WB 78 - BVR 29 maart 2024 (1)
29 maart 2024 - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft een aantal specifieke arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden van de Nautische keten van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, binnen de modernisering van het hr-beleid
Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
- het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, §2;
- het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 23 maart 2023.
- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft protocol nr. 423.1345 gesloten op 12 januari 2024.
- De Raad van State heeft advies nr. 75.505/3 gegeven op 18 maart 2024, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1. In het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, het laatst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2023, wordt een deel XIbis ingevoegd, dat luidt als volgt: “Deel XIbis. Specifieke arbeidsvoorwaarden voor de personeelsleden binnen de Nautische keten van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust.
Titel 1. Toepassingsgebied
Art. XIbis 1. §1. Dit deel is van toepassing op de personeelsleden van de Nautische keten van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, vermeld in artikel XIbis 57.
§2. Behoudens de afwijkende bepalingen vermeld in dit deel, blijft dit besluit van toepassing op de personeelsleden van de Nautische keten van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, vermeld in artikel XIbis 57.
Titel 2. Definities
Art. XIbis 2. In dit deel wordt verstaan onder:
1° graadanciënniteit: de werkelijke diensten die de ambtenaar bij de overheid heeft gepresteerd in de hoedanigheden van ambtenaar op proef en vastbenoemde, in de graden die door de reglementering in aanmerking worden genomen voor de toegang tot een andere graad, of in vergelijkbare graden.
2° niveauanciënniteit: de werkelijke diensten die de ambtenaar bij de overheid heeft gepresteerd in de hoedanigheden van ambtenaar op proef en vastbenoemde, in een graad van het betreffend niveau, of van een vergelijkbaar niveau.
3° werkelijke diensten: de perioden waarin krachtens dit besluit het salaris wordt doorbetaald, of bij ontstentenis van salaris, de aanspraak op of bevordering tot een hoger salaris behouden blijft.
In het eerste lid, 1° en 2°, wordt verstaan onder overheid:
1° de diensten van de Vlaamse overheid;
2° de diensten en instellingen van de federale overheid;
3° de diensten en instellingen van de gemeenschappen en gewesten;
4° de diensten en instellingen van de Europese Unie en/of de Europese Economische Ruimte;
5° de diensten en instellingen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;
6° de provincies, de gemeenten en OCMW’s van België.
Titel 3. Instroom
Hoofdstuk 1. Invulling van de vacatures
Art. XIbis 3. §1. In afwijking van artikel III 2, §1, worden de graden, vermeld in artikel XIbis 57, ingevuld via een statutaire tewerkstelling.
Statutaire vacatures worden bij voorrang ingevuld door herplaatsing.
Als herplaatsing niet mogelijk is, kiest de lijnmanager tussen de volgende procedures:
1° via de interne arbeidsmarkt, waarbij gekozen wordt voor horizontale mobiliteit of bevordering;
2° via aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt, in combinatie met horizontale mobiliteit en bevordering van geslaagden voor overgangsexamens of competentieproeven voor de graad in kwestie en externe mobiliteit;
3° via externe mobiliteit, in combinatie met horizontale mobiliteit en eventueel aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt.
Als de lijnmanager zich beroept op verschillende procedures om een vacature in te vullen, worden de kandidaten die in aanmerking komen onderworpen aan dezelfde selectie. De selector stelt het programma en de nadere regels vast van de selectie.
§2. In afwijking van paragraaf 1 kan de invulling van de graden, vermeld in artikel XIbis 57, via een contractuele tewerkstelling alleen in de volgende gevallen:
1° om aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen;
2° om een personeelslid dat afwezig is te vervangen;
3° om een hooggekwalificeerde opdracht te vervullen. Betrekkingen met een salarisschaal of beginsalarisschaal die overeenstemt met rang A2 of hoger kunnen als een hooggekwalificeerde betrekking contractueel worden ingevuld;
4° om knelpuntfuncties in te vullen die voorkomen op de lijst van knelpuntfuncties die de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, vaststelt;
5° om te voorzien in een personeelsbehoefte gefinancierd door een derde;
6° om te voorzien in de personeelsbehoefte voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, stelt in overleg met de functioneel bevoegde ministers, na mededeling aan de Vlaamse Regering, de lijst vast van de contractuele functies waarop het eerste lid, 6°, van toepassing is.
De contractuele functie worden bij voorrang ingevuld door herplaatsing van contractuelen.
Een contractueel personeelslid dat voldoet aan een van de volgende twee voorwaarden, komt in aanmerking voor herplaatsing:
1° werken met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en niet geworven zijn in het kader van een uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoefte of in het kader van de vervanging van een afwezig personeelslid;
2° werken met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en zich bevinden in een re-integratietraject als vermeld in boek I, titel 4, hoofdstuk VI van de Codex over het welzijn op het werk van 28 april 2017.
Voor de contractuele personeelsleden, vermeld in het vierde lid, geldt de herplaatsingsregeling voor ambtenaren.
Als een openstaande contractuele betrekking wordt ingevuld door herplaatsing, vindt de daadwerkelijke indienstneming pas plaats na voorafgaand akkoord van het contractuele personeelslid.
Als voor de invulling van een contractuele betrekking de herplaatsing van een contractueel personeelslid niet mogelijk is, of als het gaat om een contractuele betrekking met een salarisschaal of beginsalarisschaal die hoger dan rang A2E is, wordt de contractuele betrekking ingevuld op een van de volgende wijzen:
1° via horizontale mobiliteit;
2° via aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt, in combinatie met de horizontale mobiliteit.
Bij combinatie van procedures worden de kandidaten onderworpen aan dezelfde selectie.
Hoofdstuk 2. Bijzondere voorwaarden bij aanwerving en functiewijziging
Art. XIbis 4. Voor de graad van loods gelden de volgende bijzondere voorwaarden bij aanwerving en functiewijziging:
1° bij aanwerving:
a) een diploma van master in de nautische wetenschappen bezitten;
b) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift, enzovoort, zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
c) toepassing van artikel XIbis 11 en artikel XIbis 12;
2° bij functiewijziging:
a) stuurman van de loodsboot:
1) geslaagd zijn voor een vergelijkende competentieproef;
2) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
b) Chef-loods:
1) geslaagd zijn voor een vergelijkende competentieproef;
2) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
c) kapitein van de loodsboot:
1) geslaagd zijn voor een vergelijkende competentieproef;
2) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
3) de functiewijziging naar loods met de functie van kapitein van de loodsboot kan op zijn vroegst ingaan na honderd daadwerkelijke vaardagen in de functie van stuurman;
d) loods algemene functie:
1) geslaagd zijn voor een vergelijkende competentieproef en een reeks proefreizen hebben afgelegd, als vermeld in artikel XIbis 12, §1, eerste lid, 3°;
2) titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
Art. XIbis 5. Voor de graad van maritiem verkeersleider gelden de volgende bijzondere voorwaarden bij aanwerving:
1° een diploma bezitten dat toegang geeft tot niveau B, zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
2° titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
Art. XIbis 6. Voor de graad van hoofdscheepstechnicus gelden de volgende bijzondere voorwaarden bij aanwerving:
1° een diploma bezitten dat toegang geeft tot niveau C, zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
2° titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
Art. XIbis 7. Voor de graad van scheepstechnicus gelden de volgende bijzondere voorwaarden bij aanwerving:
1° een diploma dat toegang geeft tot niveau C zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
2° titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
Art. XIbis 8. Voor de graad van radarwaarnemer is bij aanwerving een diploma dat toegang geeft tot niveau C, zoals gevraagd in de functiebeschrijving, vereist.
Art. XIbis 9. Voor de graad van schipper geldt de volgende bijzondere voorwaarde bij aanwerving: titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving vereist.
Artikel XIbis 54 is van toepassing bij functiewijziging bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust.
Bij graadverandering is artikel XIbis 51 van toepassing.
Art. XIbis 10. Voor de graad van motorist geldt de volgende bijzondere voorwaarde bij aanwerving: titularis zijn van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort, zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
Bij graadverandering is artikel XIbis 51 van toepassing.
Hoofdstuk 3. Benoeming
Art. XIbis 11. §1. De loods met de functie van chef-loods op proef wordt in vast verband benoemd als die loods voldoet aan al de volgende voorwaarden:
1° met goed gevolg een opleiding hebben beëindigd;
2° geslaagd zijn voor de competentieproef voor zijn graad en functie.
Het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust stelt de nadere bepalingen over de opleiding, vermeld in het eerste lid, 1°, vast.
§2. Een ambtenaar op proef die twee keer niet is geslaagd voor de competentieproef, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt zonder mogelijkheid van beroep ontslagen op de datum van de ondertekening van het proces-verbaal van de tweede competentieproef.
Art. XIbis 12. §1. Een loods met algemene functie en een loods met de functie van stuurman van de loodsboot op proef worden in vast verband benoemd als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° met goed gevolg een opleiding hebben beëindigd;
2° geslaagd zijn voor de competentieproef voor hun graad en functie;
3° een reeks proefreizen hebben afgelegd.
Het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust stelt de nadere bepalingen inzake de opleiding en de proefreizen, vermeld in het eerste lid, 1° en 3°, vast.
§2. Een ambtenaar op proef die twee keer niet is geslaagd voor de competentieproef, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, of twee keer zonder succes de reeks proefreizen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°, aflegt, wordt zonder mogelijkheid van beroep ontslagen op de datum van de ondertekening van het proces-verbaal van de tweede competentieproef of van de tweede reeks proefreizen.
Die procedure moet beëindigd zijn vóór de proeftijd is verstreken.
Hoofdstuk 4. Externe mobiliteit
Art. XIbis 13. Dit hoofdstuk bepaalt de nadere regels volgens welke een ambtenaar van een externe overheid of een vastbenoemd personeelslid van de onderwijssector mobiliteit naar een functie binnen de Nautische keten van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust kan verkrijgen.
Dit hoofdstuk is niet van toepassing op al de volgende functies:
1° de functies van N-niveau
2° de functie van algemeen directeur;
3° de functie van N-1 niveau;
4° de functie van preventieadviseur-coördinator;
5° de functie van preventieadviseur.
Ambtenaren komen tijdens hun stageperiode niet in aanmerking voor externe mobiliteit.
Art. XIbis 14. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° externe mobiliteit: de benoeming van een statutaire ambtenaar van een externe overheid of van een vastbenoemd personeelslid uit de onderwijssector in een vacante betrekking binnen de Nautische keten bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust door de benoemende overheid, nadat de ambtenaar of het vastbenoemd personeelslid uit de onderwijssector zich daarvoor kandidaat heeft gesteld.
2° externe overheid:
a) een federale overheidsdienst, een programmatorische federale overheidsdienst, en ook de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Landsverdediging of een van de rechtspersonen, vermeld in artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
b) de diensten van de andere gemeenschappen en gewesten, van de colleges van de gemeenschapscommissies en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;
c) de entiteiten en raden die niet behoren tot de diensten van de Vlaamse overheid, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, de Vlaamse Radio- en Televisieomroep, het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement en de instellingen die verbonden zijn aan het Vlaams Parlement;
d) de gemeenten, de provincies, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van het ziekenhuis in eigen beheer, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven en de verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van de ziekenhuisverenigingen.
3° onderwijssector:
a) de instellingen van het gemeenschapsonderwijs, vermeld in artikel 2, §1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991;
b) de instellingen van het gesubsidieerd onderwijs, vermeld in artikel 4, §1, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;
c) de hogescholen, vermeld in artikel II 3 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;
d) de universiteiten, vermeld in artikel II 2 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013;
e) de onderwijsinspectie, vermeld in artikel 45 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs;
f) de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, vermeld in het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.
Art. XIbis 15. De lijnmanager kan de oproep beperken tot een of meer van de categorieën, vermeld in artikel XIbis 14, 2° en 3°.
Art. XIbis 16. De ambtenaar van de externe overheid die of het vastbenoemde personeelslid van de onderwijssector dat aan al de volgende voorwaarden voldoet, kan externe mobiliteit verkrijgen:
1° de voorwaarden vermeld in artikel III 14, vervullen;
2° een graad, rang, functie of vakklasse bekleden die door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, als gelijkwaardig is erkend met de graad of rang waartoe de vacante betrekking behoort;
3° beantwoorden aan de specifieke voorwaarden die conform dit besluit voorgeschreven zijn om de vacante betrekking uit te oefenen;
4° beantwoorden aan het functieprofiel van de betrekking.
Art. XIbis 17. De selector organiseert de selectie voor een functie in overleg met de lijnmanager.
De lijnmanager kan bijzondere vereisten vaststellen in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, en na overleg met de selector.
De selector sluit, in overleg met de lijnmanager, de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement uit van deelname aan de selectie.
De selector beoordeelt, in overleg met de lijnmanager, de competenties en andere vereisten die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor de functie, rekening houdend met de specifieke behoeften van de (sub)entiteit.
Elke selectie kan uit verschillende testen bestaan. De kandidaten worden op de hoogte gebracht van de motivering van een eventuele uitsluiting op basis van een test of selectie.
