Beveiligingsacties op het internet door burgers
Internetactiviteiten voor online veiligheid minder uitgevoerd door ouderen, laaggeschoolden en internetgebruikers met een laag inkomen
Het aandeel internetgebruikers met minstens basisvaardigheden voor online veiligheid (som van aandeel met basisvaardigheden en meer gevorderde vaardigheden) daalt met de leeftijd en stijgt met de opleiding en het inkomen. Naar geboorteland en geslacht is het verschil kleiner.
78% van de 16- tot 24-jarigen en 77% van de 25- tot 54-jarigen had in 2023 minstens basisvaardigheden voor online veiligheid. Bij de 55- tot 74-jarigen ging het om 60%.
Bij de laaggeschoolden had 49% minstens basisvaardigheden. Bij de hooggeschoolden was dat 87%.
Bij de hoogste inkomensgroep heeft 81% minstens basisvaardigheden, bij de laagste inkomensgroep is dat 52%.
Het aandeel met minstens basisvaardigheden is iets groter bij mannen dan bij vrouwen (73% versus 71%). Het aandeel personen met minstens basisvaardigheden is ook groter bij de mensen geboren in België dan bij deze geboren in het buitenland (73% versus 66%).
Basisvaardigheden voor online veiligheid in Vlaamse Gewest op niveau EU27-gemiddelde
In 2023 had 69% van de inwoners van het Vlaamse Gewest van 16 tot 74 jaar minstens basisvaardigheden voor online veiligheid (som van aandeel met basisvaardigheden en meer gevorderde vaardigheden). Dat aandeel lag iets hoger in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (73%) en iets lager in het Waalse Gewest (66%).
Het aandeel in het Vlaamse Gewest is ongeveer gelijk aan het EU27-gemiddelde (70%). In Nederland en Finland heeft meer dan 90% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar minstens basisvaardigheden voor online veiligheid. In Roemenië lag dat aandeel het laagst (47%).
Bronnen
- Statbel: