Netto beroepsinkomen werkende bevolking gemiddeld op 2.870 euro per maand
Volgens de EU-SILC-enquête van 2024 lag het netto van de werkende bevolking van 20 tot 64 jaar in het Vlaamse Gewest gemiddeld op 2.870 euro per maand. In 2006 ging het om 2.614 euro per maand (uitgedrukt in reële prijzen van 2023). Tussen 2006 en 2024 steeg het netto reële beroepsinkomen met 10%. Dat is gemiddeld 0,5% per jaar. Tussen 2021 en 2022 stegen de lonen vrij fors (+4%). Tussen 2022 en 2023 daalde het beroepsinkomen met 2%. Dat had te maken met het feit dat de lonen pas na enige tijd reageren op de sterk gestegen inflatie. Tussen 2023 en 2024 steeg het netto reële beroepsinkomen opnieuw met 1%.
Bovenstaande cijfers werden berekend op basis van het totale beroepsinkomen in het jaar voorafgaand aan de enquête. De cijfers van 2024 hebben dus betrekking op de inkomens van 2023. Door de bedragen van alle jaren weer te geven in reële prijzen van 2023 wordt er bij de evolutie rekening gehouden met de inflatie.
De EU-SILC-enquête waar deze cijfers op gebaseerd zijn, werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren.
Meer personen met hoger beroepsinkomen in 2024 dan in 2006
Algemeen gezien hadden in 2024 beduidend meer personen een hoger reëel beroepsinkomen dan in 2006. 4 op de 10 (40%) werkenden van 20 tot 64 jaar oud had in 2024 een beroepsinkomen van meer dan 3.000 euro per maand. In 2006 was dat bij slechts een ruim kwart (27%) het geval.
Bij minder dan een kwart (22%) van de werkenden van 20 tot 64 jaar bedroeg het beroepsinkomen in 2024 minder dan 2.000 euro per maand. In 2006 was dat aandeel nog beduidend hoger, toen had bijna een derde van de werkenden (30%) een maandelijks beroepsinkomen onder 2.000 euro.
Verschil beroepsinkomen mannen en vrouwen wordt kleiner
Het gemiddeld beroepsinkomen van werkende mannen lag in 2024 op 3.092 euro. Dat is 3% hoger dan in 2006. Bij werkende vrouwen nam het beroepsinkomen veel sterker toe (+24%): van gemiddeld 2.118 euro in 20906 tot 2.629 euro in 2024. Het verschil in beroepsinkomen tussen mannen en vrouwen nam daardoor af van 872 euro per maand in 2006 tot 462 euro in 2024. Over de gehele periode nam het verschli tussen het beroepsinkomen van mannen en vrouwen dus af met 47%.
Laagste beroepsinkomen bij 20- tot 34-jarigen
Het gemiddeld beroepsinkomen lag bij werkenden van 20 tot 34 jaar oud in de hele periode 2006-2024 veel lager dan bij de oudere leeftijdsgroepen. In 2024 bedroeg het 2.416 euro per maand. Bij de 3 oudere leeftijdsgroepen zijn de verschillen beperkt. Bij de 35- tot 44-jarigen bedroeg het beroepsinkomen gemiddeld 2.858 euro per maand, bij de 45- tot 54-jarigen 3.161 euro en bij de 55- tot 64-jarigen 3.071 euro.
Tussen 2006 en 2024 steeg het reële beroepsinkomen het sterkst bij de 55- tot 64-jarigen (+37%), gevolgd door de 45- tot 54-jarigen (+14%). Bij de 20- tot 34-jarigen steeg het met 9%. Bij de 35- tot 44-jarigen steeg het beroepsinkomen het minst (4%).
Tussen 2023 en 2024 nam het beroepsinkomen bij de oudste leeftijdsgroep (55- tot 64-jarigen) toe met 3%. Bij de 35- tot 44-jarigen was sprake van een daling (-2%).