Art. XIbis 18. §1. De lijnmanager, kiest uit de geschikte kandidaten de kandidaat die volgens die lijnmanager het meest geschikt is voor de functie, of de lijnmanager kiest uitzonderlijk niet als hij meent dat geen van de geschikte kandidaten voldoet aan de profielvereisten. De gemotiveerde selectiebeslissing houdt rekening met al de volgende elementen:
1° de kandidaatstelling;
2° de functiebeschrijving van de vacature en het gewenste profiel;
3° de beoordeling van de eventuele selectietest of de eventuele selectietesten.
§2. De selector stelt, in overleg met de lijnmanager, per selectie een selectiereglement vast.
Het selectiereglement, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen:
1° welke diploma’s, studiegetuigschriften, ervaringsbewijzen of toegangsbewijzen toegang geven tot de selectieprocedure;
2° de datum waarop aan de voorwaarden moet voldaan zijn;
3° het aantal en de aard van de testen;
4° de criteria op basis waarvan de geschiktheid of het geslaagd zijn beoordeeld worden.
Het selectiereglement, vermeld in het eerste lid, regelt in voorkomend geval ook:
1° een mogelijke voorselectie, naargelang het aantal kandidaten;
2° een mogelijke beperkte procedure;
3° de samenstelling van de jury, waarvan de lijnmanager bij interne selectietesten minstens deel uitmaakt;
4° de regels voor de rangschikking;
5° de geldigheidsduur van de reserve;
6° het verlies en behoud van een plaats in de reserve;
7° de mogelijkheid om een bijkomende test te organiseren voor de vervulling van een bijkomende vacature voor dezelfde of een vergelijkbare functie.
Art. XIbis 19. Het agentschap brengt de kandidaat, het Agentschap Overheidspersoneel en de externe overheid waartoe de ambtenaar behoort, daarvan op de hoogte.
De kandidaat beschikt over een maximale termijn van drie maanden, na de selectiebeslissing, om zijn ambt op te nemen conform de statutaire bepalingen van de externe overheid waar hij benoemd is.
Art. XIbis 20. De externe mobiliteit leidt van rechtswege tot de benoeming van de ambtenaar in de graad, waartoe de vacante betrekking waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld, behoort, zodra hij de eed heeft afgelegd.
Art. XIbis 21. De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling die externe mobiliteit toekent, kan een proeftijd van maximaal drie maanden opleggen. De voormelde termijn is verlengbaar met de duur van de afwezigheden, boven het aantal van tien werkdagen afwezigheid.
Tijdens de proeftijd kan de ambtenaar op proef of de lijnmanager van de entiteit, raad of instelling die externe mobiliteit toekent, met een opzeggingstermijn van drie dagen, een einde stellen aan de vooropgezette externe mobiliteit.
Art. XIbis 22. De ambtenaar behoudt de dienst-, niveau- en graadanciënniteit die hij verworven had bij de overheid van herkomst.
De ambtenaar wordt bezoldigd in de salarisschaal van de graad van de vacante betrekking met het bedrag dat overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit.
Indien aan de graad een functionele loopbaan is verbonden, dan wordt de ambtenaar ingeschaald op de trap van de functionele loopbaan op basis van de gecumuleerde schaalanciënniteit die hij op datum van de overdracht heeft.
Titel 4. Doorstroom
Hoofdstuk 1. Herplaatsing
Art. XIbis 23. §1. Onder herplaatsing wordt verstaan:
1° de overplaatsing van een ambtenaar van rang A2E en rang A2 of lager naar een vacante statutaire betrekking van een graad van dezelfde of een lagere rang;
2° de overplaatsing van een contractueel personeelslid met als enige of als beginsalarisschaal een salarisschaal die overeenstemt met rang A2E en rang A2 of lager, naar een vacante contractuele betrekking met dezelfde salarisschaal of geldelijke loopbaan of naar een vacante contractuele betrekking met als enige of als hoogste salarisschaal, een salarisschaal die overeenstemt met een lagere rang.
wanneer de betrekking van het personeelslid in kwestie door langdurige afwezigheid vacant is verklaard, of wanneer het personeelslid om persoonlijke, functionele of medische redenen zijn oorspronkelijke functie niet meer kan of mag uitoefenen.
§2. Artikel XIbis 3, §2, vierde lid is van toepassing op de herplaatsing van contractuele personeelsleden.
Art. XIbis 24. §1. De lijnmanager wijst de personeelsleden aan die in aanmerking komen voor herplaatsing na zorgvuldige begeleiding en ondersteuning. De voormelde personeelsleden worden aangemeld bij het herplaatsingsbureau van het Agentschap Overheidspersoneel.
Het personeelslid kan aan de lijnmanager vragen om aangewezen te worden voor herplaatsing.
Het herplaatsingsbureau beslist telkens na een ontvankelijkheidstoets of het personeelslid in aanmerking komt voor de herplaatsing. De voormelde ontvankelijkheidstoets omvat al de volgende elementen:
1° een aanmeldingsgesprek, een intakegesprek en een opvolgingsgesprek;
2° psychotechnische proeven, een interview en een persoonlijkheidsvragenlijst;
3° de opmaak van een rapport.
Het personeelslid kan alleen herplaatst worden naar een functie in een lagere rang om een van de volgende redenen:
1° het herplaatsingsbureau stelt vast dat het personeelslid niet langer geschikt is om functies uit te oefenen van dezelfde rang en het personeelslid gaat akkoord met de voormelde vaststelling;
2° om medische redenen.
De lijnmanager kan een personeelslid, dat door het herplaatsingsbureau afgewezen is voor herplaatsing, na een rajectbegeleiding opnieuw aanmelden bij het herplaatsingsbureau.
§2. Het personeelslid in herplaatsing behoudt zijn dienstaanwijzing tot hij herplaatst wordt.
§3. De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling waar een vacante betrekking is en het herplaatsingsbureau beslissen samen over de geschiktheid van het personeelslid voor de functie. Als verschillende personeelsleden in herplaatsing geschikt zijn, kiest de lijnmanager van de entiteit, raad of instelling waar er een vacante betrekking is op zorgvuldige wijze het meest geschikte personeelslid voor de functie. De gemotiveerde beslissing houdt rekening met de functiebeschrijving van de vacature en met het gewenste profiel.
§4. De lijnmanagers van de entiteiten, raden of instelling in kwestie bepalen samen wanneer het personeelslid zijn nieuwe functie moet opnemen.
§5. Als de ambtenaar twee keer een aangeboden betrekking weigert, wordt hij ambtshalve herplaatst naar de eerstvolgende betrekking, die hem wordt aangeboden.
De regeling, vermeld in het eerste lid, is niet van toepassing in geval van een herplaatsing naar een functie in een lagere rang.
§6. Het herplaatsingsbureau kan een lopend herplaatsingstraject stopzetten als het personeelslid in herplaatsing de aangeboden mogelijkheden niet actief benut.
Art. XIbis 25. Het herplaatste personeelslid wordt ingeschaald in de rechtspositieregeling van het personeel van de entiteit, raad of instelling waarin het herplaatste personeelslid terechtkomt.
De ambtenaar wordt benoemd in de nieuwe graad en ingeschaald in de salarisschaal die daaraan verbonden is, op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan van de nieuwe graad. De ambtenaar die wordt herplaatst naar een functie in een lagere rang behoudt echter het salaris dat die ambtenaar had in zijn salarisschaal van herkomst op het moment van de herplaatsing, tot het moment dat die ambtenaar in zijn organieke graad een hoger salaris bereikt.
Het contractuele personeelslid krijgt een arbeidsovereenkomst met de salarisschaal of de geldelijke loopbaan, verbonden aan de nieuwe betrekking. In geval van een geldelijke loopbaan wordt het contractuele personeelslid ingeschaald op de overeenkomstige trap.
Het contractuele personeelslid dat wordt herplaatst naar een functie in een lagere rang behoudt echter het salaris dat het contractuele personeelslid had in zijn salarisschaal van herkomst op het moment van de herplaatsing, tot het moment dat het contractuele personeelslid een hoger salaris bereikt in zijn nieuwe betrekking.
Het personeelslid dat voor de herplaatsing geslaagd is voor een examen voor de overgang naar een hoger niveau of voor een verhoging in graad of voor een vergelijkende competentieproef, behoudt de aanspraken die het personeelslid heeft verworven door te slagen voor een van die examens of voor die proef.
Art. XIbis 26. Het herplaatsingsbesluit wordt ambtshalve ondertekend door de lijnmanagers van de ontvangende en uitsturende entiteit, raad of instelling.
Art. XIbis 27. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de ambtenaar op proef, behalve bij herplaatsing om redenen van herstructurering.
De ontvangende lijnmanager bepaalt de duur van de proeftijd conform deel IV, titel 2.
Art. XIbis 28. Ieder personeelslid kan zich kandidaat stellen voor een vacante betrekking door een gerichte kandidaatstelling naar aanleiding van een bekendmaking van een vacature.
Hoofdstuk 2. Horizontale mobiliteit
Art. XIbis 29. §1. Onder horizontale mobiliteit wordt verstaan:
1° de overplaatsing van een ambtenaar van rang A2E en rang A2 of lager naar een statutaire functie van dezelfde of een lagere rang;
2° de overplaatsing van een contractueel personeelslid, met als enige of als beginsalarisschaal een salarisschaal die overeenstemt met rang A2E en rang A2 of lager, naar een contractuele functie met dezelfde of een lagere rangindicie van de salarisschaal waarin het personeelslid voor de overplaatsing wordt uitbetaald;
3° de overplaatsing van een contractueel personeelslid met als enige of als beginsalarisschaal een salarisschaal die overeenstemt met rang A2E en rang A2 of lager, naar een statutaire functie met overeenstemmende of gelijkwaardige inhoud van dezelfde rang als de rangindicie van de salarisschaal waarin het personeelslid voor de overplaatsing wordt uitbetaald.
Bij overplaatsing naar een functie waarvoor een specifiek diploma vereist is, gelden dezelfde diplomavoorwaarden.
§2. Een contractueel personeelslid kan alleen meedingen naar een statutaire functie via horizontale mobiliteit als dat contractuele personeelslid geslaagd is voor een objectief wervingssysteem met algemene bekendmaking.
De bepalingen over de proeftijd zijn van toepassing op het contractuele personeelslid dat overgeplaatst wordt naar een statutaire functie.
Art. XIbis 30. Een vacante betrekking die via de horizontale mobiliteit ingevuld wordt, wordt bekendgemaakt.
Art. XIbis 31. Een personeelslid komt alleen voor overplaatsing in aanmerking als hij aan de al volgende voorwaarden voldoet:
1° hij bevindt zich in de administratieve toestand van dienstactiviteit;
2° hij beantwoordt aan de specifieke voorwaarden die conform dit besluit voorgeschreven zijn om de vacante functie uit te oefenen.
Art. XIbis 32. De selector organiseert de selectie voor een functie in overleg met de lijnmanager.
De lijnmanager kan bijzondere vereisten vaststellen in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, en na overleg met de selector.
De selector sluit, in overleg met de lijnmanager, de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement uit van deelname aan de selectie.
De selector beoordeelt, in overleg met de lijnmanager, de competenties en andere vereisten die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor de functie, rekening houdend met de specifieke behoeftes van de (sub)entiteit.
Elke selectie kan uit verschillende testen bestaan. De kandidaten worden op de hoogte gebracht van de motivering van een eventuele uitsluiting op basis van een test of selectie.
De lijnmanager kiest uit de geschikte kandidaten de kandidaat die volgens die lijnmanager het meest geschikt is voor de functie, of de lijnmanager kiest uitzonderlijk niet, als hij meent dat geen van de geschikte kandidaten voldoet aan de profielvereisten. De gemotiveerde selectiebeslissing houdt rekening met al de volgende elementen:
1° de kandidaatstelling;
2° de functiebeschrijving van de vacature en het gewenste profiel;
3° de beoordeling van de eventuele selectietest of de eventuele selectietesten.
Art. XIbis 33. De selector stelt, in overleg met de lijnmanager, per selectie een selectiereglement vast.
Het selectiereglement, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen:
1° welke diploma’s, studiegetuigschriften, ervaringsbewijzen of toegangsbewijzen toegang geven tot de selectieprocedure;
2° de datum waarop aan de voorwaarden moet voldaan zijn;
3° het aantal en de aard van de testen;
4° de criteria op basis waarvan de geschiktheid of het geslaagd zijn beoordeeld worden.
Het selectiereglement, vermeld in het eerste lid, regelt in voorkomend geval ook:
1° een mogelijke voorselectie, naargelang het aantal kandidaten;
2° een mogelijke beperkte procedure;
3° de samenstelling van de jury, waarvan de lijnmanager bij interne selectietesten minstens deel uitmaakt;
4° de regels voor de rangschikking;
5° de geldigheidsduur van de reserve;
6° het verlies en behoud van een plaats in de reserve;
7° de mogelijkheid om een bijkomende test te organiseren voor de invulling van een bijkomende vacature voor dezelfde of een vergelijkbare functie.
