In 2022 lag de relatieve mediane armoedekloof in het Vlaamse Gewest gelijk met deze in het Waalse Gewest (18%). In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest lag de armoedekloof op 20%.
Voor de EU27-landen lag de armoedekloof in 2022 gemiddeld op 23%. In België als geheel lag de kloof op 18%. België bevond zich daarmee in de groep van EU27-landen met de laagste armoedekloof. Finland, Cyprus, Malta en Slovenië scoorden nog iets lager dan België. In Roemenië lag de armoedekloof het hoogst.
Cijfers voor 2023 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar, wel voor België en de Belgische gewesten. De relatieve mediane armoedekloof lag in 2023 op 12% in het Vlaamse Gewest, en was daarmee kleiner dan deze in het Waalse Gewest (18%) en het Brusselse Gewest (14%).
Het aandeel van de bevolking met een inkomen lager dan 40%, 50% en 70% van het mediaan inkomen lag in 2022 in het Vlaamse Gewest telkens duidelijk lager dan in de andere gewesten.
Wat het aandeel met een inkomen lager dan 40% en 50% van het mediaan inkomen betreft, bevond België zich eerder in de groep van EU27-landen met de laagste aandelen. Bij de 70%-drempel schoof België eerder op richting Europese middenmoot.
Ook in 2023 lag het aandeel in het Vlaamse Gewest met een inkomen onder 40%, 50% en 70% van het mediaan inkomen telkens duidelijk lager dan in de andere gewesten. In het Vlaamse Gewest had 16% van de bevolking een inkomen onder de 70%-drempel, in het Waalse Gewest was dat 29% en in het Brusselse Gewest 41%. In het Vlaamse Gewest had 3% een inkomen onder de 50%-drempel, in het Waalse Gewest was dat 8% en in het Brusselse Gewest 12%. Tot slot had 1% in het Vlaamse Gewest een inkomen onder de 40%-drempel, in het Waalse Gewest was dat 3% en in het Brusselse Gewest 4%.