Huishoudinkomen

Volgens de EU-SILC-enquête van 2024 lag het gemiddelde netto equivalent huishoudinkomen (open definitie) in het Vlaamse Gewest op 2.905 euro per maand. Het netto equivalent huishoudinkomen is tussen 2023 en 2024 opnieuw gestegen (+2%) na een daling (-5%) tussen 2022 en 2023. In 2006 ging bedroeg het netto equivalent huishoudinkomen 2.458 euro per maand (uitgedrukt in reële prijzen (open definitie) van 2023). Dat is een stijging van 18% of gemiddeld 1% per jaar.

Bij de berekening van het huishoudinkomen (open definitie) worden alle inkomens van alle leden van het huishouden meegeteld. Er wordt ook rekening gehouden met de aftrek van de directe belastingen en bijdragen voor de sociale zekerheid (netto), met de verschillen in samenstelling en grootte van de huishoudens (equivalent) en met de inflatie door weergave van de bedragen in reële prijzen van 2023.

Bovenstaande cijfers werden berekend op basis van het totale beschikbare inkomen van de huishoudens in het jaar voorafgaand aan de enquête. De cijfers van 2024 hebben dus betrekking op de huishoudinkomens van 2023. De EU-SILC-enquête waar deze cijfers op gebaseerd zijn, werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren.

Algemeen gezien bevonden zich in 2024 beduidend meer personen in de hogere inkomensgroepen dan in 2006. In 2024 had 39% van de bevolking een netto equivalent huishoudinkomen van meer dan 3.000 euro per maand, tegenover een kwart (25%) in 2006.

Bij een kwart (26%) van de bevolking lag het netto equivalent huishoudinkomen in 2024 lager dan 2.000 euro per maand, tegenover 38% in 2006.

Het netto equivalent huishoudinkomen lag in 2024 het hoogst bij de 50- tot 64-jarigen (3.397 euro per maand) en het laagst bij de 65-plussers (2.520 euro).

Het inkomen van de 65-plussers lag in de hele periode 2006-2024 lager dan bij de jongere leeftijdsgroepen. Tegenover 2006 was de stijging bij de 65-plussers wel het grootst (+38%). Bij de jongste leeftijdsgroep (0- tot 14-jarigen) was de stijging tussen 2006 en 2024 het kleinst (+8%).

Tussen 2023 en 2024 nam het huishoudinkomen alleen bij de 65-plussers (+7%) en de 50- tot 64-jarigen (+6%) toe.

Het netto equivalent huishoudinkomen van hooggeschoolden lag in 2024 gemiddeld op 3.478 euro per maand. Bij middengeschoolden ging het om 2.696 euro en bij laaggeschoolden om 2.233euro.

Over de hele periode tussen 2006 en 2024 steeg het huishoudinkomen bij laaggeschoolden met 16%, bij middengeschoolden met 13% en bij hooggeschoolden met 11%.

Tussen 2023 en 2024 steeg het huishoudinkomen bij hooggeschoolden met 7%. Bij laaggeschoolden steeg het met 3% en bij middengeschoolden met 1%.

In 2024 bedroeg het netto equivalent huishoudinkomen van personen met een vorm van dagelijkse hinder vanwege een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem gemiddeld 2.543 euro per maand. Bij de personen zonder hinder ging het om 3.091 euro.

Het huishoudinkomen is tussen 2006 en 2024 sterker gestegen bij personen met een vorm van hinder (+24%) dan bij personen zonder hinder (+20%).

Tussen 2023 en 2024 nam het huishoudinkomen bij personen zonder hinder toe met 4%, bij personen met een vorm van hinder was dat 2%.

In 2024 lag het netto equivalente huishoudinkomen van personen geboren in België gemiddeld op 2.960 euro. Bij personen geboren in een ander EU-land dan België ging het om 3.000 euro en bij personen geboren buiten de Europese Unie (EU) om 2.215 euro.

In de hele periode tussen 2009 en 2024 steeg het huishoudinkomen van personen geboren in België met 14%. Bij personen geboren in een ander EU-land dan België bedroeg de stijging 20% en bij personen geboren buiten de EU 16%.

Tussen 2023 en 2024 steeg het huishoudinkomen bij personen geboren in België met 2%. Bij personen geboren in een ander EU-land dan België was dat 6% en bij personen geboren buiten de EU 5%.

Het Vlaamse Gewest had in 2023 met 2.231 euro (uitgedrukt in koopkrachtstandaard of KKS) een hoger gemiddeld maandelijks equivalent huishoudinkomen dan het Waalse Gewest (1.889 euro) en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (1.919 euro).

Het gemiddelde netto equivalent huishoudinkomen lag in België in 2023 (in KKS) lager dan in Luxemburg en Oostenrijk, maar hoger dan het EU27-gemiddelde.

Er zijn zeer grote verschillen in het huishoudinkomen tussen de EU27-landen. Luxemburg had in 2023 met gemiddeld 2.898 euro KKS per maand veruit het hoogste huishoudinkomen. Slovakije kende met 889 euro KKS het laagste huishoudinkomen.

Cijfers voor 2024 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar. Maar voor België en de gewesten is dat wel het geval. Het Vlaamse Gewest had in 2024 met gemiddeld 2.905 euro een hoger gemiddeld maandelijks huishoudinkomen dan het Waalse Gewest (2.559 euro) en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (2.462euro). Het gaat hier om bedragen die niet uitgedrukt zijn in koopkrachtstandaard.