Bestuurstaal van de overheid
De taalwetgeving in bestuurszaken legt vast in welke taal (of talen) de overheid moet communiceren met burgers en omgekeerd.
De voorgeschreven bestuurstaal van een overheid is afhankelijk van verschillende factoren. Je moet deze vragen beantwoorden om de bestuurstaal van de overheid te bepalen:
Is er sprake van een ‘overheidsdienst’? Zo ja, welke specifieke bestuurstaalwetgeving is van toepassing op de overheidsdienst?
Wat is de werkkring van de overheidsdienst?
Over welk communicatietype gaat het?
In welk taalgebied bevindt de overheid of de correspondent zich?
Bestuurstaal van de overheid in het homogeen Nederlandse taalgebied
In het homogeen Nederlandse taalgebied is de bestuurstaal het Nederlands.
Het gaat hier bijvoorbeeld om de gemeenten, de OCMW’s, lokale politiezones en provincies.
De plaatselijke diensten in het homogeen Nederlandse taalgebied gebruiken het Nederlands als bestuurstaal. De gewestelijke diensten in het Nederlandse taalgebied, waarvan de werkkring zich beperkt tot het homogeen Nederlandse taalgebied, gebruiken ook het Nederlands als bestuurstaal.
Deze diensten moeten bijvoorbeeld een bericht bestemd voor het publiek in het Nederlands verspreiden. Ook in de betrekkingen met particulieren gebruiken deze diensten het Nederlands.
Let op
We bedoelen hier met gewestelijke diensten niet de diensten van het Vlaamse Gewest of van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Het gaat hier bijvoorbeeld om de hoofdbesturen van de federale overheidsdiensten.
De centrale diensten oefenen bevoegdheden uit over het hele land. Deze diensten moeten daarom in bepaalde situaties zowel in het Nederlands, het Frans als in het Duits kunnen communiceren.
In de betrekkingen met particulieren moeten deze diensten in principe de taal gebruiken die de particulier kiest, voor zover dit het Nederlands, het Frans of het Duits is. Een centrale dienst is dus verplicht om een burger in het Nederlands te antwoorden als die dat vraagt, ook al woont deze persoon in het Franse taalgebied.
De centrale diensten gaan er wel van uit dat een inwoner uit het homogeen Nederlandse taalgebied Nederlandstalig is. Daarom zullen zij gepersonaliseerde documenten in eerste instantie in het Nederlands versturen aan inwoners uit het homogeen Nederlandse taalgebied.
In de betrekkingen met private bedrijven die gevestigd zijn in het homogeen Nederlandse taalgebied, moeten de centrale diensten wel het Nederlands gebruiken. Met privaat bedrijf bedoelen we hier elk privaat bedrijf dat een economische activiteit uitoefent, ongeacht of het wel of geen personeel tewerkstelt. Uit de adviespraktijk(opent in nieuw venster) van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht(opent in nieuw venster) blijkt dat het bijvoorbeeld kan gaan over handelaren, landbouwers en vaklui.
De centrale diensten houden rekening met de officiële taal of talen van de taalgebieden als ze berichten en mededelingen bestemd voor het publiek verspreiden. Zo zal een centrale dienst een affiche in het Nederlandse taalgebied in het Nederlands verspreiden.
De bestuurstaal voor de diensten van de Vlaamse Regering is het Nederlands. De Vlaamse overheid verspreidt haar communicatie daarom in principe in het Nederlands.
Bestuurstaal van de overheid in de faciliteitengemeenten in het Vlaamse Gewest
De term ‘Vlaamse faciliteitengemeenten’ is een verzamelnaam. We bedoelen hiermee de rand- en taalgrensgemeenten in Vlaanderen.
De 6 randgemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel zijn: Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos, Wemmel, Kraainem en Wezembeek-Oppem.
De Vlaamse taalgrensgemeenten zijn: Bever, Herstappe, Mesen, Ronse, Spiere-Helkijn en Voeren.
In de Vlaamse faciliteitengemeenten gelden bijzondere regels waardoor Franstalige inwoners in bepaalde gevallen met de overheid in het Frans kunnen communiceren als ze dat wensen.
Het gaat bijvoorbeeld om de Vlaamse faciliteitengemeenten, de OCMW’s en de lokale politiezones.
De bestuurstaal van de plaatselijke diensten in de Vlaamse faciliteitengemeenten is het Nederlands. Er gelden wel uitzonderingen voor het gebruik van het Frans.
