Woningen zonder voldoende verwarming

In 2023 leefde 2,3% van de bevolking in het Vlaamse Gewest in een huishouden dat het zich niet kan veroorloven om de woning voldoende te verwarmen. Dat komt overeen met ongeveer 150.000 personen.

Het aandeel van de bevolking dat de woning omwille van financiële redenen onvoldoende kan verwarmen schommelt sinds 2014 rond 2%. Maar de EU-SILC-enquête werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen tussen de resultaten van de meest recente jaren en de jaren tot 2018.

Het aandeel dat de woning onvoldoende kan verwarmen lag in 2023 het hoogst bij huurders en personen die deel uitmaken van een eenoudergezin. Het gaat daarbij telkens om 7%. Ook bij alleenstaanden ligt het aandeel hoger dan gemiddeld (6%).

Er leven in het Vlaamse Gewest relatief gezien minder personen in een huishouden dat aangeeft de woning onvoldoende te kunnen verwarmen dan in de andere Belgische gewesten. In het Vlaamse Gewest ging het in 2022 om 2% van de bevolking, in het Waalse Gewest om 10% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om 8%.

In België als geheel ging het om 5%. Dat is lager dan het gemiddelde van de EU27-landen (9%). In Finland lag het aandeel het laagst (1%), in Bulgarije het hoogst (23%).

Cijfers voor 2023 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar. Voor België en de gewesten is dat wel het geval. In 2023 lag de verwarmingsarmoede in het Vlaamse Gewest op 2%, in het Waalse Gewest op 11% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op 10%. In België als geheel ging het om 6%.