Gedaan met laden. U bevindt zich op: Tewerkstelling in hoogtechnologische sector Macro-economie

Tewerkstelling in hoogtechnologische sector

Gepubliceerd op 17 september 2024 • Volgende update: september 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Iets minder dan 9% van werkenden actief in hoogtechnologische sector

In 2023 was 8,8% van het totaal aantal werkenden van het Vlaamse Gewest aan de slag in de . Dat aandeel daalde tussen 2008 en 2015 van 9,7% tot 8,2%. Nadien nam het opnieuw toe, vooral in 2021. In 2022 zakte het aandeel opnieuw en het bleef stabiel in 2023.

Het aandeel tewerkgestelden in de hoogtechnologische sector ligt hoger bij de mannen (12,7%) dan bij de vrouwen (4,5%). Zowel bij mannen als bij vrouwen deed zich een daling van het aandeel voor tussen 2008 en 2015, gevolgd door lichte een toename tot 2023, met een piek bij mannen in 2021.

Dienstencomponent en industriecomponent groeien naar elkaar toe

De hoogtechnologische sector omvat 2 hoofdsectoren: high-tech diensten (4,2% van het totaal aantal werkenden in 2023) en (medium) high-tech industrie (4,7%). Het aandeel van de in de totale tewerkstelling nam toe tussen 2008 en 2021, gevolgd door een lichte afname nadien. Het aandeel van de daalde vrij stelselmatig de voorgaande jaren.

Zowel het aandeel tewerkgesteld in de industrie als het aandeel tewerkgesteld in de diensten lag bij mannen (7,1% en 5,6%) op een hoger niveau dan bij vrouwen (2,0% en 2,5%). Zowel bij mannen als bij vrouwen nam tussen 2008 en 2023 het belang van de industriële component af en dat van de dienstencomponent toe.

Vlaamse hoogtechnologische tewerkstelling lager dan EU-gemiddelde

Het Vlaamse Gewest kende binnen België het hoogste aandeel tewerkgestelden in de hoogtechnologische sector (8,8% van totaal aantal werkenden in 2023). Het Brusselse Hoofdstedelijke en Waalse Gewest kwamen op respectievelijk 8,1% en 7,9%. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest scoorde vooral hoog in de high-tech diensten (6,2%).

De gemiddelde tewerkstelling in de hoogtechnologische sector in de EU27 bedroeg 9,9% in 2023. Dat was hoger dan in het Vlaamse Gewest. Het aandeel was hoog in een aantal Oost-Europese EU-lidstaten, met name Tsjechië (14,7%), Slovakije (14,2%), Hongarije (12,8%) en Slovenië (12,5%). Ook Duitsland scoorde hoog (13,7%). Die landen danken dat hoge aandeel aan een hoge industriële component. Cyprus en Griekenland noteren de laagste waarden (6,1% en 4,2%).