Vlaamse faciliteitengemeenten moeten berichten en mededelingen in het Nederlands en in het Frans verspreiden, met voorrang voor het Nederlands. De randgemeenten moeten formulieren in het Nederlands en in het Frans verspreiden, met voorrang voor het Nederlands. De Vlaamse taalgrensgemeenten mogen formulieren enkel in het Nederlands verspreiden.
In de betrekkingen met hun inwoners gebruiken de Vlaamse faciliteitengemeenten het Nederlands. Een Franstalige inwoner van een Vlaamse faciliteitengemeente kan aan deze gemeente wel uitdrukkelijk verzoeken om de betrekkingen in het Frans te laten verlopen. De inwoner moet dit verzoek bij elk nieuw contact herhalen.
Persoonlijke officiële documenten zoals akten of vergunningen worden opgesteld in de taal die de inwoner verkiest (Nederlands of Frans) óf worden op verzoek en als dat noodzakelijk is, in het Frans vertaald. Welke van die twee regelingen van toepassing is, hangt af van het soort document én van de Vlaamse faciliteitengemeente waarin de dienst die het document uitreikt, gevestigd is.
De gewestelijke diensten in het Nederlandse taalgebied, met één of meer Vlaamse faciliteitengemeenten in hun werkkring, gebruiken ook het Nederlands als bestuurstaal. Deze diensten moeten in principe communiceren in het Nederlands. Er gelden wel uitzonderingen voor de inwoners van de Vlaamse faciliteitengemeenten voor het gebruik van het Frans.
Let op
- We bedoelen hier met gewestelijke diensten niet de diensten van het Vlaamse Gewest of van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
- In de communicatie met private bedrijven die in het homogeen Nederlandse taalgebied zijn gevestigd, moeten de randgemeenten het Nederlands gebruiken. Met privaat bedrijf bedoelen we hier elk privaat bedrijf dat een economische activiteit uitoefent, ongeacht of het wel of geen personeel tewerkstelt. Volgens de adviespraktijk(opent in nieuw venster) van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht(opent in nieuw venster) gaat het bijvoorbeeld ook om handelaars, landbouwers en vaklui.
Het gaat hier bijvoorbeeld om de hoofdbesturen van de federale overheidsdiensten.
De centrale diensten oefenen bevoegdheden uit over het hele land. Deze diensten moeten daarom in bepaalde situaties zowel in het Nederlands, het Frans als in het Duits kunnen communiceren.
De centrale diensten houden rekening met de officiële taal of talen van de taalgebieden als ze berichten en mededelingen bestemd voor het publiek verspreiden.
Als een centrale dienst een affiche verspreidt via een Vlaamse faciliteitengemeente, moet die affiche in het Nederlands en het Frans, met voorrang voor het Nederlands, verspreid worden.
In de betrekkingen met particulieren moeten de centrale diensten in principe de taal gebruiken die de burger kiest, voor zover dit het Nederlands, het Frans of het Duits is. De centrale diensten gaan er wel van uit dat een inwoner uit het Nederlandse taalgebied Nederlandstalig is, maar een centrale dienst mag wel in het Frans communiceren met een inwoner uit een Vlaamse faciliteitengemeente.
De diensten van de Vlaamse overheid gebruiken het Nederlands in de betrekkingen met inwoners van Vlaamse faciliteitengemeenten. Deze inwoners kunnen wel uitdrukkelijk verzoeken om de betrekkingen met de Vlaamse overheid in het Frans te laten verlopen. De inwoner moet dit verzoek bij elk nieuw contact herhalen.
De Vlaamse overheid verspreidt haar niet-verplichte overheidspublicaties in het Nederlands. Geïnteresseerde inwoners van de Vlaamse rand- en taalgrensgemeenten kunnen een vertaling aanvragen.
- De taalfaciliteiten zijn integratiebevorderende maatregelen. Zij vormen geen uitzondering op de principiële ééntaligheid van het Nederlandse taalgebied. Er is dus geen sprake van een principiële tweetaligheid in de Vlaamse faciliteitengemeenten, want deze gemeenten behoren tot het ééntalige Nederlandse taalgebied. De Belgische Grondwet(opent in nieuw venster) erkent slechts één tweetalig taalgebied, het gebied Brussel-Hoofdstad.
- De taalfaciliteiten gelden enkel voor de inwoners van de Vlaamse faciliteitengemeenten. Zij gelden niet voor de bestuurders van de Vlaamse faciliteitengemeenten. De Vlaamse faciliteitengemeenten mogen alleen in het Nederlands worden bestuurd. De zittingen van de gemeenteraad en het schepencollege verlopen daarom uitsluitend in het Nederlands. De taalfaciliteiten gelden ook niet voor inwoners van taalhomogene gemeenten.
Bestuurstaal van de overheid in Brussel-Hoofdstad
Het gebied Brussel-Hoofdstad is het enige tweetalige taalgebied van België.
Het gaat hier bijvoorbeeld om de Brusselse gemeenten, de Brusselse OCMW’s en de Brusselse lokale politiezones.
De plaatselijke diensten in Brussel-Hoofdstad gebruiken het Nederlands en het Frans als bestuurstaal. De plaatselijke diensten in Brussel-Hoofdstad moeten de berichten en mededelingen bestemd voor het publiek dus in het Nederlands en in het Frans opstellen. In de betrekkingen met particulieren gebruiken de plaatselijke diensten het Nederlands of Frans. Een Brusselse gemeente moet in de individuele contacten met haar Nederlandstalige inwoners in het Nederlands communiceren.
De gewestelijke diensten met uitsluitend gemeenten uit Brussel-Hoofdstad in hun werkkring, gebruiken ook het Nederlands en het Frans als bestuurstaal. Zij volgen in principe dezelfde taalregeling als de plaatselijke diensten uit Brussel-Hoofdstad. Ook de gewestelijke diensten met gemeenten uit Brussel-Hoofdstad en gemeenten uit het Nederlandse of het Franse taalgebied in hun werkkring, volgen in principe dezelfde taalregeling als de plaatselijke diensten uit Brussel-Hoofdstad.
Let op
- We bedoelen hier met gewestelijke diensten niet de diensten van het Vlaamse Gewest of van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
- De plaatselijke diensten uit Brussel-Hoofdstad zullen bepaalde bekendmakingen die betrekking hebben op de burgerlijke stand slechts publiceren in de taal van de akte waarmee zij in verband staan.
- De instellingen waarvan de culturele activiteit slechts op een enkele taalgroep gericht is, gebruiken de taal van het taalgebied van deze taalgroep. Zo zal een gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek in Brussel het Nederlands gebruiken als bestuurstaal.
Het gaat hier bijvoorbeeld om de hoofdbesturen van de federale overheidsdiensten.
De centrale diensten oefenen bevoegdheden uit over het hele land. Deze diensten moeten daarom in bepaalde situaties zowel in het Nederlands, het Frans als in het Duits kunnen communiceren.
De centrale diensten houden steeds rekening met de officiële taal of talen van de taalgebieden als zij berichten en mededelingen bestemd voor het publiek verspreiden.
Als een centrale dienst een affiche verspreidt via een Brusselse gemeente, moet die affiche in het Nederlands en het Frans verspreid worden.
In de betrekkingen met particulieren moeten de centrale diensten in principe de taal gebruiken die de burger kiest, voor zover dit het Nederlands, het Frans of het Duits is.
De bestuurstaal voor de diensten van de Vlaamse Gemeenschap is het Nederlands. De Vlaamse Gemeenschap verspreidt haar communicatie daarom in principe in het Nederlands, ook in Brussel.
De communicatie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en alle diensten die ervan afhangen, gebeurt in principe in het Nederlands.
De diensten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie gebruiken het Nederlands en het Frans als bestuurstaal.
In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad verspreiden de diensten van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie hun berichten en mededelingen in het Nederlands en in het Frans.
In de betrekkingen met particulieren moeten deze diensten in principe de taal gebruiken die de burger kiest, voor zover dit het Nederlands of het Frans is.
De diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gebruiken het Nederlands en het Frans als bestuurstaal.
In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad verspreiden de diensten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering hun berichten en mededelingen in het Nederlands en in het Frans.
In de betrekkingen met particulieren moeten deze diensten in principe de taal gebruiken die de burger kiest, voor zover dit het Nederlands of het Frans is.
Contact
Hoe kan je de Taalwetwijzer bereiken?
- via het contactformulier
- op het telefoonnummer 1700
- via de post:
Agentschap Binnenlands Bestuur
Taalwetwijzer
Koning Albert II laan bus 215
1210 Brussel