. en Art. XIbis 93.
Art. XIbis 92.
De ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die via mobiliteit overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, behoudt zijn hoedanigheid van ambtenaar.[78]
Art. XIbis 93.
Het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, dat buiten de Nautische keten een gezagsfunctie opneemt als vermeld in de lijst die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, wordt toegelaten tot de statutaire proeftijd, vermeld in deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
Het contractuele personeelslid, vermeld in het eerste lid, dat een niet-gezagsfunctie opneemt buiten de Nautische keten, behoudt zijn hoedanigheid.[78]
Onderafdeling 2. Verloning
Onderafdeling 2 bevat Art. XIbis 94. tot en met Art. XIbis 96.
Art. XIbis 94.
Het personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, , dat via mobiliteit of bevordering overgaat naar een andere graad of functie binnen de diensten van de Vlaamse overheid, wordt ingeschaald in de overeenkomstige salarisschaal van de nieuwe graad, conform artikel VIIbis 16, §1.
De inschaling, vermeld in het eerste lid, gebeurt op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan, met behoud van de geldelijke- en schaalanciënniteit op het moment van de overgang, vermeld in het eerste lid.[78]
Art. XIbis 95.
Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel XIbis 1, dat via mobiliteit overstapt, kan er vrijwillig voor kiezen om onder het toepassingsgebied van deel VII te ressorteren.
De keuze, vermeld in het eerste lid, wordt gemaakt conform artikel VII 2, §2. De inschaling bij de overstap, vermeld in het eerste lid, gebeurt conform artikel VII 2, §4.[78]
Art. XIbis 96.
Artikel VII 5bis en artikel VIIbis 1, derde lid, zijn van toepassing op het personeelslid dat via bevordering overstapt.[78]
Onderafdeling 3. Ziekteregeling
Onderafdeling 3 bevat Art. XIbis 97.
Art. XIbis 97.
De ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die bij de overstap naar een graad of functie buiten de Nautische keten ambtenaar blijft, valt onder de ziekteregeling, vermeld in artikel X 21. De ziektedagen die een ambtenaar heeft opgenomen vóór de voormelde overstap, worden aangerekend op het ziektekapitaal.
Het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, dat bij een overstap naar een graad of functie buiten de Nautische keten, contractueel blijft, valt onder de ziekteregeling, vermeld in artikel X 20.
Het contractuele personeelslid dat bij een overstap naar een graad of functie buiten de Nautische keten ambtenaar wordt, valt onder de ziekteregeling, vermeld in artikel X 18 en X 19.[78]
Onderafdeling 4. Aanvullend pensioen
Onderafdeling 4 bevat Art. XIbis 98.
Art. XIbis 98.
Het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1 dat overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten , heeft recht op een aanvullend pensioen zoals vermeld in artikel VII 109novies.[78]
Onderafdeling 5. Ambtshalve pensioen
Onderafdeling 5 bevat Art. XIbis 99.
Art. XIbis 99.
Aan de hoedanigheid van een ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, , kan alleen een einde worden gemaakt in de gevallen, vermeld in artikel XI 1.[78]
Onderafdeling 6. Evaluatie en raad van beroep
Onderafdeling 6 bevat Art. XIbis 100.
Art. XIbis 100.
De ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, wordt geëvalueerd conform deel IV.[78]
Onderafdeling 7. Ontslagbescherming van contractuele personeelsleden
Onderafdeling 7 bevat Art. XIbis 101.
Art. XIbis 101.
Op het personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, dat overstapt naar een andere graad of functie binnen de diensten van de Vlaamse overheid, is, vanaf de datum van de voormelde overstap, deel XI, titel 3, van toepassing.[78]
Afdeling 2. Personeelsleden in dienst vanaf 1 juni 2024
Afdeling 2 bevat Art. XIbis 102. tot en met Art. XIbis 110.
Onderafdeling 1. Hoedanigheid
Onderafdeling 1 bevat Art. XIbis 102. en Art. XIbis 103.
Art. XIbis 102.
De ambtenaar, vermeld in artikel XIbis 1 die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, die niet voorkomt in de lijst die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, wordt tewerkgesteld met een contractuele tewerkstelling. Hij behoudt zijn hoedanigheid in geval van een niet-vrijwillige overstap gedurende maximaal twee jaar.
Als de ambtenaar, vermeld in het eerste lid, overstapt naar een gezagsfunctie buiten de Nautische keten, vermeld in de lijst die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, behoudt hij zijn hoedanigheid.[78]
Art. XIbis 103.
Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel XIbis 1 dat overstapt naar een gezagsfunctie buiten de Nautische keten, vermeld in de lijst die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, wordt toegelaten tot de statutaire proeftijd, vermeld in deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
Als het personeelslid, vermeld in het eerste lid, overstapt naar een niet-gezagsfunctie behoudt hij zijn hoedanigheid.[78]
Onderafdeling 2. Verloning
Onderafdeling 2 bevat Art. XIbis 104. en Art. XIbis 105.
Art. XIbis 104.
Het personeelslid 1 vermeld in artikel XIbis 1, dat via mobiliteit of bevordering overgaat naar een andere graad binnen de diensten van de Vlaamse overheid, wordt ingeschaald in de overeenkomstige salarisschaal van de nieuwe graad, conform artikel VIIbis 16, §1.
De inschaling, vermeld in het eerste lid, gebeurt op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan, met behoud van de geldelijke- en schaalanciënniteit op het moment van de overgang, vermeld in het eerste lid.[78]
Art. XIbis 105.
Het personeelslid, vermeld in artikel XIbis 115, ressorteert vanaf de datum van de overgang onder de toepassing van deel VII als de overgang de eerste dag van de maand plaatsvindt. Bij een overgang in de loop van de maand ressorteert het personeelslid onder de toepassing van deel VII vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de overgang.
De inschaling gebeurt conform artikel VII 2, §4.[78]
Onderafdeling 3. Ziekteregeling
Onderafdeling 3 bevat Art. XIbis 106.
Art. XIbis 106.
Op de ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, is de ziekteregeling, vermeld in artikel X 18 en X 19 van toepassing.
Op het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, is de ziekteregeling, vermeld in artikel X 20 van toepassing.[78]
Onderafdeling 4. Aanvullend pensioen
Onderafdeling 4 bevat Art. XIbis 107.
Art. XIbis 107.
Het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, en overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, heeft recht op een aanvullend pensioen, als vermeld in artikel VII 109novies.[78]
Onderafdeling 5. Ambtshalve pensioen
Onderafdeling 5 bevat Art. XIbis 108.
Art. XIbis 108.
Aan de hoedanigheid van een ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, kan alleen een einde worden gemaakt in de gevallen, vermeld in artikel XI 1.[78]
Onderafdeling 6. Evaluatie en raad van beroep
Onderafdeling 6 bevat Art. XIbis 109.
Art. XIbis 109.
De ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, wordt geëvalueerd conform deel IV.[78]
Onderafdeling 7. Ontslagbescherming contractuele personeelsleden
Onderafdeling 7 bevat Art. XIbis 110.
Art. XIbis 110.
Op het personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, eerste lid, dat overstapt naar een andere graad of functie buiten de Nautische keten, is, vanaf de datum van de voormelde overstap, deel XI, titel 3, van toepassing.[78]
Hoofdstuk 2. Mobiliteit van een graad of functie buiten de Nautische keten naar een graad of functie binnen de Nautische keten, vermeld in artikel XIbis 57.
Hoofdstuk 2 bevat Art. XIbis 111. tot en met Art. XIbis 141.
Afdeling 1. Personeelsleden in dienst vóór 1 juni 2024
Afdeling 1 bevat Art. XIbis 111. tot en met Art. XIbis 128.
Onderafdeling 1. Hoedanigheid
Onderafdeling 1 bevat Art. XIbis 111. tot en met Art. XIbis 114.
Art. XIbis 111.
De ambtenaar die een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt statutair benoemd in de nieuwe graad. Ingeval van een bevordering wordt de ambtenaar toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
De ambtenaar krijgt voor de duur van de statutaire proeftijd, vermeld in het eerste lid, ambtshalve onbetaald verlof.[78]
Art. XIbis 112.
De ambtenaar die een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, krijgt een contract van bepaalde of onbepaalde duur.
De ambtenaar krijgt ambtshalve verlof voor opdracht. In afwijking van artikel X 63 is dit verlof beperkt tot twee jaar.[78]
Art. XIbis 113.
Het contractuele personeelslid dat een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4. In geval van een bevordering wordt het contractuele personeelslid toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
Het contractuele personeelslid krijgt voor de duur van de statutaire proeftijd, vermeld in het eerste lid, ambtshalve onbetaald verlof.[78]
Art. XIbis 114.
Het contractuele personeelslid dat een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, krijgt een contract van bepaalde of onbepaalde duur.[78]
Onderafdeling 2. Verloning
Onderafdeling 2 bevat Art. XIbis 115. tot en met Art. XIbis 123.
