Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bevolking onder de armoededrempel Inkomen en armoede

Bevolking onder de armoededrempel

Gepubliceerd op 21 februari 2024 • Volgende update: februari 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Bijna 8% van bevolking leeft in huishouden met inkomen onder armoededrempel

Volgens de EU-SILC-enquête van 2023 leefde 7,8% van de inwoners in het Vlaamse Gewest in een huishouden met een onder de Belgische . Dat komt overeen met ongeveer 520.000 personen. Er wordt vanuit gegaan dat huishoudens met een inkomen onder de armoededrempel een verhoogd risico op armoede lopen.

Bovenstaande cijfers werden berekend op basis van het totale beschikbare inkomen van de huishoudens in het jaar voorafgaand aan de enquête. De cijfers van de EU-SILC-enquête van 2023 hebben dus betrekking op de huishoudinkomens van 2022.

De EU-SILC-enquête werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren. Wel kan gesteld worden dat het aandeel personen onder de armoededrempel sinds 2021 min of meer stabiel blijft.

Hoogste armoederisico bij werklozen en personen geboren buiten EU

Naar geslacht blijven de verschillen in armoederisico beperkt. Naar leeftijd zijn er wel verschillen: het aandeel onder de armoededrempel lag in 2023 het hoogst bij personen van 65 jaar en ouder (13%).

Opgedeeld naar huishoudtype lag het armoederisico in 2023 het hoogst bij eenoudergezinnen (17%), eenpersoonshuishoudens (14%) en oudere koppels (13%).

Naar arbeidsstatus kennen werklozen het hoogste armoederisico (33%). Ook niet-actieven (zonder gepensioneerden) scoren relatief hoog (15%).

Het armoederisico lag in 2023 ook veel hoger bij huurders (19%) dan bij eigenaars (5%).

Het armoederisico neemt af naarmate het opleidingsniveau stijgt: bij hooggeschoolden ging het in 2023 om 5%, bij laaggeschoolden om 16%.

Ten slotte varieert het armoederisico ook naar geboorteland. Personen geboren in België kennen het laagste armoederisico (6%), personen geboren buiten de Europese Unie (EU27) het hoogste armoederisico (25%).

Armoederisico hoogst in provincie Antwerpen

Het armoederisico lag in 2023 het hoogst in de provincie Antwerpen (10%) en het laagst in de provincie Oost-Vlaanderen (5%).

Armoederisico in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten en dan EU27-gemiddelde

Het armoederisico lag in 2022 in het Vlaamse Gewest (8%) lager dan in het Waalse Gewest (18%) en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (30%). In België in zijn geheel lag het armoederisico op 13%.

Het aandeel personen onder de armoededrempel lag in 2022 in de 27 landen van de Europese Unie (EU27) op 17% van de bevolking. In Tsjechië lag het armoederisico het laagst (10%). Ook in Hongarije, Slovenië, Polen en Slovakije lag het aandeel onder de armoededrempel op een gelijkaardig niveau als in de West- en Noord-Europese landen, terwijl de levensstandaard in die eerste groep landen toch lager ligt. Dat hangt samen met het feit dat het hier gaat om een relatieve armoedemaat, berekend op basis van de inkomensverdeling in elk land afzonderlijk.

Cijfers voor 2023 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar. Maar voor België en de gewesten is dat wel het geval. In 2023 lag het armoederisico in het Vlaamse Gewest op 8%, in het Waalse Gewest op 15% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op 28%. In België in zijn geheel ging het om 12%.