Onderwijstaal in het basisonderwijs en het secundair onderwijs
De onderwijstaal is de taal waarin de school moet lesgeven.
Regelgeving
Met basisonderwijs bedoelen we het kleuteronderwijs en het lager onderwijs. Een basisschool is een school die kleuteronderwijs en lager onderwijs aanbiedt.
De wet van 30 juli 1963(opent in nieuw venster) houdende de taalregeling in het onderwijs bevat de regels rond de onderwijstaal voor de basisscholen en de secundaire scholen in het homogeen Nederlandse taalgebied, in de faciliteitengemeenten en in Brussel-Hoofdstad. Lees deze wet samen met de bepalingen van het Decreet basisonderwijs(opent in nieuw venster) en de Codex Secundair Onderwijs(opent in nieuw venster).
De wet van 2 augustus 1963 op het gebruik van de talen in bestuurszaken(opent in nieuw venster) omschrijft de wettelijke voorwaarden om Franstalig basisonderwijs te kunnen organiseren in bepaalde faciliteitengemeenten.
Homogeen Nederlands taalgebied
In het homogeen Nederlandse taalgebied is de onderwijstaal het Nederlands.
Vlaamse faciliteitengemeenten
De term ‘Vlaamse faciliteitengemeenten’ is een verzamelnaam voor de rand- en taalgrensgemeenten.
De 6 randgemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel zijn: Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos, Wemmel, Kraainem en Wezembeek-Oppem.
De 6 Vlaamse taalgrensgemeenten zijn: Mesen, Spiere-Helkijn, Ronse, Bever, Voeren en Herstappe.
In de Vlaamse faciliteitengemeenten is de onderwijstaal het Nederlands.
Er bestaat een wettelijke mogelijkheid om Franstalig kleuter- en lager onderwijs te organiseren in de Vlaamse faciliteitengemeenten.
Het Franstalig basisonderwijs in de Vlaamse faciliteitengemeenten is enkel toegankelijk voor Franstalige leerlingen uit de betrokken Vlaamse faciliteitengemeente. Je moet aantonen dat de leerling Franstalig is en dat het gezinshoofd in de betrokken Vlaamse faciliteitengemeente woont, om de leerling in te schrijven in een Franstalige basisschool in een Vlaamse faciliteitengemeente.
In tegenstelling tot het basisonderwijs, is het niet mogelijk om volledig Franstalig secundair onderwijs te organiseren in de faciliteitengemeenten.
Brussel-Hoofdstad
In Brussel-Hoofdstad is de onderwijstaal het Nederlands of het Frans.
Leerlingen uit Brussel-Hoofdstad kunnen, naar keuze van het gezinshoofd dat in Brussel-Hoofdstad verblijft, zich inschrijven in een Nederlandstalige of een Franstalige school.
Leerlingen die in Brussel-Hoofdstad naar school willen gaan, maar waarvan de ouders niet in Brussel-Hoofdstad verblijven, moeten in principe onderwijs volgen in de taal van het taalgebied van de verblijfplaats van de ouders. Dit wil zeggen dat leerlingen waarvan de ouders in het Nederlandse taalgebied (met inbegrip van de faciliteitengemeenten) verblijven, in principe naar een Nederlandstalige school in Brussel-Hoofdstad moeten gaan.
Onderwijs in andere talen
Vreemdetalenonderwijs: de leergebieden over de andere talen en taalvakken mogen in een andere taal dan het Nederlands onderwezen worden. Zo mag de Duitse les in het Duits plaatsvinden en de Frans les in het Frans.
Via Content and Language Integrated Learning (CLIL), een vorm van meertalig onderwijs, krijgen leerlingen in het secundair onderwijs niet-taalvakken aangeleerd in een andere instructietaal dan het Nederlands. Het Frans, het Engels en het Duits komen in aanmerking als instructietaal.
Om CLIL te kunnen aanbieden moet de secundaire school voldoen aan voorwaarden. Bovendien is het maximum aantal lesuren vastgelegd waarbinnen CLIL kan worden aangeboden.
Toezicht en controle
De adjunct van de gouverneur (opent in nieuw venster)van de provincie Vlaams-Brabant is verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van de taalwetgeving in bestuurszaken en in het onderwijs in de 6 randgemeenten. Hij of zij kan toezicht uitoefenen op de scholen van het Gemeenschapsonderwijs, de officiële en de erkende scholen in de 6 randgemeenten.
De 6 randgemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel zijn: Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos, Wemmel, Kraainem en Wezembeek-Oppem.
De bevoegde onderwijsinspectie kan de naleving van de taalwetgeving controleren.
De Taalinspectie(opent in nieuw venster) controleert de toepassing van de wet van 30 juli 1963 houdende de taalregeling in het onderwijs(opent in nieuw venster). De Taalinspectie(opent in nieuw venster) gaat na of een leerling voldoet aan de voorwaarden om in een Franstalige school te worden ingeschreven in de faciliteitengemeenten. Daarnaast controleert de Taalinspectie(opent in nieuw venster) of een leerling voldoet aan de voorwaarden om zich in te schrijven in een Nederlandstalige of een Franstalige school in Brussel-Hoofdstad.
Sancties
De naleving van de regelgeving over de onderwijstaal is een erkenningsvoorwaarde. De niet-naleving ervan kan in extremis leiden tot een intrekking van de erkenning.
Een schoolhoofd riskeert een disciplinaire sanctie als hij of zij de regels over het taalstelsel van de leerlingen in de scholen in de faciliteitengemeenten en in Brussel-Hoofdstad niet respecteert.
De school kan de inschrijving van een leerling weigeren als die niet voldoet aan de voorwaarden om zich in te schrijven in een Nederlandstalige of Franstalige school in Brussel-Hoofdstad.