Metadata: Reële economische groei
Bron
HERMREG-databank: samenwerkingsproject tussen het Federaal Planbureau (FPB), Statistiek Vlaanderen, het Institut Wallon de l’Evaluation, de la Prospective et de la Statistique (IWEPS), het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), Statbel en het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR): voor de gegevens van de Belgische gewesten.
AMECO voor de gegevens van de landen, waaronder België.
Definities
Bruto binnenlands product (bbp): de marktwaarde van de finale goederen en diensten die in 1 jaar tijd in een land of regio worden geproduceerd. Het gaat om consumptiegoederen en kapitaalgoederen (investeringen) van de private sector en de overheid voor binnenlands gebruik en export, en met aftrek van de ingevoerde consumptie- en kapitaalgoederen.
Terminologie van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010:
(1) Verkochte productie (aan de prijs zonder transportkosten indien afzonderlijk gefactureerd en inclusief elke eventuele transportmarge).
(2) Intermediair verbruik tegen aankoopprijzen (dit is zonder aftrekbare btw, inclusief eventuele niet-aftrekbare btw).
(3) = (1) - (2) Bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten.
(4) Niet-productgebonden belastingen (belastingen op gebruik grond, gebouwen, milieubelasting...).
(5) Niet-productgebonden subsidies (voor arbeidskrachten, voor milieubehoud...).
(6) = (3) + (4) - (5) Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen.
(7) Productgebonden belastingen (btw, importheffingen en -belastingen, accijnzen).
(8) Productgebonden subsidies (invoersubsidies, andere subsidies).
(9) = (6) + (7) - (8) Bruto binnenlands product aan marktprijzen.
De reële toename van het bbp is gebaseerd op de reeks in kettingeuro’s. Prijsveranderingen worden zo uit de groei weerhouden, volumeveranderingen blijven over. Voor de berekening van de reële groei tussen t en t+1 worden voor beide jaren de prijzen van t gebruikt.
De Nationale Bank van België verwoordt het zo: bij toepassing van kettingindices wordt de volumegroei tussen 2 opeenvolgende periodes, t en t+1, berekend door de prijzen van het jaar t te gebruiken. Zo wordt bijvoorbeeld de volumegroei van de investeringen in volume tussen de jaren 1 en 2 berekend door de investeringen van jaar 2 uitgedrukt in prijzen van jaar 1 te vergelijken met de investeringen in jaar 1. De groei tussen jaren 2 en 3 wordt berekend door de investeringen in jaar 3 uitgedrukt in prijzen van jaar 2 te vergelijken met de investeringen in jaar 2, enz. De wijzigingen tussen opeenvolgende periodes worden aan elkaar ‘gelinkt’ (gecumuleerd) om een kettingindex te bekomen. Wanneer men ten slotte de kettingindex toepast op de waarden van een aggregaat van een gekozen “referentiejaar”, bekomt men een volumereeks in “kettingeuro’s”. Doorgaans wijzigt men het referentiejaar jaarlijks, maar sommige landen doen dit pas om de 5 jaar. De keuze van het referentiejaar heeft geen invloed op het groeipatroon van de reeks.
De introductie van kettingindices verbetert de accuraatheid van de meting van de economische groei en leidt tot een verbetering van de internationale vergelijkbaarheid. Accurate volumemeting in de nationale rekeningen is van belang om de groei van het bbp en zijn componenten te kennen, als input voor diverse economische studies die de structuur en de evolutie van de economie in reële termen onderzoeken, en als input voor productiviteitsmetingen.
De reeks maakt een onderscheid tussen waarnemingen, ramingen en prognoses. Waarnemingen zijn gebaseerd op gegevens tot en met het voorlaatste beschikbare jaar van de officiële regionale rekeningen. Het gaat om cijfers die als definitief beschouwd mogen worden. De raming maakt gebruik van het laatste beschikbare jaar van de officiële regionale rekeningen. Dat laatste jaar is gebaseerd op voorlopig bronnenmateriaal en kan dus in de toekomst nog gewijzigd worden. De prognoses zijn gebaseerd op de econometrische uitkomsten van het middellangetermijnmodel HERMREG waarin ook de data van de regionale rekeningen zijn opgenomen.
Opmerkingen bij de kwaliteit
Het bruto binnenlands product wordt voor België en de gewesten samengesteld door het Instituut voor de Nationale Rekeningen op basis van een hele reeks bronnen. Voor bedrijven zijn de jaarrekeningen en de BTW- en RSZ-gegevens een belangrijke bron. Voor publieke instanties zijn dat de overheidsrekeningen. De berekeningen gebeuren conform de ESR 2010 methodologie en zijn internationaal aanvaard door de nationale statistische instituten. Deze gegevens worden overgemaakt aan Eurostat.
De output van het Instituut voor de Nationale Rekeningen vormt de bron voor de middellange termijnvooruitzichten van het model HERMREG. Dit gebeurt via econometrische schattingen door het Federaal Planbureau in samenwerking met statistische experts van de gewesten. De HERMREG-output wordt steeds voorgelegd aan een Begeleidingscomité waarin het Federaal Planbureau en de gewesten zetelen.
Referenties
FPB, Statistiek Vlaanderen, IWEPS, BISA: Regionale economische vooruitzichten
Instituut voor de Nationale Rekeningen: Regionale rekeningen(opent in nieuw venster)
Europese Commissie: AMECO(opent in nieuw venster)