Veel hoger beroepsinkomen bij hooggeschoolden
Naar opleidingsniveau zijn er grote tussen het beroepsinkomen van de werkende bevolking van 20 tot 64 jaar. Het netto beroepsinkomen van hooggeschoolden lag in 2024 gemiddeld op 3.184 euro per maand. Bij middengeschoolden ging het om 2.511 euro per maand en bij laaggeschoolden om 2.071 euro.
In de periode 2006-2024 nam het netto beroepsinkomen bij middengeschoolden toe met 8% en bij hooggeschoolden met 3%. Bij de laaggeschoolden daalde het met 2%.
Het verschil in maandelijks beroepsinkomen tussen middengeschoolden en laaggeschoolden nam toe van een verschil van 206 euro in 2006 tot 519 euro in 2024 (+114%). Het verschil tussen hooggeschoolden en laaggeschoolden steeg van 971 euro in 2006 tot 1.175 euro in 2024 (+15%). Het verschil tussen het maandelijks beroepsinkomen van hooggeschoolden en middengeschoolden daalde van 765 euro in 2006 tot 655 euro in 2024 (-12%).
Tussen 2023 en 2024 nam het beroepsinkomen het sterkst toe bij laagggeschoolden (+6%). Bij hooggeschoolden ging het om een stijging met 2% en bij middengeschoolden steeg het beroepsinkomen het minst (1%).
Lager beroepsinkomen bij werkenden met hinder door handicap of langdurig gezondheidsprobleem
In 2024 verdienden werkende personen (20 tot 64 jaar oud) met een vorm van dagelijkse hinder vanwege een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem gemiddeld 2.397 euro per maand. Werkende personen zonder hinder verdienden gemiddeld 2.948 euro per maand.
Tussen 2006 en 2024 steeg het beroepsinkomen bij personen met een vorm van hinder sterker (+36%) dan bij personen zonder hinder (+12%).
Tussen 2023 en 2024 daalde beroepsinkomen bij personen met een vorm van hinder met 5%, bij personen zonder hinder steeg het met 2%.
Lager beroepsinkomen bij personen geboren buiten de EU
In 2024 lag het netto beroepsinkomen bij werkenden (20 tot 64 jaar oud) geboren buiten de Europese Unie (EU) gemiddeld op 2.333 euro per maand. Bij werkenden geboren in België bedroeg het 2.922 euro. En bij werkenden geboren in een ander EU-land dan België lag het in 2024 op 2.898 euro.
Bij werkenden geboren in een ander EU-land steeg het reële netto beroepsinkomen over de hele periode 2009 tot 2024 met 13%. Bij werkenden geboren in België bedroeg de stijging over die periode 10%. Ook bij werkenden geboren buiten de EU bedroeg de stijging 10%.
Tussen 2023 en 2024 steeg het beroepsinkomen bij werkende personen geboren buiten de EU (+5%). Bij werkende personen geboren in een ander EU-land was er een daling in het beroepsinkomen (-5%). Bij werkenden geboren in België steeg het beroepsinkomen met 1%.
Laagste beroepsinkomen in Waals Gewest
In 2024 lag het gemiddeld netto beroepsinkomen in het Vlaamse Gewest (2.870 euro per maand) ongeveer gelijk met dat het inkomen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (2.828 euro). Het lag wel hoger dan in het Waalse Gewest (2.666 euro).
In de hele periode 2006-2024 steeg het beroepsinkomen in het Vlaams Gewest met 10% en in het Waalse Gewest met 4%. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest daalde het in die periode met 8%.
Het verschil in maandelijks beroepsinkomen tussen werkenden in het Vlaamse Gewest en in het Waalse Gewest is toegenomen van 58 euro in 2006 tot 204 euro in 2024. Tussen 2024 en 2023 is het verschil kleiner geworden.
Tussen 2023 en 2024 daalde het beroepsinkomen lichtjes in het Vlaamse Gewest (-1%). In het Waalse Gewest nam het toe (+4%). In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest was er geen verandering.
Bronnen
- Statbel: