De uitgaven van de lokale overheden vallen uiteen in 3 groepen:
- exploitatie-uitgaven: lopende uitgaven voor personeel, pensioenen en andere werkingskosten
- investeringsuitgaven
- financieringsuitgaven, hoofdzakelijk terugbetaling van leningen.
Financieringsuitgaven worden niet meegerekend in de ESR-uitgaven van de Vlaamse overheid.
Bij de lokale overheden waren de exploitatie-uitgaven of lopende uitgaven de belangrijkste uitgavenpost. Dat is ook het geval bij de Vlaamse overheid. Hun aandeel in de totale uitgaven was in 2022 het grootst bij de autonome provinciebedrijven (95%). Dan volgen de welzijnsverenigingen (87%), de provinciebesturen (80%) en de gemeentebesturen/OCMW’s (79%). De autonome gemeentebedrijven kenden het laagste aandeel (75%).
Binnen de exploitatie-uitgaven wogen de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen het zwaarst door. Alleen bij de autonome gemeentebedrijven waren uitgaven voor Goederen en diensten hoger.
Investeringsuitgaven hadden met 17% van de uitgaven het grootste gewicht bij de autonome gemeentebedrijven. Dan volgden de provinciebesturen (16%) en de gemeentebesturen inclusief OCMW’s (15%).