Wisselkoersen

Tussen 2008 en 2025 devalueerde (open definitie) de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de Zwitserse frank. Een euro was begin 2008 1,47 dollar waard. In maart 2024 was dat nog 1,04 dollar. Die daling was niet gelijkmatig over de hele periode. Zo nam de waarde van de euro tegenover de dollar toe vanaf november 2020 tot mei 2021. Daarna volgde opnieuw een daling tot oktober 2022, waarbij dan ongeveer een pariteit bereikt werd. Kort daarop steeg de euro opnieuw wat. Sinds 2023 stabiliseerde de euro ten opzichte van de dollar, met enkel recent een lichte waardevermindering.

De euro werd daarentegen meer waard in Britse pond, vooral in 2016 en 2017, na het Brexit-referendum van juni 2016. Vanaf 2018 tot 2023 bleef de waarde van de euro tegenover het Britse pond vrij constant. De laatste maanden steeg het pond heel lichtjes ten opzichte van de euro.

De euro verloor terrein tegenover de Japanse yen tussen 2008 en midden 2012. In de periode 2013-2015 was er sprake van een revaluatie (open definitie) , maar het koersniveau van begin 2008 werd niet opnieuw bereikt. Tussen 2016 en 2022 schommelde de waarde van de euro ten opzichte van de yen binnen een vrij ruime bandbreedte. Vanaf het voorjaar van 2022 was er opnieuw een revaluatie van de euro die eind 2023 tot stilstand leek te komen. Daarna bleef de waarde van de yen tegenover de euro min of meer stabiel.

De euro won sinds 2008 terrein ten opzichte van de Russische roebel. Dat was vooral het geval in 2014 toen de Krim door Rusland werd geannexeerd, wat internationale spanningen teweeg bracht. In 2015 en 2016 waren er meer uitgesproken schommelingen. Tussen 2017 en februari 2022 devalueerde de Russische roebel verder. Vanwege verstoringen in de handelsactiviteit, als gevolg van het conflict in Oekraïne, publiceert de Europese Centrale Bank (ECB) vanaf maart 2022 voorlopig geen wisselkoersen voor de euro-roebel meer.

De euro kende een vrij stelselmatige waardedaling ten opzichte van de Chinese yuan tussen 2008 en begin 2015. Tussen maart 2015 en september 2020 nam de waarde van de yuan ten opzichte van de euro af. Tot het najaar van 2022 revalueerde de yuan opnieuw. Nadien werd de euro opnieuw iets meer waard ten opzichte van de yuan. Maar die revaluatie van de euro kwam ten einde na de zomer van 2023.

De euro nam na 2012 in waarde toe ten opzichte van de Noorse en Zweedse kroon. De laatste twee jaren trad een stabilisatie in. De Deense kroon ten slotte is via het Europees wisselkoersmechanisme (open definitie) nauw gelinkt aan de euro (binnen een bandbreedte van 2,25% boven en 2,25% onder de koers van de euro). Dat zorgt voor een grote stabiliteit van de Deense kroon tegenover de euro.