Art. XIbis 34. Het geselecteerde personeelslid neemt binnen drie maanden na de selectiebeslissing zijn nieuwe functie opnemen.
Het geselecteerde personeelslid kan een aangeboden betrekking weigeren.
Art. XIbis 35. Het overgeplaatste personeelslid wordt ingeschaald in de rechtspositieregeling van het personeel van de entiteit, raad of instelling waarin het overgeplaatste personeelslid terechtkomt.
Het personeelslid dat voor zijn overplaatsing geslaagd is voor een examen of proef, behoudt de aanspraken die dat personeelslid door het slagen daarvoor heeft verworven.
Art. XIbis 36. §1. De ambtenaar wordt benoemd in de graad waartoe de vacante betrekking behoort en ingeschaald in de salarisschaal die daaraan verbonden is, op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan van de nieuwe graad. De voormelde ambtenaar behoudt de graadanciënniteit en de schaalanciënniteit, verworven in de laatste graad.
In afwijking van het eerste lid wordt de schaalanciënniteit bij een benoeming in een graad met een functionele loopbaan van kortere duur dan die van de laatste graad, breuksgewijs herleid pro rata het verschil in schaalanciënniteit om de volgende trap te bereiken.
§2. Het contractuele personeelslid krijgt een arbeidsovereenkomst met de salarisschaal of met de geldelijke loopbaan die verbonden is aan de nieuwe contractuele functie. De totaliteit van de prestaties in de vorige contractuele functie telt mee om het salaris of de salarisschaal in de nieuwe contractuele functie te bepalen.
Het contractuele personeelslid dat wordt overgeplaatst naar een statutaire functie, wordt benoemd in de graad waartoe de vacante betrekking behoort en ingeschaald in de salarisschaal die daaraan verbonden is.
Art. XIbis 37. Het overplaatsingsbesluit wordt ambtshalve ondertekend door de lijnmanagers van de ontvangende en de uitsturende entiteit, raad of instelling.
Bij overplaatsing van de ambtenaar op proef met het oog op vaste benoeming of op bevordering bepaalt de ontvangende lijnmanager de duur van de proeftijd.
Tijdens de proeftijd bij aanwerving en bevordering kan de ambtenaar één keer overgeplaatst worden via de horizontale mobiliteit.
Hoofdstuk 3. Bevordering
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Art. XIbis 38. Een bevorderingsbetrekking is een statutaire betrekking die conform artikel XIbis 46 tot en met XIbis 50 door bevordering kan worden ingevuld.
Er zijn twee soorten van bevordering, namelijk:
1° de bevordering door verhoging in rang binnen hetzelfde niveau;
2° de bevordering door overgang naar een hoger niveau.
Voor het contractuele personeelslid wordt begrepen onder bevordering: de benoeming in een bevorderingsbetrekking met dezelfde, respectievelijk een hogere, niveau-indicie dan die van de salarisschaal waarin het contractuele personeelslid bij de vacantverklaring wordt uitbetaald.
Art. XIbis 39. De lijnmanager verklaart de betrekkingen van rang A2E en rang A2 en lager vacant.
De vacature wordt bekendgemaakt aan alle personeelsleden die in aanmerking komen.
Art. XIbis 40. §1. De selector organiseert de selectie voor een functie in overleg met de lijnmanager.
De lijnmanager kan bijzondere vereisten vaststellen in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, en na overleg met de selector.
De selector sluit, in overleg met de lijnmanager, de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement uit van deelname aan de selectie.
De selector beoordeelt, in overleg met de lijnmanager, de competenties en andere vereisten die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor de functie, rekening houdend met de specifieke behoeftes van de (sub)entiteit.
Elke selectie kan uit verschillende testen bestaan. De kandidaten worden op de hoogte gebracht van de motivering van een eventuele uitsluiting op basis van een test of selectie.
§2. De selector stelt, in overleg met de lijnmanager, per selectie een selectiereglement vast.
Het selectiereglement, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen:
1° welke diploma’s, studiegetuigschriften, ervaringsbewijzen of toegangsbewijzen toegang geven tot de selectieprocedure;
2° de datum waarop aan de voorwaarden voldaan moet zijn;
3° het aantal en de aard van de testen;
4° de criteria op basis waarvan de geschiktheid of het geslaagd zijn beoordeeld worden.
§3. Het selectiereglement, vermeld in het eerste lid, regelt in voorkomend geval ook:
1° een mogelijke voorselectie naargelang het aantal kandidaten;
2° een mogelijke beperkte procedure;
3° de samenstelling van de jury, waarvan de lijnmanager bij interne selectietesten minstens deel uitmaakt;
4° de regels voor de rangschikking;
5° de geldigheidsduur van de reserve;
6° het verlies en behoud van een plaats in de reserve;
7° de mogelijkheid om een bijkomende test te organiseren voor de vervulling van een bijkomende vacature voor dezelfde of een vergelijkbare functie.
§4. De lijnmanager kiest uit de geschikte kandidaten de kandidaat die volgens de lijnmanager het meest geschikt is voor de functie, of de lijnmanager kiest uitzonderlijk niet, als hij meent dat geen van de geschikte kandidaten voldoet aan de profielvereisten. De gemotiveerde selectiebeslissing houdt rekening met de volgende elementen:
1° de kandidaatstelling;
2° de functiebeschrijving van de vacature en het gewenste profiel;
3° de beoordeling van de eventuele selectietest of de eventuele selectietesten.
Art. XIbis 41. Het personeelslid kan een bevordering weigeren.
Art. XIbis 42. De benoemende overheid laat het geselecteerde personeelslid toe tot de proeftijd en geeft het een dienstaanwijzing bij de betrokken entiteit, raad of instelling uiterlijk binnen drie maanden na de selectiebeslissing.
Het personeelslid kan pas worden bevorderd nadat het met goed gevolg de proeftijd in de bevorderingsbetrekking heeft volbracht.
Het personeelslid dat voor de proeftijd als ambtenaar was tewerkgesteld, wordt in geval van een negatieve eindevaluatie van de proeftijd teruggeplaatst in zijn vorige graad na de definitieve beslissing van de benoemende overheid.
Het personeelslid dat op het tijdstip van de bevordering met verlof is, gelijkgesteld met dienstactiviteit, en ook de preventieadviseur-coördinator en de preventieadviseurs kunnen respectievelijk het verlof, het mandaat of de opdracht voortzetten tot aan de toegestane einddatum.
Art. XIbis 43. Kandidaten voor een bevorderingsbetrekking voldoen aan de volgende vereisten:
1° ambtenaar zijn of contractueel personeelslid en geslaagd zijn voor een objectief wervingssysteem met algemene bekendmaking;
2° geen functioneringsevaluatie hebben die is besloten met een “onvoldoende”;
3° de vereisten voor de functie op de datum, vermeld in het selectiereglement.
De geslaagden van de bevorderingsprocedure die voldoen aan al de volgende voorwaarden, kunnen worden toegelaten tot de proeftijd in de bevorderingsbetrekking:
1° de voorwaarden vermeld in artikel XIbis 46 tot en met XIbis 50, vervullen;
2° zich in dienstactiviteit bevinden;
3° geen ambtenaar op proef of contractueel personeelslid op proef meer zijn.
Art. XIbis 44. De regelingen die in deze titel van toepassing zijn op ambtenaren van een bepaalde rang of niveau, gelden ook voor de contractuele personeelsleden die bij de vacantverklaring van de bevorderingsbetrekking, betaald worden in een salarisschaal met de rangindicie respectievelijk de niveau-indicie die overeenstemt met de rang respectievelijk het niveau in kwestie.
De vereisten voor schaal-, graad- of niveauanciënniteit in deze titel betreffen voor contractuele personeelsleden de loopbaanduur in een contractuele betrekking van waaruit benoeming in de bevorderingsbetrekking mogelijk is.
Art. XIbis 45. Het Agentschap Overheidspersoneel treedt op als selector voor de bevordering naar het hogere niveau en bij de Vlaamse ministeries ook voor de bevordering binnen het niveau.
Art. XI bis 46. § 1. Een ambtenaar van rang B1, C1 en D1 die beschikt over zes jaar relevante beroepservaring of schaalanciënniteit in één of meer salarisschalen in de betrokken graad kan worden bevorderd tot respectievelijk:
1°, een leidinggevende functie in een graad van de rang B2, C2 en D2
2°, of een graad van leidinggevend hoofddeskundige (B3), leidinggevend hoofdmedewerker (C3) en leidinggevend hoofdassistent (D3).
§ 2. Een ambtenaar van rang B2, C2 en D2[12] kan worden bevorderd tot respectievelijk een graad van leidinggevend hoofddeskundige (B3), leidinggevend hoofdmedewerker (C3) en leidinggevend hoofdassistent (D3).
Art. XI bis 47. § 1. Een ambtenaar van rang B1, C1 en D1 die beschikt over zes jaar relevante beroepservaring met betrekking tot de inhoudelijke materie, kan bevorderd worden tot een inhoudelijke functie in een graad van respectievelijk de rang B2, C2 en D2. De ambtenaar van rang B1, C1 en D1 die over twaalf jaar relevante beroepservaring met betrekking tot de inhoudelijke materie beschikt, kan bevorderd worden tot respectievelijk een graad van senior hoofddeskundige (B3), senior hoofdmedewerker (C3) en senior hoofdassistent (D3).
§ 2. Een ambtenaar van rang B2, C2 en D2 die over acht jaar relevante beroepservaring met betrekking tot de inhoudelijke materie beschikt, kan bevorderd worden tot respectievelijk een graad van senior hoofddeskundige (B3), senior hoofdmedewerker (C3) en senior hoofdassistent (D3).
Afdeling 2. Specifieke bepalingen
Art. XIbis 48. Het personeelslid met de graad van motorist, schipper, hoofmotorist, hoofdschipper, leidinggevend hoofdassistent met de functie van hoofdmotorist of hoofdschipper en senior hoofdassistent met de functie van hoofdmotorist of hoofdschipper, kan bevorderen naar de graad van scheepstechnicus, als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° het personeelslid is geslaagd voor een vergelijkend overgangsexamen;
2° het personeelslid is titularis van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort, zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
3° het personeelslid heeft minstens twee jaar niveau-anciënniteit in niveau D.
Art. XIbis 49. Het personeelslid met de graad van scheepstechnicus, motorist of schipper kan bevorderen tot respectievelijk een graad van hoofdscheepstechnicus, hoofdmotorist of hoofdschipper als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° het personeelslid is geslaagd voor een selectieprocedure zoals vermeld in artikel XIbis 40;
2° het personeelslid is titularis van een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift enzovoort zoals gevraagd in de functiebeschrijving;
3° het personeelslid heeft twee jaar relevante ervaring of graadanciënniteit.
Art XIbis 50. Het personeelslid met de graad van radarwaarnemer kan bevorderen tot de graad van maritiem verkeersleider nadat dat personeelslid is geslaagd voor een vergelijkend overgangsexamen.
Hoofdstuk 4. Specifieke graadveranderingen binnen de Nautische keten
Art. XIbis 51. Volgende graadveranderingen zijn mogelijk bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, als het personeelslid geslaagd is voor een vergelijkende competentieproef en in het bezit is van het diploma, brevet, certificaat, getuigschrift of vaarbevoegdheidsbewijs dat wordt bepaald in de functiebeschrijving:
1° van de graad van speciaal assistent met de functie matroos of stoker, naar de graad van schipper of motorist;
2° van de graad van motorist naar de graad van schipper;
3° van de graad van schipper naar de graad van motorist.
De graadverandering naar schipper, vermeld in het eerste lid, kan ook verkregen worden door de technisch assistent van de beheersdiensten van het agentschap De Vlaamse Waterweg nv als hij is geslaagd voor een vergelijkende competentieproef.
Het personeelslid wordt ingeschaald in de functionele loopbaan met behoud van de verworven anciënniteiten. In voorkomend geval wordt het personeelslid ingeschaald op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan.
Om een graadverandering na vergelijkende competentieproef te verkrijgen, mag de ambtenaar geen functioneringsevaluatie hebben die is besloten met een “onvoldoende”.
Een ambtenaar die geslaagd is voor een vergelijkende competentieproef en aan wie op basis daarvan een andere functie binnen dezelfde graad wordt aangeboden, kan die functie weigeren.
Hoofdstuk 5. Specifieke functiewijziging binnen de Nautische keten
Art. XIbis 52. Voor de betrokkene is een functiewijziging naar loods met de functie van stuurman van de loodsboot of chef-loods mogelijk als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° de betrokkene is geslaagd voor een vergelijkende competentieproef;
2° de betrokkene beschikt over het diploma, brevet, certificaat of getuigschrift zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
Art. XIbis 53. Voor de betrokkene is een functiewijziging naar loods met de functie van kapitein van de loodsboot mogelijk als al de volgende voorwaarden zijn voldaan:
1° de betrokkene is geslaagd voor een vergelijkende competentieproef;
2° de betrokkene beschikt over het diploma, brevet, certificaat of getuigschrift zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
De functiewijziging, vermeld in het eerste lid, kan op zijn vroegst ingaan na honderd daadwerkelijke vaardagen in de functie van stuurman.
