Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Downloadsnelheid van vaste internetconnectie bij ondernemingen Downloadsnelheid van vaste internetconnectie bij ondernemingen

Metadata: Downloadsnelheid van vaste internetconnectie bij ondernemingen

Bron

Enquête ICT-gebruik en e-commerce bij ondernemingen, Statbel en Eurostat

Definities

In de vragenlijst wordt de vraag gesteld wat de contractueel afgesproken maximale downloadsnelheid van de snelste vaste internetverbinding van de onderneming is.

De downloadsnelheid is de snelheid waarmee een pc of een smartphone data van het computernetwerk kan afhalen. Deze snelheid wordt hier uitgedrukt in megabit per seconde (Mbit/s) of gigabit per seconde (Gbit/s). De vermelde categorieën in de Eurostat-vragenlijst zijn gewijzigd sinds 2020 in:

  1. minder dan 30 Mbit/s
  2. minstens 30 Mbit/s maar minder dan 100 Mbit/s
  3. minstens 100 Mbit/s maar minder dan 500 Mbit/s
  4. minstens 500 Mbit/s maar minder dan 1 Gbit/s
  5. minstens 1 Gbit/s.

De jaartallen in de figuren slaan op het jaar waarin de enquête werd afgenomen.

Opmerkingen bij de kwaliteit

De data komen uit de ICT-enquête die de statistische instituten jaarlijks in de Europese Unie organiseren. Statbel organiseert in België de enquête bij ondernemingen met 2 of meer werknemers in een brede groep van private, niet-financiële sectoren (secties B t.e.m. N en P t.e.m. S van de NACE rev.2.). De steekproef is sinds 2021 vergroot van 7.500 naar 8.400 ondernemingen.

De enquête wordt afgenomen via SAPQ (self administered paper questionnaire) en SAWQ (self administered web questionnaire). De steekproef is gestratificeerd naar gewest, grootteklasse van het bedrijf en activiteit. De steekproef houdt rekening met het aantal ondernemingen in de regio. De grootste ondernemingen van 250 of meer werknemers worden allemaal geselecteerd. In België nam in 2023 9,4% van de 28.389 ondernemingen met minstens 10 werknemers deel aan de enquête. Van deze ondernemingen met minstens 10 werknemers nam 19,9% van de 3.241 ondernemingen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest deel, 6,8% van de 18.223 ondernemingen in het Vlaamse Gewest en 11,4% van de 6.925 ondernemingen in het Waalse Gewest.

Bij unit non-response is er een aanpassing door weging met de oorspronkelijke steekproefstrata als gewichtsklassen. Bij item non-response worden de respondenten gecontacteerd om antwoorden te verkrijgen op ontbrekende vragen.

Bij de Europese vergelijking wordt gebruik gemaakt van de gegevens van Eurostat over bedrijven met 10 werknemers of meer.

In 2022 vond een belangrijke methodologische wijziging plaats door de volledige invoering van het concept ‘onderneming’, gebaseerd op de kennis van ondernemingsgroepen. Dit leidt tot een breuk in de reeks, die meer of minder uitgesproken is per sector, afhankelijk van het feit of er veel of weinig ondernemingsgroepen in deze sectoren aanwezig zijn. De evolutie tussen 2021 en 2022 is dus een mix van natuurlijke economische groei, maar ook van de krimp die wordt veroorzaakt door de samenvoeging van verschillende juridische eenheden tot één bedrijf. De resultaten voor 2022 werden herzien op 7 december 2023.