Art. XIbis 115.
Een ambtenaar die bezoldigd wordt conform artikel VIIbis 16, §1, en via mobiliteit of bevordering overgaat naar een statutaire functie als vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, wordt ingeschaald op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan.
De inschaling, vermeld in het eerste lid, gebeurt met behoud van de opgebouwde geldelijke- en schaalanciënniteit.[78]
Art. XIbis 116.
Een ambtenaar op wie artikel VII 12 van toepassing is, die via mobiliteit of bevordering overgaat naar een statutaire graad als vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen is artikel VII 3 van toepassing.
De ambtenaar, vermeld in het eerste lid, behoudt het salaris dat hij kreeg vóór de overstap, tot hij in de nieuwe loopbaan een salaris krijgt dat tenminste daaraan gelijk is.[78]
Art. XIbis 117.
Een ambtenaar die bezoldigd wordt conform artikel VIIbis 16, §1, en op basis van artikel XIbis 3, §2, een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt bezoldigd in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
De persoon, vermeld in het eerste lid, behoudt tenminste de geldelijke anciënniteit die hij bezat op het moment van het opnemen van de contractuele functie.[78]
Art. XIbis 118.
Een ambtenaar die bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 3, §2, wordt verloond in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.[78]
Art. XIbis 119.
Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel VIIbis 9, dat een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, behoudt ten minste de geldelijke anciënniteit die hij bezat op het moment van het opnemen van de nieuwe statutaire functie.
Als een functionele loopbaan verbonden is aan de contractuele functie, vermeld in het eerste lid, gebeurt de inschaling op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan.[78]
Art. XIbis 120.
Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt en een statutaire betrekking opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.[78]
Art. XIbis 121.
Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en dat een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de functie in kwestie.
Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, behoudt ten minste de geldelijke anciënniteit die hij bezat op het moment van het opnemen van de nieuwe contractuele functie.[78]
Art. XIbis 122.
Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel VIIbis 9, dat een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, behoudt ten minste de geldelijke anciënniteit die hij bezat op het moment van het opnemen van de nieuwe contractuele functie.[78]
Art. XIbis 123.
Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een contractuele functie opneemt, als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.[78]
Onderafdeling 3. Ziekteregeling
Onderafdeling 3 bevat Art. XIbis 124.
Art. XIbis 124.
Artikel XIbis 83 is van toepassing op de ambtenaar en het contractuele personeelslid dat een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57.
De ziektedagen die een ambtenaar opnam vóór de overstap worden aangerekend op het ziektekapitaal.[78]
Onderafdeling 4. Aanvullend pensioen
Onderafdeling 4 bevat Art. XIbis 125.
Art. XIbis 125.
Het contractuele personeelslid dat een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, heeft recht op een aanvullend pensioen als vermeld in artikel VII 109novies.
In afwijking van artikel VII 109novies, eerste en tweede lid, wordt altijd een vaste bijdrage van 3% van het salaris toegepast.[78]
Onderafdeling 5. Ambtshalve pensioen
Onderafdeling 5 bevat Art. XIbis 126.
Art. XIbis 126.
§1. Een ambtenaar die een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, kan zijn hoedanigheid niet verliezen vóór het einde van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, behalve in de gevallen vermeld in de pensioenwetgeving of dit besluit.
§2. Ambtshalve wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar op de laatste dag van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, behalve in geval van schorsing in het belang van de dienst van de ambtenaar of als een tuchtprocedure tegen de ambtenaar loopt. In de voormelde gevallen wordt ambtshalve een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar na afloop van de schorsing in het belang van de dienst en eventueel van de tuchtprocedure.
§3. In afwijking van paragraaf 2, kan de benoemende overheid een ambtenaar na het einde van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt nog verder in dienst houden voor een periode van maximaal één jaar, telkens verlengbaar met maximaal één jaar. De voormeld persoon behoudt zolang zijn hoedanigheid van ambtenaar.[78]
Onderafdeling 6. Evaluatie en raad van beroep
Onderafdeling 6 bevat Art. XIbis 127.
Art. XIbis 127.
De bepalingen over de evaluatie en de raad van beroep die golden voor 1 juni 2024 blijven van toepassing op de ambtenaar die een graad of functie functie opneemt zoals vermeld in artikel XIbis 57.[78]
Onderafdeling 7. Ontslagbescherming contractuele personeelsleden
Onderafdeling 7 bevat Art. XIbis 128.
Art. XIbis 128.