Art. XIbis 54. Voor de betrokkene is een functiewijziging naar loods algemene functie mogelijk als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° de betrokkene is geslaagd voor een vergelijkende competentieproef;
2° de betrokkene beschikt over het diploma, brevet, certificaat of getuigschrift zoals gevraagd in de functiebeschrijving.
Naast de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, legt de betrokkene voorafgaandelijk een reeks proefreizen als vermeld in artikel XIbis 12, §1 eerste lid, 3°.
Art. XIbis 55. Voor de schipper bij het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust is een functiewijziging mogelijk als al de volgende voorwaarden zijn vervuld:
1° de schipper is geslaagd voor een vergelijkende competentieproef;
2° de schipper beschikt over een diploma, brevet, certificaat, getuigschrift of vaarbevoegdheidsbewijs, zoals vermeld in de functiebeschrijving.
Art. XIbis 56. Om een functiewijziging na vergelijkende competentieproef te verkrijgen, heeft de ambtenaar geen functioneringsevaluatie die is besloten met een “onvoldoende”.
Titel 5. Geldelijke bepalingen
Hoofdstuk 1. Bezoldiging
Art. XIbis 57. Aan de volgende graden worden de salarisschalen verbonden, die zijn opgenomen in bijlage 5bis, die bij dit besluit is gevoegd, die overeenkomen met de lettercijfercode die ernaast vermeld wordt.
Loods | |
Loods op proef: salaris tegen 80% van de salarisschaal die verbonden is aan de volgende functie: | |
1° algemene functie | A141 |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A141 | A142 |
na 6 jaar schaalanciënniteit in A142 | A143T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in A143T | A144T |
2° functies chef-loods, kapitein van de loodsboot of stuurman van de loodsboot | A144T |
Maritiem verkeersleider | B231 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B231 | B232T |
Senior / Leidinggevende hoofdmedewerker (functie regioverkeersleider) | C311T |
Hoofdscheepstechnicus | C241T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C241T | C242T |
Hoofdmedewerker (functie teamplanner loodsdienstcoördinator) | C231T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C231T | C232T |
Radarwaarnemer | C131 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C131 | C132 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C132 | C133T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C133T | C134T |
Scheepstechnicus | C141 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C141 | C142 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C142 | C143T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C143T | C144T |
Medewerker (functie loodsdienst-rededienstcoördinator) | C131 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C131 | C132 |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C132 | C133T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C133T | C134T |
Senior/leidinggevende hoofdassistent (functie hoofdmotorist/hoofdschipper) | D311T |
Hoofdschipper en hoofdmotorist | D241T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D241T | D242T |
Speciaal hoofdassistent (functie kok ingescheept) | D231T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in D231T | D232T |
Schipper en motorist | D141 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D141 | D142T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D142T | D143T |
Speciaal assistent (functie matroos/stoker/kok ingescheept) | D131 |
na 8 jaar schaalanciënniteit in D131 | D132T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in D132T | D133T |
Voor de opbouw van de functionele loopbaan behoudt het personeelslid de schaalanciënniteit die hij opgebouwd heeft vóór de invoering van de voormelde overeenkomstige T-schaal. Het personeelslid met de graad van hoofdmedewerker (functie teamplanner loodsdienstcoördinator) en met de graad van medewerker (functie loodsdienstrededienstcoördinator) behoudt voor de opbouw van de functionele loopbaan de schaalanciënniteit die hij opgebouwd heeft vóór de invoering van de nieuwe, voorvermelde functionele loopbaan. | |
Voor het personeelslid dat sinds 1 april 2011 bevorderd is van de graad van (hoofd)motorist, (hoofd)schipper, leidinggevende hoofdassistent (functie hoofdmotorist of hoofdschipper) of senior hoofdassistent (functie hoofdmotorist of hoofschipper) tot de graad van scheepstechnicus, zijn in afwijking van het eerste lid de volgende salarisschalen verbonden aan de functionele loopbaan: | |
Scheepstechnicus | C141T |
na 8 jaar schaalanciënniteit in C141T | C142T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in C142T | C143T |
na 9 jaar schaalanciënniteit in C143T | C144T |
Voor het personeelslid dat sinds 1 april 2011 bevorderd is van de graad van radarwaarnemer tot de graad van maritiem verkeersleider, zijn in afwijking van het eerste lid de volgende salarisschalen verbonden aan de functionele loopbaan: | |
Maritiem verkeersleider | B231T |
na 10 jaar schaalanciënniteit in B231T | B232T |
De loods op proef die geslaagd is voor de competentieproef, vermeld in artikel XIbis 12, §1, eerste lid, 2° en artikel XIbis 13, eerste lid, 2°, en die operationeel ingezet wordt, heeft recht op 100% van zijn salaris.
Voor een personeelslid dat een onvoldoende als functioneringsevaluatie heeft gekregen, wordt de eerstvolgende periodieke salarisverhoging gedurende zes maanden uitgesteld.
Art. XIbis 58. De personeelsleden met de graad van loods, functie operationele loods, ontvangen het volledige salaris als ze ten vroegste vanaf de leeftijd van 58 jaar tot aan hun pensionering zijn ingeschakeld in de dienst- en beurtregeling van “vijf dagen op – zes dagen af” die voor hen specifiek is uitgewerkt.
Hoofdstuk 2. Geldelijke anciënniteit en valorisatie van functierelevante ervaring
Art. XIbis 59. §1. Voor de valorisatie van ervaring worden de volgende gebeurtenissen gelijkgesteld met de opname van een nieuwe functie:
1° wijziging van dienstaanwijzing;
2° horizontale mobiliteit;
3° bevordering;
4° aanwerving van personeelsleden van diensten van de Vlaamse overheid;
5° verandering van hoedanigheid;
6° aanpassing van de arbeidsovereenkomst van het contractuele personeelslid, op voorwaarde dat die contractwijziging via een objectieve selectie wordt doorgevoerd;
7° specifieke graadverandering binnen het zeewezen;
8° specifieke functiewijziging binnen het zeewezen.
Om de geldelijke anciënniteit bij aanwerving vast te stellen bij het opnemen van een nieuwe functie, valoriseert de benoemende of in dienst nemende overheid al de volgende elementen:
1° de ervaring uit de publieke sector;
2° de ervaring als begunstigde van een beurs bij een erkende onderwijsinstelling of openbare instelling;
3° de functierelevante ervaring uit de private sector of als zelfstandige.
De lijnmanager van het Agentschap Overheidspersoneel beslist over het openbare karakter van de diensten of instellingen uit de publieke sector.
§2. De perioden van afwezigheid die conform de regeling die in de dienst of instelling in kwestie van toepassing is, gelijkgesteld worden met dienstactiviteit, worden gelijkgesteld met ervaring als vermeld in paragraaf 1, eerste lid.
§3. Voor de valorisatie van ervaring uit de private sector of als zelfstandige:
1° worden de volgende gebeurtenissen gelijkgesteld met aanwerving als vermeld in paragraaf 1, eerste lid:
a) het personeelslid verandert van hoedanigheid binnen dezelfde entiteit;
b) de arbeidsovereenkomst van het contractuele personeelslid wordt aangepast, op voorwaarde dat die contractwijziging via een objectieve selectie wordt doorgevoerd;
2° komt voor de loodsen, de speciaal assistent met de functie van matroos of de functie van stoker, de schipper met de functie van bootsman of de functie van schipper, de motorist, de scheepstechnicus en de hoofdscheepstechnicus alleen de vaartijd die verworven is nadat het vereiste basisdiploma behaald is, voor valorisatie in aanmerking.
§4. Prestaties in een onderwijsinstelling worden gevalideerd aan de hand van een attest, dat het Departement Onderwijs en Vorming of de desbetreffende onderwijsinstelling in kwestie aflevert. Alleen de prestaties die verricht zijn als titularis van een bezoldigd ambt of die betaald zijn met een weddetoelage komen in aanmerking.
De prestaties, vermeld op het attest, vermeld in het eerste lid, die in tienden zijn betaald, worden in aanmerking genomen volgens de volgende formule: het aantal dagen van een periode van prestaties wordt vermenigvuldigd met 1,2 en vervolgens gedeeld door 30. Het quotiënt, zonder rekening te houden met de cijfers na de komma, bepaalt het aantal maanden.
§5. Bij het opnemen van een nieuwe functie als vermeld in paragraaf 1, behoudt het personeelslid ten minste de ervaring uit de private sector of als zelfstandige die op dat ogenblik al gevaloriseerd is.
§6. Voor de periodieke salarisverhogingen tijdens de loopbaan in de functie komen alle perioden van dienstactiviteit in aanmerking. Contractuele prestaties met een deeltijds contract komen in aanmerking volgens de prestatieregeling.
§7. De diensten die in aanmerking komen, worden berekend per kalendermaand. De duur van de gevaloriseerde prestaties in de publieke en de private sector bedraagt nooit meer dan de werkelijke duur van de gepresteerde diensten. In afwijking van het eerste lid komen de gepresteerde onvolledige kalendermaanden toch in aanmerking als de begindatum van de tewerkstelling vóór of op de vijftiende van de maand valt of als de einddatum op of na de vijftiende van de maand valt.
§8. Voor het personeelslid dat bevorderd is tot niveau A, wordt de geldelijke anciënniteit aangerekend vanaf de leeftijd van 23 jaar.
§9. De deeltijdse prestaties die binnen de openbare dienst verplicht zijn in het kader van de stages van jongeren, komen met ingang van 1 januari 2007 in aanmerking om het salaris te berekenen.
De onvolledige prestaties tegen 80% die conform het koninklijk besluit nr. 259 van 31 december 1983 betreffende de duur der prestaties der personeelsleden in sommige overheidsdiensten tijdens het eerste jaar na de indienstneming als volledige prestaties beschouwd zijn, komen in aanmerking om het salaris te berekenen.
Hoofdstuk 3. Toelagen
Art. XIbis 60. Het personeelslid met de graad van loods heeft geen recht op de toelagen vermeld in deel VII, titel 2, hoofdstuk 2, afdeling 6.
Afdeling 1. Algemene toelagen
Art. XIbis 61. Het personeelslid vermeld in artikel XIbis 57 heeft recht op de toelagen, vermeld in deel VII en VIIbis, als hij aan de toekenningsvoorwaarden voldoet.
Afdeling 2. Specifieke toelagen
Onderafdeling 1. Binnenvaarttoelage
Art. XIbis 62. §1. Op voorwaarde dat het personeelslid in het bezit is van een geldig kwalificatiecertificaat van de unie, wordt een binnenvaarttoelage toegekend, op de volgende wijze:
graad | functie | jaarbedrag (100%) |
speciaal assistent | matroos | 940 euro |
schipper | schipper | 1.690 euro |
De personeelsleden behouden de toelage, vermeld in het eerste lid, alleen als ze de - ‘Bridge Resource Management’ - opleiding hebben gevolgd, en daarvan een trainingscertificaat kunnen voorleggen.
De brutotoelage die maandelijks wordt betaald, wordt, voor de personeelsleden die bezoldigd zijn in een van de T-schalen, vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, verminderd met een twaalfde van het jaarbedrag, vermeld in het eerste lid.
Als het bedrag van de maandelijkse bruto toelage niet volstaat om de vermindering, vermeld in het derde lid, toe te passen, wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.
Personeelsleden die nog niet in het bezit zijn van een geldig kwalificatiecertificaat van de unie, als vermeld in het eerste lid, ontvangen tot uiterlijk 31 januari 2027, de toelage vermeld in artikel VII 70 als ze beschikken over het actieve of vervallen STCW-certificaat dat met hun graad overeenstemt.
§2. De binnenvaarttoelage is niet cumuleerbaar met de STCW- toelage vermeld in artikel XIbis 70.
Onderafdeling 2. Bijzondere toelageregeling voor het loodspersoneel
Art. XIbis 63. §1. De loods met de operationele functie ontvangt, naargelang zijn graadanciënniteit en de coëfficiënten, vermeld in artikel XIbis 64, per effectieve beloodsing een loodstoelage, waarvan het bedrag is bepaald conform de volgende tabel:
loodstoelage in euro’s | groep 1 | groep 2 | groep 3 | groep 4 |
na 6 jaar | na 9 jaar | na 14 jaar | ||
rivierloodsen | 142,71 | 170,21 | 208,59 | 248,17 |
kanaalloodsen | 142,56 | 170,05 | 208,43 | 248,00 |
Scheldemondenloodsen | 55,74 | 79,16 | 95,52 | 143,19 |
kustloodsen | 91,47 | 123,54 | 171,94 | 207,80 |
“.
De loods met de operationele functie die multivalent wordt ingezet, ontvangt de loodstoelage, vermeld in het eerste lid, volgens de toelageregeling van het korps waarbij hij prestaties levert.
De maandelijkse bruto-loodstoelage, vermeld in het eerste lid, wordt voor de personeelsleden bezoldigd in een van de T-schalen, vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, verminderd met een twaalfde van 7.460 euro (100%).
