Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Nabijheid van groen Nabijheid van groen

Metadata: Nabijheid van groen

Bron

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO)

Definities

Aandeel (%) van de inwoners dat binnen een bepaalde afstand woont van woongroen (150 m), buurtgroen (400 m) en wijkgroen (800 m).

Woongroen wordt gedefinieerd als elk type groen, ongeacht de grootte. Moet niet toegankelijk zijn vanuit het openbaar domein.

Buurtgroen wordt gedefinieerd als groen met een minimumoppervlakte van 0,2 ha. Wijkgroen als groen met een minimumoppervlakte van 10 ha. Buurt- en wijkgroen zijn toegankelijk vanuit het openbaar domein.

De nabijheid van groen in de leefomgeving werd onderzocht aan de hand van een ruimtelijk model waarin een aantal informatiebestanden zoals bodembedekking, landgebruik en juridische bestemmingen van de gronden werden geïncorporeerd. In het ruimtelijk model werden groengebieden geclusterd en afstandsnormen toegepast. De recentst beschikbare informatie dateert van 2016.

De berekening wordt uitgevoerd in opdracht van de opmaak van de Stadsmonitor. Dit is een monitoringinstrument voor de 13 centrumsteden dat 3-jaarlijks geactualiseerd wordt.

Opmerkingen bij de kwaliteit

De berekening is specifiek opgemaakt voor de Stadsmonitor.

De nauwkeurigheid van deze analyse is sterk gebonden aan de nauwkeurigheid van het Wegenregister en het landgebruiksbestand.

De reisafstand wordt bepaald via de openbare wegen van het Wegenregister. De kaart van de Vlaamse buurtwegen is niet beschikbaar in een digitaal formaat waarmee analyses mogelijk zijn. In het Wegenregister zitten echter ook trage wegen zoals de categorieën ‘aardewegen’ en ‘wandel- en fietswegen niet toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer’, die vaak overeenkomen met de buurtwegen. De wijzigingen aan de buurtwegen, die door de Provincies worden bijgehouden, zijn echter niet altijd opgenomen in het Wegenregister.

De nieuwe data voor 2016 vertonen voor een aantal gemeenten relatief grote veranderingen ten opzichte van de eerdere data voor 2013. Deze veranderingen kunnen verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende oorzaken van verschillen in de tijd zijn:

  1. Wijzigingen in het landgebruik in de periode 2013-2016 (bv. omzetting van natuur naar landbouwpercelen, residentiële ontwikkelingen in gebieden die voordien groen waren, ontwikkeling van nieuwe parken).
  2. Kleinere wijzigingen in landgebruik die ervoor zorgen dat een groencluster niet meer toegankelijk is via de openbare weg. Hierdoor komt deze cluster niet meer in aanmerking als ‘toegankelijk groen’.
  3. Kleinere wijzigingen in landgebruik die ervoor zorgen dat een cluster net niet meer voldoet aan de drempelwaarde van oppervlakte (bv. een groencluster die krimpt in oppervlakte van 10,1ha naar 9,8ha komt niet meer in aanmerking als wijkgroen).
  4. Kleine wijzigingen in landgebruik die ervoor zorgen dat een voldoende grote groencluster wordt opgesplitst in twee of meerdere kleinere groenclusters die elk afzonderlijk niet meer voldoen aan de drempelwaarde van oppervlakte (bv. een groencluster van 10ha wordt gesplitst in twee clusters van 5ha).

Referenties

Agentschap Binnenlands Bestuur: Groen in de Buurt(opent in nieuw venster)

Naar de statistiek