In 2022 werd in het Vlaamse Gewest 29 miljoen ton ingezameld. Vanaf 2012 was er jaar na jaar een lichte stijging van de hoeveelheid primair bedrijfsafval. In 2020 was er een terugval omwille van de Covid-19-pandemie en bijhorende maatregelen zoals de tijdelijke en gedeeltelijke sluiting van de bedrijven en het verplicht thuiswerk in de dienstensector. In 2022 trok de economie weer aan en lag de productie van primair bedrijfsafval opnieuw in lijn met de voorgaande jaren, maar nog steeds lager dan in 2018.
De grootste afvalstromen waren in 2022 bouw- en sloopafval (58%), slib van waterzuivering (8%), verontreinigde grond (7%) en bedrijfsrestafval (5%). De grote hoeveelheid in de eerste 3 afvalstromen is deels het gevolg van het milieubeleid. Om een materiaal- en energie-efficiënter gebouwenpark te bekomen, zijn er immers verbouwingen nodig. Daarnaast stimuleert het milieubeleid ook een verhoogde aansluitingsgraad op rioleringen en een doorgedreven bodemsanering. Ook daarbij ontstaan onvermijdelijk afvalstoffen. Een deel van dat afval gaat evenwel naar materiaalrecuperatie. Zo wordt het steenachtig bouw- en sloopafval, eventueel na sortering of een andere vorm van voorbehandeling, bijna volledig gerecycleerd.
De hoeveelheid primair bedrijfsafval zonder bouw- en sloopafval, slib van waterzuivering en verontreinigde grond vertoont een gelijkaardig verloop. In 2022 waren de grootste fracties hierin bedrijfsrestafval (17%), afval van plantaardige of dierlijke oorsprong (15%) en metaalafval (15%).