Als het bedrag van de maandelijkse bruto loodstoelage niet volstaat om de voormelde vermindering toe te passen, wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.
§2. De loodstoelagen, vermeld in paragraaf 1, worden maandelijks voor 50% rechtstreeks aan de loods toegekend. De resterende 50% wordt maandelijks gestort in een groepsfonds per loodstoelagegroep en station. Het voormelde groepsfonds wordt maandelijks verdeeld onder de loodsen van die groep volgens het aantal beschikbaarheidsdagen.
Voor de kustloodsen worden de percentages, vermeld in het tweede lid, respectievelijk gelezen als “85%” en “15%”.
De schaalvergrotingscoëfficiënt voor de Scheldemondenloodsen die bepaald wordt ter uitvoering van artikel XIbis 64, wordt maandelijks voor 100% in het groepsfonds per loodstoelagegroep gestort.
Onder beschikbaarheidsdagen wordt verstaan: de dagen dat de loods volgens zijn beurtregeling moet werken en ook effectief door de dienst voor loodsprestaties ingezet kan worden.
Met beschikbaarheidsdagen worden gelijkgesteld:
1° de beurtdagen verlof voor jaarlijkse vakantie en feestdagen;
2° de dagen waarop hij, die in rust is, zich beschikbaar verklaart bij oproep door de dienstleiding voor een loodsprestatie.
Voor de dagen dat de loods met operationele functie volgens zijn dienstregeling met rust is, maar toch een dienstopdracht vervult, inclusief de activiteiten als loodslesgever, krijgt de loods een beschikbaarheidsdag.
De loods compenseert de extra beschikbaarheidsdag, vermeld in het vijfde lid, 2°, en zesde lid, uiterlijk drie maanden na de loodsprestatie of dienstopdracht.
In afwijking van het zevende lid kan de loods ervoor kiezen om de beloning voor de dienstopdracht 100% individueel toegekend te krijgen, en krijgt hij geen beschikbaarheidsdag. De keuze voor die individuele beloning kan de loods jaarlijks herroepen.
In afwijking van het zevende lid kan de rivierloods ervoor kiezen om de extrabeschikbaarheidsdag, toegekend ter uitvoering van het vijfde lid, 2°, niet te compenseren.
§3. Voor het personeelslid met de functie van chef-loods, stuurman of kapitein die na aanwerving of functiewijziging de functie van operationele loods uitoefent, wordt de benodigde graadanciënniteit, vermeld in paragraaf 1, verhoogd met het aantal jaren en maanden waarin de functie van chef-loods, stuurman of kapitein is uitgeoefend.
§4. De loods met de operationele functie ontvangt per kalenderdag verlof wegens arbeidsongeval, ongeval op de weg van en naar het werk of wegens beroepsziekte, een toelage van 36,99 euro (100%).
§5. De loods met de operationele functie die door de dienstleiding met een administratieve opdracht belast wordt, ontvangt per 4 uur een forfaitaire toelage van 50,70 euro (100%) met een maximum van 101,41 euro (100%) per dag. De voormelde forfaitaire toelage wordt niet toegekend voor de administratieve opdracht als loodslesgever en de administratieve opdracht werkoproepen.
§6. Als een functie van chef-loods vacant is gesteld, of een langdurige afwezigheid van een chef-loods voorzien is of een feit is, ontvangt de loods met de algemene functie die de functie van chef-loods gedurende ten minste dertig kalenderdagen waarneemt, voor die periode de overeenkomstige salarisschaal en toelagen.
§7. In afwijking van paragraaf 2 kunnen de kanaalloodsen op vrijwillige basis en per periode van één kalenderjaar opteren voor 100% individuele betoelaging. Ze putten dus niet uit het groepsfonds.
Het groepsfonds kanaalloodsen wordt maandelijks verdeeld onder de loodsen die onder de 50%/50%-regeling vallen, vermeld in paragraaf 2, en ook onder de individueel varende loodsen voor hun verlofdagen die ze tijdens de periode van betoelaging via het groepsfonds hebben opgespaard overeenkomstig artikel X 9, §1, vijfde lid.
In afwijking van het eerste lid kan tijdens het opstartjaar de keuze voor individuele betoelaging gemaakt worden voor de resterende periode van het kalenderjaar.
§8. De operationele loodsen bezoldigd in loodstoelagegroep 4, ontvangen gedurende de vier jaar die volgen op de volledige invoering van een aangepaste technische loopbaan – optimalisatietraject, schaalvergroting -, een jaarlijkse compenserende toelage, als blijkt dat de jaarlijkse verhouding van dat jaar, onder de laagste verhouding ligt tijdens de referteperiode.
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° jaarlijkse verhouding: de jaarlijkse verhouding is het gemiddelde van de maandelijkse verhoudingen tussen het aantal geleverde prestaties in loodstoelagegroep 4 ten opzichte van de totale prestaties van het korps en het aantal loodsen in loodstoelagegroep 4 ten opzichte van het totale aantal loodsen van het korps;
2° referteperiode: de periode van vier jaar die voorafgaat aan de aangepaste technische loopbaan, vermeld in het eerste lid.
Alleen een jaarlijkse verhouding die onder de laagste verhouding ligt, wordt als significant beschouwd en leidt tot een compenserende toelage.
Het totaalbedrag van de toe te kennen compensaties wordt per loodsenkorps bepaald.
Per loodsenkorps wordt het aantal loodsprestaties dat de loodsen in loodstoelagegroep 4 minder hebben gepresteerd, vermenigvuldigd met het bedrag van loodstoelage 4 van dat korps, vermeld in paragraaf 1.
Het aantal prestaties dat de loodsen in loodstoelagegroep 4 minder hebben gepresteerd, vermeld in het vijfde lid, wordt verkregen door het verschil tussen het aantal prestaties dat ze werkelijk hebben verricht en het aantal prestaties dat ze hadden moeten verrichten op jaarbasis.
Het aantal prestaties dat ze hadden moeten verrichten, vermeld in het zesde lid, wordt verkregen door het aantal loodsen in loodstoelagegroep 4 ten opzichte van het aantal loodsen van het korps te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de jaarlijkse verhoudingen van de referteperiode.
Het bedrag dat wordt verkregen conform het tweede lid, wordt gedeeld door het aantal beschikbaarheidsdagen van de groep loodstoelage 4 binnen dat korps in dat jaar.
De operationele loods die loodsprestaties leverde in loodstoelagegroep 4, verkrijgt een jaarlijkse compenserende toelage die gelijk is aan het bedrag vermeld in het derde lid, vermenigvuldigd met zijn beschikbaarheidsdagen in loodstoelagegroep 4 in dat jaar.
Art. XIbis 64. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, bepaalt de coëfficiënt waarmee de loodstoelagen, vermeld in artikel XIbis 63, §1, vermenigvuldigd worden:
1° per loodsprestatie volgens het af te leggen traject;
2° per extraprestatie.
Art. XIbis 65. Als de loods met de operationele functie weigert of onbekwaam is schepen te loodsen die beantwoorden aan de volgende minimale lengtenormen, ontvangt hij in afwijking van artikel XIbis 63, de loodstoelage die volgens de volgende tabel overeenkomt met de schepen die hij wel loodst.
loodstoelage 4 | onbeperkt |
loodstoelage 3 | tot 210 m |
loodstoelage 2 | tot 175 m |
loodstoelage 1 | tot 150 m |
De loods die sinds vijf jaar in loodstoelagegroep 4 is ingedeeld om medische redenen, die zijn bevestigd door de arbeidsarts, schepen van een lagere categorie loods, ontvangt minimaal loodstoelage 2.
Art. XIbis 66. De loods met een andere functie dan operationele loods ontvangt een algemene toelage, een toelage voor extraprestaties en/of een toelage voor het effectief geven van opleiding, conform volgende tabel:
algemene toelage | toelage voor extraprestaties | toelage voor het effectief geven van opleiding en het afnemen van proefreizen aan de hoofdschipper - gezagvoerder van de loodsboot Tender en andere nautische functies | |
loods, chefloods (dagdienst) | 12.954,75 euro | 2.330,05 euro | |
loods, chefloods (continudienst) of nautisch dienstchef | 12.954,75 euro | 5.418,72 euro | |
loods, kapitein van de loodsboot | 12.954,75 euro | 13.466,52 euro | 10.108,92 euro |
loods, stuurman van de loodsboot | 80% van de toelagen van de kapitein |
“.
De maandelijkse brutotoelage, vermeld in het eerste lid, wordt voor de personeelsleden bezoldigd in een van de T-schalen, vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, verminderd met een twaalfde van 7.460 euro (100%).
Als het bedrag van de maandelijkse brutotoelage niet volstaat om de voormelde vermindering toe te passen, wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.
Art. XIbis 67. Deze afdeling is niet van toepassing op de loods op proef, behalve als de loods op proef geslaagd is voor de competentieproef, vermeld in artikel XIbis 11, §1, eerste lid, 2°, en artikel XIbis 12, §1, eerste lid, 2°, en die loods op proef operationeel ingezet wordt.
De toelagen, vermeld in deze afdeling worden bij een algemene verhoging van de salarisschalen voor twee derde gekoppeld aan de gemiddelde salarisverhoging van niveau A.
De toelagen vermeld in artikel XIbis 62 en XIbis 66 zijn niet cumuleerbaar met de toelagen, vermeld in artikel VII 32 en VII 33, en de permanentietoelage, vermeld in artikel VII 43 en de ploegentoelage vermeld in artikel VII 44.
Onderafdeling 3. Zeegeld
Art. XIbis 68. §1. De ambtenaar van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, aangewezen voor de zeedienst of de rededienst, ontvangt voor elk verblijf aan boord van een vaartuig van het voormelde agentschap, hetzij op zee zeewaarts buiten de koppen van de staketsels van de thuishaven, hetzij in een vreemde haven, per begonnen periode van 24 uur één keer het dagbedrag dat in de volgende tabel naast zijn graad/functie vermeld is (100%):
graad/functie | ZEEDIENST | REDEDIENST | |||
dagbedrag | jaarbedrag | dag bedrag | jaarbedrag | ||
loods (functie chef-loods) | 17,07 euro | - | - | - | |
stagiair-loods | 14,50 euro | 2.000 euro | - | - | |
leidinggevend hoofdmedewerker (functie hoofdscheepstechnicus) | 16,09 euro | 2.236 euro | |||
hoofdscheepstechnicus | 16,11 euro | 2.239 euro | - | - | |
scheepstechnicus | 14,56 euro | 2.008 euro | - | - | |
leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdschipper) | 17,14 euro | - | |||
leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdschipper – gezagvoerder) | 14,54 euro | 2.005 euro | |||
leidinggevend hoofdassistent (functie officier werktuigkundige) | 16,12 euro | 2.240 euro | |||
eidinggevend hoofdassistent (functie motorist) | 14,54 euro | 5,72 euro | 752 euro | ||
hoofdschipper (functie gezagvoerder) | 14,55 euro | 2.007 euro | - | - | |
hoofdmotorist (functie motorist) | 14,55 euro | - | 5,73 euro | 753 euro | |
hoofdmotorist (functie officier werktuigkundige) | 16,13 euro | 2.242 euro | - | - | |
speciaal hoofdassistent (functie kok ingescheept) | 14,57 euro | 2.009 euro | |||
schipper | 14,59 euro | 2.012 euro | 5,74 euro | 755 euro | |
motorist | 14,59 euro | 2.012 euro | 5,74 euro | 755 euro | |
speciaal assistent (functie kok ingescheept en de functie matroos/stoker) | 14,60 euro | 2.013 euro | 5,75 euro | 755 euro |
Met zeedienst worden prestaties bedoeld van de loodsdienst (kotter en/of tender), de sleepdienst, de bebakenings- of beboeiingsdienst, de reddingsdienst of prestaties met het hydrografisch vaartuig en met de politieboot tijdens surveillanceopdrachten.
Voor de personeelsleden die maaltijdcheques ontvangen, worden de geïndexeerde dagbedragen in de tabel, vermeld in het eerste lid, verminderd met de werkgeversbijdrage in een maaltijdcheque zoals vermeld in artikel VII 109ter.
§2. Als per 24 uur zeedienstprestaties en rededienstprestaties geleverd worden, wordt maar één keer het hoogste dagbedrag toegekend.
§3. De ambtenaar die door een arbeidsongeval niet voor de zee- of rededienst ingezet kan worden, ontvangt per kalenderdag 1/365ste van het jaarbedrag dat op hem van toepassing is.
§4. Bij een algemene herziening van de salarisschalen van het varend personeel worden de bedragen, vermeld in paragraaf 1, verhoogd of verlaagd met een coëfficiënt die verkregen wordt door de som van de rekenkundige gemiddelden van de nieuwe schalen van de ambtenaren, vermeld in paragraaf 1, te delen door de som van de rekenkundige gemiddelden van de schalen die geldig zijn op de datum van inschaling.
Het rekenkundige gemiddelde, vermeld in het eerste lid, wordt verkregen door de som van het minimum en het maximum van de salarisschaal door twee te delen. De coëfficiënt wordt berekend tot op vier decimalen.
