Het Vlaamse Gewest telde in 2020 4.321 land- en tuinbouwbedrijven die 1 of meerdere uitoefenden. In 2016 ging het om 2.403 bedrijven. Tussen 2016 en 2020 is dat aantal met 80% toegenomen. Het aandeel korte ketenbedrijven in het totaal aantal landbouwbedrijven is gestegen van 10% in 2016 naar 19% in 2020.
In 2020 was met voorsprong de vaakst uitgeoefende korte ketenactiviteit: 94% van alle bedrijven met minstens 1 korte ketenactiviteit beoefenden een vorm van hoeveverkoop. Daarnaast verkocht 6% van de korte ketenlandbouwers landbouwproducten rechtstreeks op de en had 4% een . 11% van de korte ketenbedrijven beoefende nog een dan de al genoemde korte ketenactiviteiten.
Korte ketenbedrijven beoefenen ook vaker andere vormen van verbreding. In 2020 baatten 10% van de land- en tuinbouwbedrijven met korte ketenactiviteit een zorg- en/of educatieve boerderij uit. Bij de bedrijven zonder korte ketenactiviteit ging het om 2%. Ook toerisme is relatief meer aanwezig: het aandeel bedrijven met een toerismeactiviteit, logies en/of een andere vorm van vrijetijdsbesteding lag bij de korte ketenbedrijven op 7% en bij de bedrijven zonder korte keten op 1%.