Hernieuwbare energie

In het Vlaamse Gewest lag het aandeel van hernieuwbare energie in het bruto finaal energiegebruik (open definitie) in 2023 op 10,8%. Dat aandeel is de afgelopen jaren gestegen. In 2005 ging het om 1,9%. In dit cijfer wordt niet alleen de inlandse productie van groene stroom en warmte meegerekend, maar ook het gebruik van biobrandstoffen voor transportdoeleinden.

De totale bruto groene stroomproductie lag in 2023 op 12.443 gigawattuur (GWh) (open definitie) . Sinds 2005 is de productie van groene stroom meer dan vertienvoudigd. Het aandeel van groene stroomproductie in het bruto gebruik van stroom in het Vlaamse Gewest lag in 2023 op 23%.

Het finaal gebruik van groene energie voor verwarming/koeling lag in 2023 op 9.354 GWh. Dat is 7,5% van het totale bruto eindgebruik voor verwarming/koeling. In 2023 werd 73% van de groene energie voor warmtetoepassingen geleverd door installaties op basis van biomassa. De overige 27% kwam van warmtepompen, warmtepompboilers en zonneboilers.

Het verbruik van biobrandstoffen in transport lag in 2023 op 5.845 GWh. Dat is een stijging met 16% ten opzichte van 2020 door de verhoogde bijmengplicht.

Installaties van nieuwe zonnepanelen en van windturbines deden het aandeel van zon- en windenergie in de groene stroomproductie verder oplopen: van 15% in 2005 tot 80% in 2023. Sinds 2016 wordt er meer groene stroom uit zon en wind opgewekt dan uit bio-energie. In 2023 was er een recordgroei van het omvormvermogen van fotovoltaïsche zonnepanelen voor in totaal 1,2 GW.

De productie op basis van biologisch materiaal – biomassa, biogas en de organische fractie van het huisvuil – was in 2023 goed voor 19% van de groene stroomproductie.