§5. De ambtenaar van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, die belast is met hydrografische werkzaamheden op zee aan boord van een hydrografisch voertuig, of die controleopdrachten uitvoert aan boord van een baggerschip, ontvangt per 24 uur een dagbedrag ‘zeedienst’ als vermeld in paragraaf 1 voor de scheepstechnicus.
Onderafdeling 4. Specifieke toelageregeling voor het personeel van de grote varende eenheden van de DAB Vloot
Art. XIbis 69. §1. Per volledige zeebeurt wordt aan de personeelsleden van de tender en kotter de volgende uurtoelage toegekend:
functie | uurtoelage |
matroos | 36 uur |
(hoofd)schipper en (hoofd)scheepstechnicus | 38 uur |
kok | 40 uur |
leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdschipper) | 38 uur |
In het aantal uren, vermeld in het eerste lid, zijn de vier uur binnenbeurt begrepen waarvoor geen toelage wordt toegekend.
§2. In geval van gedeeltelijke zeebeurt wordt de toelage, vermeld in paragraaf 1, pro rata berekend.
§3. Voor prestaties op de sleepdienst aan de kust gelden de volgende voorwaarden:
1° een normale dagprestatie bedraagt tien uur; 2° het eerste overuur op dagbasis wordt vergoed tegen 125% en de volgende overuren worden vergoed tegen 150%;
3° een derde van de niet-gepresteerde uren aan boord wordt als overuren vergoed, conform artikel VII 29, §1.
§4. Als een andere grote varende eenheid uitzonderlijk wordt ingezet in continudienst, wordt aan de betrokken personeelsleden een derde van de niet-gepresteerde uren aan boord als overuren vergoed conform artikel VII 29, §1.
Onderafdeling 5. STCW-toelage (Standards of Training, Certification and Watchkeeping)
Art. XIbis 70. Op voorwaarde dat het personeelslid in het bezit is van een geldig STCW-vaarbevoegdheidsbewijs, overeenkomstig de functie, wordt een STCW-toelage toegekend, conform de volgende tabel:
STCW | graad | functie | jaarbedrag (100%) |
Ilo-certificaat | speciaal assistent / speciaal hoofdassistent | kok | 940 euro |
II/4 | speciaal assistent | matroos/stoker | 940 euro |
III/4 | motorist | motorist | 1.690 euro |
II/4 | schipper | schipper-bootsman | 1.690 euro |
II/3 | schipper | schipper | 1.690 euro |
III/1, III/2, III/3 | scheepstechnicus | scheepstechnicus | 1.690 euro |
II/1, II/2, II/3 | schipper | schipper-stuurman | 2.190 euro |
III/4 | hoofdmotorist / leidinggevend hoofdassistent | hoofdmotorist | 2.190 euro |
III/2 of III/3 | hoofdscheepstechnicus / leidinggevende hoofdmedewerker | hoofdscheepstechnicus | 2.190 euro |
II/2, II/3 | hoofdschipper / leidinggevende hoofdassistent | hoofdschipper | 2.690 euro |
De personeelsleden van niveau A zijn uitgesloten van de STCW-toelage, vermeld in het eerste lid.
De personeelsleden met de functie van schipper-stuurman en hoofdschipper behouden het jaarbedrag, vermeld in de tabel, vermeld in het eerste lid, alleen op voorwaarde dat ze de ‘Bridge Resource Management’-opleiding hebben gevolgd, en daarvan een trainingscertificaat kunnen voorleggen.
De maandelijks brutotoelage, vermeld in het eerste lid, wordt voor de personeelsleden bezoldigd in een van de T-schalen, vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, verminderd met een twaalfde van 1.690 euro (100%) of een twaalfde van 940 euro (100%) voor de functies kok, matroos of stoker op jaarbasis.
Als het bedrag van de maandelijkse brutotoelage niet volstaat om de vermindering, vermeld in het vierde lid, toe te passen, wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.
Onderafdeling 6. Toelage voor technische bekwaamheid
Art. XIbis 71. §1. De personeelsleden met de volgende functies ontvangen een toelage van 2.250 euro (100%) per jaar voor technische bekwaamheid:
1° verkeersleider centrale Zandvliet of Zeebrugge;
2° regioverkeersleider verkeerscentrale Zandvliet of Zeebrugge;
3° nautisch verkeersleider MRCC (Maritiem Reddings en Coördinatiecentrum);
4° verkeersleider MRCC;
5° verkeersleider Zelzatebrug;
6° regioverkeersleider Zelzatebrug;
7° loodsdienstcoördinator;
8° rededienstcoördinator.
Voor de personeelsleden die na 1 januari 2018 in dienst zijn getreden, wordt de toelage, vermeld in het eerste lid, niet toegekend tijdens de proeftijd, behalve in de volgende gevallen:
1° de proeftijd sluit aan op een contractuele tewerkstelling in dezelfde functie;
2° het personeelslid heeft het opleidingstraject met goed gevolg doorlopen en wordt operationeel ingezet.
§2. Naast de toelage, vermeld in paragraaf 1, ontvangen de verkeersleiders en regioverkeersleiders van de centrale Zandvliet en Zeebrugge waarop artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2007 betreffende de opleiding, de kwalificatie en de aansprakelijkheid van de personeelsleden die belast zijn met de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen buiten het havengebied en het personeel van het MRCC, van toepassing is, een bijkomende toelage van 1.000 euro (100%) per jaar.
§3. Naast de toelage, vermeld in paragraaf 1, ontvangen de verkeersleiders en de nautisch verkeersleiders MRCC waarop artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 september 2007 betreffende de opleiding, de kwalificatie en de aansprakelijkheid van de personeelsleden die belast zijn met de begeleiding van de scheepvaart op de maritieme toegangswegen buiten het havengebied en het personeel van het MRCC, van toepassing is, een bijkomende toelage van 500 euro (100%) per jaar.
§4. De bijkomende toelage, vermeld in paragraaf 2 en 3, wordt alleen uitbetaald als de betrokken personeelsleden in het bezit zijn van een geldig VTS-certificaat (Vessel Traffic System) of MRCC-certificaat.
§5. De verkeersleiders en regioverkeersleiders waarop paragraaf 2 van toepassing is zijn uiterlijk op 31 december 2008 in het bezit van een geldig VTS-certificaat, anders wordt de bijkomende toelage, vermeld in paragraaf 2, niet verder uitbetaald totdat ze opnieuw voldoen aan de voorwaarden.
De nautisch verkeersleiders, vermeld in paragraaf 3, zijn uiterlijk op 30 juni 2009 in het bezit van een geldig MRCC-certificaat, anders wordt de bijkomende toelage, vermeld in paragraaf 3, niet verder uitbetaald totdat ze opnieuw voldoen aan de voorwaarden.
§6. Voor de personeelsleden die worden bezoldigd in een van de T-schalen, vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, wordt de maandelijks brutotoelage, vermeld in paragraaf 1,2 en 3, verminderd met een twaalfde van 1.690 euro (100%).
Als het bedrag van de maandelijkse bruto toelage niet volstaat om de vermindering, vermeld in het eerste lid, toe te passen, wordt het saldo van het bruto maandsalaris afgetrokken.
Onderafdeling 7. Toelage voor de matroos die tijdelijk fungeert als schipper-bootsman of als schipper-stuurman
Art. XIbis 72. Het personeelslid met de functie van matroos die de functie van schipperbootsman of schipper-stuurman tijdelijk uitoefent, krijgt per uur werkelijke prestatie een toelage van 1/1976 van 1.120 euro (100%).
Onderafdeling 8. Gezagvoerderstoelage
Art. XIbis 73. Het personeelslid dat het gezag voert over een varende eenheid van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, waarvan het gezag normaal toebedeeld wordt aan een personeelslid van een hoger niveau, een hogere rang of functie, krijgt een gezagvoerderstoelage, conform de volgende tabel:
begunstigde | uit te voeren functie | bedrag per uur tegen 100% werkelijke prestatie |
schipper | hoofdschipper | 1/1976 van 2.235 euro |
schipperspeciaal assistent (functie matroos of stoker) | schipper | 1/1976 van 1.120 euro |
loods, functie stuurman | loods, functie kapitein | 1/1976 van 2.730 euro |
hoofdschipper | loods, functie kapitein of stuurman | 1/1976 van 2.730 euro |
leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdschipper) | loods, functie kapitein of stuurman | 1/1976 van 2.730 euro |
Hoofdstuk 4. Vergoedingen
Afdeling 1. Maaltijdvergoeding op dienst- en veerboten
Art. XIbis 74. Een dienstopdracht die bestaat uit vaarprestaties voor een duur van minstens zes uur per shift op een dienstboot die zich verplaatst buiten een werkelijke afstand van vijf kilometer van de standplaats geeft recht op één forfaitaire maaltijdvergoeding van 8,2 euro (100%).
Een dienstopdracht die bestaat uit vaarprestaties voor een duur van minstens zes uur per shift op een veerboot geeft recht op één forfaitaire maaltijdvergoeding van 8,2 euro (tegen 100%).
Vanaf dertien uur verblijf wegens een dienstopdracht met vaarprestaties op een dienstboot die zich verplaatst buiten een werkelijke afstand van vijf kilometer van de standplaats of op een veerboot wegens een dienstopdracht met vaarprestaties van minstens dertien uur, heeft het personeelslid recht op een bijkomende maaltijdvergoeding van 8,2 euro (100%). De cumulatie van twee maaltijdvergoedingen vanaf dertien uur verblijf geldt alleen voor uitzonderlijke situaties.
De bedragen, vermeld in het eerste, tweede en derde lid, worden na indexatie verminderd met de werkgeversbijdrage in een maaltijdcheque, vermeld in artikel VII 109ter.
Afdeling 2. De forfaitaire vergoeding voor reis- en maaltijdkosten voor het loodsenpersoneel
Art. XIbis 75. §1. De hierna vermelde loodsen met de operationele functie ontvangen een forfaitaire vergoeding voor reis- en maaltijdkosten waarvan het bedrag hieronder bepaald is voor:
1° het verblijf in een haven waar het Vlaamse Gewest loodsoperaties uitvoert;
2° de reizen als loods of als passagier aan boord van koopvaardijschepen;
3° de verplaatsingen van en naar voormelde havens.
korps | bedrag per maand (100%) |
1° rivier- en kanaalloodsen | 161,44 euro |
2° Scheldemondenloodsen | 551,52 euro |
3° kustloodsen | 138,58 euro |
De loods met de operationele functie die multivalent wordt ingezet, ontvangt de forfaitaire vergoeding, vermeld in het eerste lid, pro rata het aantal kalenderdagen dat hij in het loodsenkorps in kwestie ingepland was.
§2. De stagiair-loods met de functie van stuurman ontvangt de helft van het bedrag van de Scheldemondenloods, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°.
§3. De betaling van de vergoeding wordt niet geschorst voor de prestaties op de radarcentrales in Zeebrugge en Zandvliet.
Art. XIbis 76. Op de forfaitaire bedragen, vermeld in artikel XIbis 75, wordt een vermindering toegepast van 1/30 per dag ziekteverlof.
Voor de loods met de operationele functie die multivalent wordt ingezet, wordt de vermindering, vermeld in het eerste lid, toegepast op de vergoeding van het korps waarbij hij voor de beurt en de rustperiode ingepland was.
Afdeling 3. Vergoeding voor het werken in Vlissingen
Art. XIbis 77. §1. Het personeelslid van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust dat in Vlissingen werkt, en niet in Nederland verblijft, krijgt per gepresteerde arbeidsdag in Vlissingen een vergoeding voor de gemaakte kosten conform de volgende tabel:
zone | afstand woonplaats – werkplaats – woonplaats via de weg | factor zone | dagbedrag (100%) – arbeidsprestatie van 12 uur per dag | dagbedrag (100%) – andere arbeidsprestatie |
0 | personeelsleden met bedrijfswagen | 0 | 17,89 euro | 11,33 euro |
1 | < 75 km | 75 | 36,87 euro | 30,31 euro |
2 | =75 km en < 100 km | 100 | 43,19 euro | 36,63 euro |
3 | =100 km en < 150 km | 150 | 55,84 euro | 49,28 euro |
4 | =150 km en < 200 km | 200 | 68,49 euro | 61,93 euro |
5 | = 200 km | 225 | 74,81 euro | 68,25 euro |
§2. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, wordt niet toegekend aan de personeelsleden die de tegemoetkoming ontvangen voor moeilijk bereikbare arbeidsplaatsen, vermeld in artikel VII 99 en VII 100.
§3. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, wordt aangepast als het bedrag van de kilometervergoeding vermeld in artikel VII 80, §1, wordt gewijzigd.
De aangepaste dagbedragen worden berekend conform de volgende formule:
3.332,48 euro + (factor zone*jaarprestaties*bedrag kilometervergoeding))/1,4002 |
133 (arbeidsprestaties van 12 uur per dag) of 210 (andere arbeidsregeling) |
Afdeling 4. Compenserende vergoeding maaltijdcheques voor personeelsleden die werken in Vlissingen
Art. XIbis 78. Personeelsleden met standplaats in Vlissingen, met uitzondering van de personeelsleden met de graad van loods, functie operationele loods, stuurman of kapitein, ontvangen een vergoeding van 121,00 euro per maand.