Op het personeelslid dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt, en overstapt naar een graad als vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, is vanaf de datum van de voormelde overstap artikel XIbis 89 van toepassing.[78]
Afdeling 2. Personeelsleden in dienst vanaf 1 juni 2024
Afdeling 2 bevat Art. XIbis 129. tot en met Art. XIbis 141.
Onderafdeling 1. Hoedanigheid
Onderafdeling 1 bevat Art. XIbis 128. tot en met Art. XIbis 132.
Art. XIbis 129.
De ambtenaar die een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 58, wordt statutair benoemd in de nieuwe graad. In geval van een bevordering wordt de ambtenaar toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
De ambtenaar krijgt voor de duur van de statutaire proeftijd, vermeld in het eerste lid, ambtshalve onbetaald verlof.[78]
Art. XIbis 130.
De ambtenaar die een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, krijgt een contract van bepaalde of onbepaalde duur.
Als een contractuele functie wordt opgenomen als gevolg van een eenzijdig initiatief van de lijnmanager of naar aanleiding van een beslissing van de Vlaamse Regering, behoudt het personeelslid zijn statutaire functie gedurende twee jaar.
De ambtenaar krijgt ambtshalve verlof voor opdracht. In afwijking van artikel X 63 is dit verlof beperkt tot twee jaar.[78]
Art. XIbis 131.
Het contractuele personeelslid dat een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4. In geval van een bevordering wordt het contractuele personeelslid toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
Het contractuele personeelslid krijgt voor de duur van de statutaire proeftijd, vermeld in het eerste lid, ambtshalve onbetaald verlof.[78]
Art. XIbis 132.
Het contractuele personeelslid dat een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, krijgt een contract van bepaalde of onbepaalde duur.[78]
Onderafdeling 2. Verloning
Onderafdeling 1 bevat Art. XIbis 133. tot en met Art. XIbis 136.
Art. XIbis 133.
De ambtenaar die bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.[78]
Art. XIbis 134.
De ambtenaar die bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.[78]
Art. XIbis 135.
Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.[78]
Art. XIbis 136.
Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen is artikel VII 3 van toepassing.[78]
Onderafdeling 3. Ziekteregeling
Onderafdeling 3 bevat Art. XIbis 137.
Art. XIbis 137.
Op de ambtenaar en het contractuele personeelslid die een graad of functie opnemen als vermeld in artikel XIbis 57, zijn artikel XIbis 100 tot en met XIbis 107 van toepassing.
De ziektedagen die een ambtenaar opnam vóór de overstap worden aangerekend op het ziektekapitaal.[78]
Onderafdeling 4. Aanvullend pensioen
Onderafdeling 4 bevat Art. XIbis 138.
Art. XIbis 138.
Het contractuele personeelslid dat een graad of functie opneemt zoals vermeld in artikel XIbis 57, heeft recht op een aanvullend pensioen als vermeld in artikel VII 109novies.
In afwijking van artikel VII 109novies, eerste en tweede lid, wordt altijd een vaste bijdrage van 3% van het salaris toegepast.[78]
Onderafdeling 5. Ambtshalve pensioen
Onderafdeling 5 bevat Art. XIbis 139.
Art. XIbis 139.
§1. Een ambtenaar die een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, kan zijn hoedanigheid niet verliezen vóór het einde van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, behalve in de gevallen, vermeld in de pensioenwetgeving of dit besluit.
§2. Ambtshalve wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar op de laatste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt, behalve in geval van schorsing in het belang van de dienst van de ambtenaar of als een tuchtprocedure tegen de ambtenaar loopt. In de voormelde gevallen wordt ambtshalve een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar na afloop van de schorsing in het belang van de dienst en eventueel van de tuchtprocedure.
§3. In afwijking van paragraaf 2, kan de benoemende overheid een ambtenaar na het einde van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt nog verder in dienst houden voor een periode van maximaal één jaar, telkens verlengbaar met maximaal één jaar. Hij behoudt zolang zijn hoedanigheid van ambtenaar.[78]
Onderafdeling 6. Evaluatie en raad van beroep
Onderafdeling 6 bevat Art. XIbis 140.
Art. XIbis 140.
De bepalingen over evaluatie en de raad van beroep die golden voor1 juni 2024, blijven van toepassing op de ambtenaar die een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57.[78]
Onderafdeling 7. Ontslagbescherming contractuele personeelsleden
Onderafdeling 7 bevat Art. XIbis 141.
Art. XIbis 141.
Op het personeelslid dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt, en overstapt naar een graad opgesomd in artikel VIbis 56, eerste lid, is vanaf de datum van overstap artikel XIbis 89 van toepassing.[78]