Deel X. De verloven en dienstvrijstellingen
Titel 10. Onbetaald verlof
Titel 10 bevat Art. X 62 tot en met Art. X 63bis
Art. X 62
§ 1. Een personeelslid heeft recht op de volgende onbetaalde verloven:
1° | twintig werkdagen per jaar, op te nemen in volle of halve dagen, en in al dan niet aaneengesloten periodes; |
2° | één jaar op te nemen gedurende de volledige loopbaan met volledige, al dan niet aaneengesloten maanden; |
3° | één jaar op te nemen vanaf de leeftijd van vijfenvijftig jaar met volledige, al dan niet aaneengesloten maanden.[37] |
De twintig werkdagen onbetaald verlof worden pro rata verminderd in geval het personeelslid tijdens het jaar in dienst treedt, deeltijds werkt, in dienst werd genomen met een deeltijdse arbeidsovereenkomst, of een onbetaald verlof opneemt.[37]
De nadere regelen voor de opname van het onbetaald verlof worden bepaald in overleg tussen de lijnmanager en het personeelslid.[37]
§ 2. Het personeelslid op proef is uitgesloten van het onbetaald verlof vermeld in paragraaf 1, 2° en 3°.[37]
Het onbetaald verlof vermeld in paragraaf 1, 2° en 3° is een gunst voor het contractueel personeelslid tewerkgesteld met een vervangingsovereenkomst of overeenkomst voor bepaalde duur voor zover het nog geen twee jaar ononderbroken in dienst is bij de diensten van de Vlaamse overheid.[37]
§ 3. Het onbetaald verlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit. Tijdens het onbetaald verlof heeft het personeelslid geen recht op salaris.[37]
Art. X 63.
Als een personeelslid binnen de diensten van de Vlaamse overheid een statutaire proeftijd, een mandaat of een tijdelijke contractuele tewerkstelling opneemt krijgt het personeelslid ambtshalve verlof voor opdracht voor de duur van de statutaire proeftijd, het mandaat of de tijdelijke contractuele aanstelling.
De ambtenaar op proef is van het verlof vermeld in het eerste lid uitgesloten.
Het ambtshalve verlof voor opdracht wordt met dienstactiviteit gelijkgesteld. Tijdens het verlof heeft het personeelslid geen recht op salaris.[83]
Art. X 63bis
Als een personeelslid een prestatie vervult als militair van het reservekader bij de krijgsmacht, krijgt het personeelslid onbetaald verlof voor de duur van de prestaties. Het onbetaalde verlof, vermeld in het eerste lid, wordt met dienstactiviteit gelijkgesteld. Tijdens het onbetaalde verlof heeft het personeelslid geen recht op salaris.[63]