Artikel VII 15 en VII 16 zijn van toepassing.
Hoofdstuk 5. Sociale voordelen
Art. XIbis 79. In afwijking van artikel VII 109novies, heeft het contractuele personeelslid recht op een aanvullend pensioen, dat de werkgever financiert met vaste bijdragen, van 3% van het salaris.
Om de bijdrage, vermeld in het eerste lid, te berekenen, wordt het gemiddelde genomen van het voltijdse brutomaandsalaris van de eerste en de laatste tewerkstellingsmaand van het kalenderjaar, verhoogd met de haard- of standplaatstoelage en vermenigvuldigd met de factor 13,82.
Het recht, vermeld in het eerste lid, wordt opgebouwd naar rato van de prestaties.
De periodes van afwezigheid door ziekteverlof, moederschapsrust, vader- of meemoederschapsverlof, geboorteverlof en de dienstvrijstelling in het kader van artikel 42 van de arbeidswet van 16 maart 1971 worden gelijkgesteld met werkelijk geleverde prestaties.
Het aanvullend pensioen wordt bij pensionering uitbetaald in de vorm van een eenmalig kapitaal, tenzij het personeelslid de omzetting in rente vraagt. Als het personeelslid overlijdt voor hij met pensioen gaat, worden de verworven reserves uitbetaald aan de begunstigde of de begunstigden.
Hoofdstuk 6. Overgangsbepalingen
Art. XIbis 80. Het personeelslid van het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust dat vóór 1 september 1999 in Vlissingen werkt, ontvangt een expatriatievergoeding die overeenstemt met het bedrag van de vergoeding voor verblijf in het buitenland, die het personeelslid kreeg op 31 augustus 1999. Bij wijziging van het nettosalaris en/of de kinderbijslag wordt de expatriatievergoeding bepaald op 70% van het nettosalaris en van de kinderbijslag.
§2. Het personeelslid ontvangt de expatriatievergoeding, vermeld in paragraaf 1 alleen als het kan bewijzen dat hij en zijn kinderen over een verblijfplaats in Nederland beschikken. Om het voormelde bewijs te leveren, worden de bewijsstukken van verblijfskosten voorgelegd. De voormelde verblijfskosten kunnen bewezen worden met alle rechtsmiddelen, waaronder een eigendomsakte, een huurcontract en een betalingsbewijs van de huursom.
§3. De bewijzen, vermeld in het tweede lid, worden voorgelegd aan de bevoegde lijnmanager die over de bewijskracht van de voorgelegde documenten beslist. De voormelde lijnmanager kan ook aanvullende bewijsstukken eisen.
§4. Het personeelslid dat moedwillig valse verklaringen aflegt en/of valse bewijzen voorlegt, kan strafrechtelijk worden vervolgd, onverminderd de toepassing van deel VIII van dit statuut.
§5. Het personeelslid dat zich om dienstredenen weer in België vestigt, of dat zich binnen twaalf maanden na zijn pensionering opnieuw in België vestigt, worden de werkelijk gemaakte verhuiskosten terugbetaald.
Art. XIbis 81. Als het salaris tegen 100% dat de speciaal assistent (functie matroos of stoker) kreeg in de salarisschaal vóór de upgrading, vermeerderd met 2.235 euro (100%), meer bedraagt dan het salaris dat de ambtenaar krijgt in de salarisschaal na de upgrading, vermeerderd met de bevorderingspremie en met een bedrag van 1.120 euro (100%), bedraagt de toelage 1/1976 van 1.615 euro (100%) op jaarbasis per uur werkelijke prestatie.
Titel 6. Evaluatie
Art. XIbis 82. Op het personeelslid waarop dit deel conform artikel XIbis 1 van toepassing is, is de evaluatieregeling voor het personeelslid dat onder het toepassingsgebied vermeld in deel VIIbis valt, van overeenkomstige toepassing.
Titel 7. Ziekteverlof
Art. XIbis 83. §1. In afwijking van deel X, titel 4, hoofdstuk 4, geldt voor de ambtenaren vermeld in artikel XIbis 57, de regeling, vermeld in dit artikel.
Voor de toepassing van artikel X 23 wordt voor de ambtenaar ook rekening gehouden met de dagen ziekteverlof die hij heeft opgenomen vóór 1 juni 2024.
De ambtenaar ontvangt tijdens de afwezigheid wegens ziekte het volledige salaris overeenkomstig zijn prestatieregeling. Het ziekteverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. De lijnmanager kan de ambtenaar waarop dit deel conform artikel XIbis 1 van toepassing is, en die tijdens de loopbaan 666 werkdagen afwezig is geweest wegens ziekte, doorverwijzen voor onderzoek naar de federale dienst die bevoegd is voor de definitieve ongeschiktverklaring van de ambtenaar.
De afwezigheid wegens ziekte van de personeelsleden met een specifieke werktijdregeling wordt pro rata berekend.
Als de federale dienst die bevoegd is voor de definitieve ongeschiktverklaring van de ambtenaar, meedeelt dat een ambtenaar een onderzoek in het kader van de vroegtijdige oppensioenstelling om gezondheidsredenen heeft belemmerd of geweigerd, vraagt de lijnmanager aan de ambtenaar om de redenen van de voormelde belemmering of weigering mee te delen binnen veertien dagen. Als de ambtenaar niet antwoordt op voormelde vraag of geen geldige reden aantoont, wordt hij in non-activiteit gezet vanaf de dag waarop hij het onderzoek heeft belemmerd of geweigerd tot de dag waarop hij het werk herneemt.
§2. De verzekering, vermeld in artikel X 20, §1, is niet van toepassing op het contractuele personeelslid dat afwezig is wegens arbeidsongeschiktheid en dat onder dit deel valt.
Art. XIbis 84. De personeelsleden die onder dit deel vallen, vallen onder de ziektecontrole opgenomen in artikel X 22.
Titel 8. Ambtshalve onbetaald verlof
Art. XIbis 85. §1. Als een ambtenaar binnen de diensten van de Vlaamse overheid of bij een administratief rechtscollege van de Vlaamse overheid een arbeidsovereenkomst, een mandaat, een tijdelijke aanstelling of een andere statutaire functie opneemt waaraan een proeftijd is verbonden, staat de lijnmanager ambtshalve onbetaald verlof toe. Het onbetaald verlof, vermeld in het eerste lid, wordt voor de eerste mandaatperiode toegekend. In geval van een tijdelijke aanstelling of arbeidsovereenkomst wordt het onbetaalde verlof voor een periode van twee jaar toegekend en in geval van een statutaire proeftijd voor de duur van de proeftijd.
De ambtenaar op proef is uitgesloten van het onbetaalde verlof, vermeld in het eerste lid.
De beperking in de tijd, vermeld in het tweede lid, is niet van toepassing als een ambtenaar binnen zijn entiteit, raad of instelling een mandaat, tijdelijke aanstelling, contract of statutaire proeftijd opneemt.
§2. Als een contractueel personeelslid binnen de diensten van de Vlaamse overheid een statutaire proeftijd opneemt, heeft het voor de duur van de proeftijd recht op onbetaald verlof.
§3. Het onbetaalde verlof, vermeld in paragraaf 1 en 2, wordt met dienstactiviteit gelijkgesteld. Tijdens het onbetaalde verlof heeft het personeelslid geen recht op salaris.
Titel 9. Tuchtregeling
Art. XIbis 86. Artikel VIII 5, vierde lid, is niet van toepassing.
Titel 10. Einde van de tewerkstelling van een contractueel personeelslid
Art. XIbis 87. In afwijking van deel XI, titel 3, kunnen contractuelen ontslagen worden door de in dienst nemende overheid overeenkomstig het arbeidsrecht.
Onverminderd het eerste lid, kan het contractuele personeelslid, ontslagen worden door de in dienst nemende overheid na één evaluatie onvoldoende over de wijze van uitoefening van de functie.
Het contractuele personeelslid wordt ontslagen als hij na een evaluatie “onvoldoende” bij een van de twee eerstvolgende evaluaties een tweede evaluatie “onvoldoende” krijgt.
Art. XIbis 88. Artikel XI 26 en XI 27 zijn niet van toepassing.
Titel 11. Het verlies van de hoedanigheid van ambtenaar en de definitieve ambtsneerlegging
Hoofdstuk 1. Pensionering
Art. XIbis 89. §1. In afwijking van artikel XI 1, §1, wordt ambtshalve een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar op de laatste dag van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, behalve in geval van schorsing in het belang van de dienst van de ambtenaar of als een tuchtprocedure tegen de ambtenaar loopt. In de voormelde gevallen wordt ambtshalve een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar na afloop van de schorsing in het belang van de dienst en eventueel van de tuchtprocedure.
§2. In afwijking van paragraaf 1 kan de benoemende overheid een ambtenaar na het einde van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt nog verder in dienst houden voor een periode van maximaal één jaar, telkens verlengbaar met maximaal één jaar. De voormelde persoon behoudt zolang zijn hoedanigheid van ambtenaar.
Hoofdstuk 2. Definitieve ambtsneerlegging
Art. XIbis 90. De volgende acties geven aanleiding tot ambtsneerlegging:
1° het vrijwillige ontslag;
2° de pensionering ingevolge leeftijd of medische ongeschiktheid;
3° het ontslag na twee onvoldoendes, vermeld in artikel XI 8.
Hoofdstuk 3. Outplacement
Art. XIbis 91. De regeling, vermeld in artikel XI 8quater, §1, is niet van toepassing.
Titel 12. Mobiliteit tussen een graad of functie binnen de Nautische keten en een graad of functie buiten de Nautische keten
Hoofdstuk 1. Mobiliteit van een graad of functie binnen de Nautische keten vermeld in artikel XIbis 57, naar een graad of functie buiten de Nautische keten
Afdeling 1. Personeelsleden in dienst vóór 1 juni 2024
Onderafdeling 1. Hoedanigheid
Art. XIbis 92. De ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die via mobiliteit overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, behoudt zijn hoedanigheid van ambtenaar.
Art. XIbis. 93. Het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, dat buiten de Nautische keten een gezagsfunctie opneemt als vermeld in de lijst die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, wordt toegelaten tot de statutaire proeftijd, vermeld in deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
Het contractuele personeelslid, vermeld in het eerste lid, dat een niet-gezagsfunctie opneemt buiten de Nautische keten, behoudt zijn hoedanigheid.
Onderafdeling 2. Verloning
Art. XIbis 94. Het personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, , dat via mobiliteit of bevordering overgaat naar een andere graad of functie binnen de diensten van de Vlaamse overheid, wordt ingeschaald in de overeenkomstige salarisschaal van de nieuwe graad, conform artikel VIIbis 16, §1.
De inschaling, vermeld in het eerste lid, gebeurt op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan, met behoud van de geldelijke- en schaalanciënniteit op het moment van de overgang, vermeld in het eerste lid.
Art. XIbis 95. Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel XIbis 1, dat via mobiliteit overstapt, kan er vrijwillig voor kiezen om onder het toepassingsgebied van deel VII te ressorteren.
De keuze, vermeld in het eerste lid, wordt gemaakt conform artikel VII 2, §2. De inschaling bij de overstap, vermeld in het eerste lid, gebeurt conform artikel VII 2, §4.
Artikel XIbis 96. Artikel VII 5bis en artikel VIIbis 1, derde lid, zijn van toepassing op het personeelslid dat via bevordering overstapt.
Onderafdeling 3. Ziekteregeling
Art. XIbis 97. De ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die bij de overstap naar een graad of functie buiten de Nautische keten ambtenaar blijft, valt onder de ziekteregeling, vermeld in artikel X 21. De ziektedagen die een ambtenaar heeft opgenomen vóór de voormelde overstap, worden aangerekend op het ziektekapitaal.
Het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, dat bij een overstap naar een graad of functie buiten de Nautische keten, contractueel blijft, valt onder de ziekteregeling, vermeld in artikel X 20.
Het contractuele personeelslid dat bij een overstap naar een graad of functie buiten de Nautische keten ambtenaar wordt, valt onder de ziekteregeling, vermeld in artikel X 18 en X 19.
Onderafdeling 4. Aanvullend pensioen
Art. XIbis 98. Het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1 dat overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten , heeft recht op een aanvullend pensioen zoals vermeld in artikel VII 109novies.
Onderafdeling 5. Ambtshalve pensioen
Art. XIbis 99. Aan de hoedanigheid van een ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, , kan alleen een einde worden gemaakt in de gevallen, vermeld in artikel XI 1.
Onderafdeling 6. Evaluatie en raad van beroep
Art. XIbis 100. De ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, wordt geëvalueerd conform deel IV.
Onderafdeling 7. Ontslagbescherming van contractuele personeelsleden
Art. XIbis 101. Op het personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, dat overstapt naar een andere graad of functie binnen de diensten van de Vlaamse overheid, is, vanaf de datum van de voormelde overstap, deel XI, titel 3, van toepassing.
