Gedaan met laden. U bevindt zich op: Vertrouwen in de medemens Sociale samenhang

Vertrouwen in de medemens

Gepubliceerd op 10 september 2024 • Volgende update: september 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Iets meer dan 6 op de 10 inwoners van het Vlaamse Gewest van 18 jaar en ouder gaven in het voorjaar van 2024 aan dat volgens hen de meeste mensen te vertrouwen zijn (61%). Een iets groter aandeel stelde dat de meeste mensen eerlijk zijn (63%). 47% vond dat de meeste mensen behulpzaam zijn. Het gaat telkens om het aandeel personen dat een score van 6 of meer geeft op een schaal van 0 tot 10 op 3 stellingen.

Ten opzichte van 2023 is het vertrouwen in de medemens stabiel gebleven. Tussen 2021 en 2022 daalde het vertrouwen beperkt. Een kleiner aandeel inwoners gaf toen aan dat de meeste mensen te vertrouwen zijn en dat de meeste mensen behulpzaam zijn.

Vergelijkbare cijfers over het vertrouwen in de medemens voor de periode vóór 2021 zijn niet beschikbaar.

Hooggeschoolden hebben meer vertrouwen in medemens

Bij de stelling die zegt dat de meeste mensen te vertrouwen zijn, zijn de verschillen naar opleidingsniveau het meest uitgesproken: hooggeschoolden vinden veel vaker dat de meeste mensen te vertrouwen zijn dan midden- en laaggeschoolden. Ook tussen midden- en laaggeschoolden zijn de verschillen uitgesproken. Naar leeftijd en huishoudpositie zijn er ook opvallende verschillen. Personen tussen 35 en 49 jaar zijn positiever dan 65-plussers. Personen met partner en kind(eren) zijn positiever dan de personen die alleen wonen of personen die niet met partner maar wel met kind(eren) wonen.

Naar geslacht en urbanisatiegraad zijn er geen noemenswaardige verschillen.

Hooggeschoolden vinden medemensen vaker eerlijk

Bij de stelling die zegt dat de meeste mensen eerlijk zijn, zijn de verschillen naar opleidingsniveau eveneens het meest uitgesproken: hooggeschoolden zijn duidelijk positiever dan midden- en laaggeschoolden. Ook naar huishoudpositie en leeftijd zijn er verschillen. Personen die met een partner met of zonder kind(eren) samenwonen hebben meer vertrouwen dan personen die niet met partner maar wel met kind(eren) wonen. De jongste leeftijdsgroep (18- tot 34-jarigen) spreekt het minst vaak hun vertrouwen in de eerlijkheid van de mensen uit. Bij de 35- tot 49-jarigen en de 65-plussers ligt dat vertrouwen hoger.

De verschillen naar geslacht en urbanisatiegraad blijven beperkt.

Ouderen vinden medemensen vaker behulpzaam

Bij de stelling die zegt dat de meeste mensen behulpzaam zijn, zijn de verschillen naar leeftijd, opleidingsniveau en huishoudpositie het meest uitgesproken. Naar leeftijd ligt het vertrouwen in de behulpzaamheid van de medemens het laagst bij de 18- tot 34-jarigen. Bij de oudere leeftijdsgroepen ligt dat vertrouwen hoger. Het vertrouwen is het hoogst bij de 65-plussers (54%). Hooggeschoolden hebben meer vertrouwen dan laag- en midden geschoolden. Naar huishoudpositie is het vertrouwen in behulpzaamheid het grootst bij personen die alleen wonen of met partner (met of zonder kinderen) wonen. Het vertrouwen is een stuk lager bij personen die niet met partner maar wel met kind(eren) wonen en personen die bij ouders inwonen.

De verschillen naar geslacht en urbanisatiegraad blijven beperkt.

Bronnen