Afdeling 2. Personeelsleden in dienst vanaf 1 juni 2024
Onderafdeling 1. Hoedanigheid
Art. XIbis 102. De ambtenaar, vermeld in artikel XIbis 1 die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, die niet voorkomt in de lijst die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, wordt tewerkgesteld met een contractuele tewerkstelling. Hij behoudt zijn hoedanigheid in geval van een niet-vrijwillige overstap gedurende maximaal twee jaar.
Als de ambtenaar, vermeld in het eerste lid, overstapt naar een gezagsfunctie buiten de Nautische keten, vermeld in de lijst die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, behoudt hij zijn hoedanigheid.
Art. XIbis 103. Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel XIbis 1 dat overstapt naar een gezagsfunctie buiten de Nautische keten, vermeld in de lijst die is opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, wordt toegelaten tot de statutaire proeftijd, vermeld in deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
Als het personeelslid, vermeld in het eerste lid, overstapt naar een niet-gezagsfunctie behoudt hij zijn hoedanigheid.
Onderafdeling 2. Verloning
Art. XIbis 104. Het personeelslid 1 vermeld in artikel XIbis 1, dat via mobiliteit of bevordering overgaat naar een andere graad binnen de diensten van de Vlaamse overheid, wordt ingeschaald in de overeenkomstige salarisschaal van de nieuwe graad, conform artikel VIIbis 16, §1.
De inschaling, vermeld in het eerste lid, gebeurt op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan, met behoud van de geldelijke- en schaalanciënniteit op het moment van de overgang, vermeld in het eerste lid.
Art. XIbis 105. Het personeelslid, vermeld in artikel XIbis 115, ressorteert vanaf de datum van de overgang onder de toepassing van deel VII als de overgang de eerste dag van de maand plaatsvindt. Bij een overgang in de loop van de maand ressorteert het personeelslid onder de toepassing van deel VII vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de overgang.
De inschaling gebeurt conform artikel VII 2, §4.
Onderafdeling 3. Ziekteregeling
Art. XIbis 106. Op de ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, is de ziekteregeling, vermeld in artikel X 18 en X 19 van toepassing.
Op het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, is de ziekteregeling, vermeld in artikel X 20 van toepassing.
Onderafdeling 4. Aanvullend pensioen
Art. XIbis 107. Het contractuele personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, en overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, heeft recht op een aanvullend pensioen, als vermeld in artikel VII 109novies.
Onderafdeling 5. Ambtshalve pensioen
Art. XIbis 108. Aan de hoedanigheid van een ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, kan alleen een einde worden gemaakt in de gevallen, vermeld in artikel XI 1.
Onderafdeling 6. Evaluatie en raad van beroep
Art. XIbis 109. De ambtenaar vermeld in artikel XIbis 1, die overstapt naar een graad of functie buiten de Nautische keten, wordt geëvalueerd conform deel IV.
Onderafdeling 7. Ontslagbescherming contractuele personeelsleden
Art. XIbis 110. Op het personeelslid vermeld in artikel XIbis 1, eerste lid, dat overstapt naar een andere graad of functie buiten de Nautische keten, is, vanaf de datum van de voormelde overstap, deel XI, titel 3, van toepassing.
Hoofdstuk 2. Mobiliteit van een graad of functie buiten de Nautische keten naar een graad of functie binnen de Nautische keten, vermeld in artikel XIbis 57.
Afdeling 1. Personeelsleden in dienst vóór 1 juni 2024
Onderafdeling 1. Hoedanigheid
Art. XIbis 111. De ambtenaar die een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt statutair benoemd in de nieuwe graad. Ingeval van een bevordering wordt de ambtenaar toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
De ambtenaar krijgt voor de duur van de statutaire proeftijd, vermeld in het eerste lid, ambtshalve onbetaald verlof.
Art. XIbis 112. De ambtenaar die een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, krijgt een contract van bepaalde of onbepaalde duur.
De ambtenaar krijgt ambtshalve verlof voor opdracht. In afwijking van artikel X 63 is dit verlof beperkt tot twee jaar.
Art. XIbis 113. Het contractuele personeelslid dat een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4. In geval van een bevordering wordt het contractuele personeelslid toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
Het contractuele personeelslid krijgt voor de duur van de statutaire proeftijd, vermeld in het eerste lid, ambtshalve onbetaald verlof.
Art. XIbis 114. Het contractuele personeelslid dat een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, krijgt een contract van bepaalde of onbepaalde duur.
Onderafdeling 2. Verloning
Art. XIbis 115. Een ambtenaar die bezoldigd wordt conform artikel VIIbis 16, §1, en via mobiliteit of bevordering overgaat naar een statutaire functie als vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, wordt ingeschaald op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan.
De inschaling, vermeld in het eerste lid, gebeurt met behoud van de opgebouwde geldelijke- en schaalanciënniteit.
Art. XIbis 116. Een ambtenaar op wie artikel VII 12 van toepassing is, die via mobiliteit of bevordering overgaat naar een statutaire graad als vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen is artikel VII 3 van toepassing.
De ambtenaar, vermeld in het eerste lid, behoudt het salaris dat hij kreeg vóór de overstap, tot hij in de nieuwe loopbaan een salaris krijgt dat tenminste daaraan gelijk is.
Art. XIbis 117. Een ambtenaar die bezoldigd wordt conform artikel VIIbis 16, §1, en op basis van artikel XIbis 3, §2, een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt bezoldigd in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
De persoon, vermeld in het eerste lid, behoudt tenminste de geldelijke anciënniteit die hij bezat op het moment van het opnemen van de contractuele functie.
Art. XIbis 118. Een ambtenaar die bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 3, §2, wordt verloond in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.
Art. XIbis 119. Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel VIIbis 9, dat een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, behoudt ten minste de geldelijke anciënniteit die hij bezat op het moment van het opnemen van de nieuwe statutaire functie.
Als een functionele loopbaan verbonden is aan de contractuele functie, vermeld in het eerste lid, gebeurt de inschaling op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan.
Art. XIbis. 120. Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt en een statutaire betrekking opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.
Art. XIbis. 121. Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en dat een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de functie in kwestie.
Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, behoudt ten minste de geldelijke anciënniteit die hij bezat op het moment van het opnemen van de nieuwe contractuele functie.
Art. XIbis 122. Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel VIIbis 9, dat een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Het personeelslid, vermeld in het eerste lid, behoudt ten minste de geldelijke anciënniteit die hij bezat op het moment van het opnemen van de nieuwe contractuele functie.
Art. XIbis 123. Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een contractuele functie opneemt, als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.
Onderafdeling 3. Ziekteregeling
Art. XIbis 124. Artikel XIbis 83 is van toepassing op de ambtenaar en het contractuele personeelslid dat een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57.
De ziektedagen die een ambtenaar opnam vóór de overstap worden aangerekend op het ziektekapitaal.
Onderafdeling 4. Aanvullend pensioen
Art. XIbis 125. Het contractuele personeelslid dat een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, heeft recht op een aanvullend pensioen als vermeld in artikel VII 109novies.
In afwijking van artikel VII 109novies, eerste en tweede lid, wordt altijd een vaste bijdrage van 3% van het salaris toegepast.
Onderafdeling 5. Ambtshalve pensioen
Art. XIbis 126. §1. Een ambtenaar die een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, kan zijn hoedanigheid niet verliezen vóór het einde van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, behalve in de gevallen vermeld in de pensioenwetgeving of dit besluit.
§2. Ambtshalve wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar op de laatste dag van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, behalve in geval van schorsing in het belang van de dienst van de ambtenaar of als een tuchtprocedure tegen de ambtenaar loopt. In de voormelde gevallen wordt ambtshalve een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar na afloop van de schorsing in het belang van de dienst en eventueel van de tuchtprocedure.
§3. In afwijking van paragraaf 2, kan de benoemende overheid een ambtenaar na het einde van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt nog verder in dienst houden voor een periode van maximaal één jaar, telkens verlengbaar met maximaal één jaar. De voormeld persoon behoudt zolang zijn hoedanigheid van ambtenaar.
Onderafdeling 6. Evaluatie en raad van beroep
Art. XIbis 127. De bepalingen over de evaluatie en de raad van beroep die golden voor 1 juni 2024 blijven van toepassing op de ambtenaar die een graad of functie functie opneemt zoals vermeld in artikel XIbis 57.
Onderafdeling 7. Ontslagbescherming contractuele personeelsleden
Art. XIbis 128. Op het personeelslid dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt, en overstapt naar een graad als vermeld in artikel XIbis 57, eerste lid, is vanaf de datum van de voormelde overstap artikel XIbis 89 van toepassing.
Afdeling 2. Personeelsleden in dienst vanaf 1 juni 2024
Onderafdeling 1. Hoedanigheid
Art. XIbis 129. De ambtenaar die een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 58, wordt statutair benoemd in de nieuwe graad. In geval van een bevordering wordt de ambtenaar toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
De ambtenaar krijgt voor de duur van de statutaire proeftijd, vermeld in het eerste lid, ambtshalve onbetaald verlof.
Art. XIbis 130. De ambtenaar die een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, krijgt een contract van bepaalde of onbepaalde duur.
Als een contractuele functie wordt opgenomen als gevolg van een eenzijdig initiatief van de lijnmanager of naar aanleiding van een beslissing van de Vlaamse Regering, behoudt het personeelslid zijn statutaire functie gedurende twee jaar.
De ambtenaar krijgt ambtshalve verlof voor opdracht. In afwijking van artikel X 63 is dit verlof beperkt tot twee jaar.
Art. XIbis 131. Het contractuele personeelslid dat een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4. In geval van een bevordering wordt het contractuele personeelslid toegelaten tot de statutaire proeftijd conform deel III, hoofdstuk 2, afdeling 4.
Het contractuele personeelslid krijgt voor de duur van de statutaire proeftijd, vermeld in het eerste lid, ambtshalve onbetaald verlof.
Art. XIbis 132. Het contractuele personeelslid dat een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, krijgt een contract van bepaalde of onbepaalde duur.
Onderafdeling 2. Verloning
Art. XIbis 133. De ambtenaar die bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.
Art. XIbis 134. De ambtenaar die bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.
Art. XIbis 135. Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een statutaire functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen, is artikel VII 3 van toepassing.
Art. XIbis 136. Het contractuele personeelslid dat bezoldigd wordt in een salarisschaal als vermeld in artikel VII 12, en een contractuele functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, wordt ingeschaald in de beginsalarisschaal van de nieuwe graad.
Om de geldelijke anciënniteit te bepalen is artikel VII 3 van toepassing.
Onderafdeling 3. Ziekteregeling
Art. XIbis 137. Op de ambtenaar en het contractuele personeelslid die een graad of functie opnemen als vermeld in artikel XIbis 57, zijn artikel XIbis 100 tot en met XIbis 107 van toepassing.
De ziektedagen die een ambtenaar opnam vóór de overstap worden aangerekend op het ziektekapitaal.
Onderafdeling 4. Aanvullend pensioen
Art. XIbis 138. Het contractuele personeelslid dat een graad of functie opneemt zoals vermeld in artikel XIbis 57, heeft recht op een aanvullend pensioen als vermeld in artikel VII 109novies.
In afwijking van artikel VII 109novies, eerste en tweede lid, wordt altijd een vaste bijdrage van 3% van het salaris toegepast.
Onderafdeling 5. Ambtshalve pensioen
Art. XIbis 139. §1. Een ambtenaar die een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57, kan zijn hoedanigheid niet verliezen vóór het einde van de maand waarin hij de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, behalve in de gevallen, vermeld in de pensioenwetgeving of dit besluit.
§2. Ambtshalve wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar op de laatste dag van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt, behalve in geval van schorsing in het belang van de dienst van de ambtenaar of als een tuchtprocedure tegen de ambtenaar loopt. In de voormelde gevallen wordt ambtshalve een einde gemaakt aan de hoedanigheid van ambtenaar na afloop van de schorsing in het belang van de dienst en eventueel van de tuchtprocedure.
§3. In afwijking van paragraaf 2, kan de benoemende overheid een ambtenaar na het einde van de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt nog verder in dienst houden voor een periode van maximaal één jaar, telkens verlengbaar met maximaal één jaar. Hij behoudt zolang zijn hoedanigheid van ambtenaar.
Onderafdeling 6. Evaluatie en raad van beroep
Art. XIbis 140. De bepalingen over evaluatie en de raad van beroep die golden voor1 juni 2024, blijven van toepassing op de ambtenaar die een graad of functie opneemt als vermeld in artikel XIbis 57.
Onderafdeling 7. Ontslagbescherming contractuele personeelsleden
Art. XIbis 141. Op het personeelslid dat onder het toepassingsgebied van dit besluit valt, en overstapt naar een graad opgesomd in artikel VIbis 56, eerste lid, is vanaf de datum van overstap artikel XIbis 89 van toepassing.
Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2024.
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 maart 2024
De minister-president van de Vlaamse Regering,
Jan JAMBON
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen
Gwendolyn RUTTEN